Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0559/GV, 7 april 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/559/GV

betreft: [klager] datum: 7 april 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 februari 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw, mr. Y.W.G. Verschuren, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft de hem opgelegde gevangenisstraffen ondergaan. Thans zit hij enkel schadevergoedingen uit. Er is een betalingsvoorstel gedaan aan het c.j.i.b. Klager is dialysepatiënt, hij moet driemaal per
week naar het ziekenhuis. Sinds hij de ernst van zijn nierziekte te horen kreeg, pleegt hij geen delicten meer. Er is geen openstaande zaak, klager is in eerste aanleg veroordeeld tot drie maanden en is daartegen in beroep. Als er problemen zijn ten
aanzien van het door klager opgegeven verlofadres kan hij zijn verlof ook op een ander adres doorbrengen. De reden dat klager zich op 3 mei 2005 (niet 12 april 2005) aan zijn detentie heeft onttrokken was dat hij in de inrichting waar hij verbleef geen
medicatie verstrekt kreeg.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft zich op 12 april 2005 (lees 3 mei 2005) ontrokken aan zijn detentie, waarna hij op 25 augustus 2006 opnieuw is aangehouden op verdenking van het plegen van een nieuw strafbaar feit. Tevens heeft de politie een negatief advies uitgebracht
op
grond van het feit dat het verlofadres onbetrouwbaar wordt geacht en heeft klager een openstaande strafzaak, die nog niet is behandeld in eerste aanleg.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis/ISD Zoetermeer heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag gegeven het negatieve advies van de politie en het feit dat klager zich eerder aan zijn detentie heeft onttrokken.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te De Haag heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlofverlening.
De politie heeft negatief geadviseerd, omdat het verlofadres als niet betrouwbaar werd aangemerkt.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een subsidiaire hechtenis van in totaal 209 dagen en twee dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie stelt vast dat klager zich op 3 mei 2005 heeft onttrokken aan zijn detentie en eerst op 25 augustus 2006 is aangehouden wegens verdenking van het plegen van een strafbaar feit. Vervolgens is hij weer ingesloten voor het ondergaan
van
het resterende deel van de aan hem opgelegde gevangenisstraf. Voornoemde omstandigheid vormt een zodanige contra-indicatie voor verlofverlening dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de
Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a., en d. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 7 april 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven