Nummer 22/28055/SGA
Betreft [verzoeker]
Datum 28 juni 2022
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
De directeur van de Penitentiaire Inrichting Alphen te Alphen aan den Rijn (hierna: de directeur) heeft aan verzoeker een ordemaatregel opgelegd van uitsluiting van deelname aan activiteiten, voor de duur van zeven dagen, vanwege het verstoren van de orde, rust en veiligheid op de afdeling door verzoekers gedrag (het niet om kunnen gaan met spanningen), ingaande op 25 juni 2022 om 9:45 uur en eindigend op 2 juli 2022 om 9:45 uur.
Verzoeker en zijn raadsvrouw, mr. M.J.R. Roethof, vragen om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk AE 2022/639).
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
De voorzitter overweegt dat de directeur op grond van artikel 57, eerste lid, onder b, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) de gedetineerde in de gelegenheid stelt te worden gehoord, alvorens hij beslist omtrent de uitsluiting van deelname aan activiteiten, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onder a. of b. van de Pbw. Het horen kan achterwege blijven indien de vereiste spoed zich daartegen verzet dan wel de gemoedstoestand van de gedetineerde daaraan in de weg staat. De voorzitter constateert dat in onderhavig geval niet van een van deze uitzonderingen is gebleken. Uit de bestreden beslissing volgt dat verzoeker niet door de directeur is gehoord, omdat hij door het afdelingshoofd is gesproken.
De voorzitter overweegt dat nu verzoeker niet is gehoord alvorens is beslist tot oplegging van de ordemaatregel, de bestreden beslissing is genomen in strijd met de wet. Gelet daarop zal de voorzitter het verzoek toewijzen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
Deze uitspraak is op 28 juni 2022 gegeven door mr. C.N. Dijkstra, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
secretaris voorzitter