Nummer: 08/460/GB
Betreft: [klager] datum: 21 april 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.L. Gijsberts, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 13 februari 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.)/ISD Utrecht te Nieuwegein afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 22 december 2007 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b./ISD Utrecht te Nieuwegein. Op 10 januari 2008 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Lelystad.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Er is geen reden om klagers verzoek af te wijzen. Het argument dat een medeverdachte in het h.v.b./ISD Utrecht te Nieuwegein zou verblijven, wordt mogelijk ingegeven door de angst dat het onderzoek gefrustreerd zou kunnen worden. Die angst is
ongegrond.
Klager zit niet meer vast op de onderzoeksgrond en zit niet meer in beperkingen. Angst voor het beïnvloeden van het onderzoek in de strafzaak is niet (meer) reëel. Het feit dat de selectiefunctionaris geen tegenbericht heeft ontvangen van de officier
van justitie is geen reden om klagers verzoek af te wijzen, maar een reden om contact op te nemen met de officier van justitie. Klager heeft zijn ouders al vijf maanden niet meer gezien. Hij onderhoudt het contact alleen telefonisch of schriftelijk.
Het
is voor hen niet mogelijk om met het openbaar vervoer te reizen, de afstand is te groot, en ze beschikken ook niet over een auto. Klager heeft enkel tweemaal bezoek ontvangen van vrienden. Ook voor zijn vrienden is het in verband met de grote afstand
moeilijk om elke week langs te komen en voor zijn ouders zelfs onmogelijk.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op verzoek van de officier van justitie overgeplaatst vanuit het h.v.b./ISD Utrecht te Nieuwegein, omdat daar een medeverdachte verbleef, naar het h.v.b. Lelystad. Vanwege het verblijf van een medeverdachte te Nieuwegein kon klager daar niet
langer verblijven. Het feit dat klager niet meer in beperkingen zit, heeft daar niets mee te maken. Van de officier van justitie is nog geen tegenbericht ontvangen dat het verzoek niet meer van kracht zou zijn. Niet ontkend wordt dat het voor klagers
familie lastig is om hem te bezoeken in het h.v.b. Lelystad. In dit geval woog het verzoek van de officier van justitie zwaarder.
Het arrondissementsparket Utrecht heeft op 16 april 2008 telefonisch en per e-mailbericht te kennen gegeven dat, na constatering dat al drie verdachten uit het betreffende strafonderzoek in het h.v.b./ISD Utrecht te Nieuwegein zijn geplaatst en na
overleg met de politie, het openbaar ministerie zich niet verzet tegen overplaatsing van klager naar Nieuwegein.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Gelet op de mededeling van het arrondissementsparket Utrecht is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet meer op goede grond rust. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 april 2008.
secretaris voorzitter