nummer: 08/123/TR
betreft: [klager] datum: 7 april 2008
De beroepscommissie als bedoeld in art. 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (BVT) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen, door de beklagcommissie bij FPC Veldzicht doorgezonden klaagschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beweerde beslissing van 11 december 2006 van de Minister van Justitie,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
De beroepscommissie heeft de Minister van Justitie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De beoordeling
De raad heeft een klacht van klager over onjuiste inlichtingen van Veldzicht over zijn begeleide en onbegeleide verloven na intrekking van zijn transmurale verlof destijds ter behandeling doorgezonden aan de beklagcommissie.
De beklagcommissie heeft die klacht mede opgevat als betrekking hebbend op het van rechtswege vervallen van de machtiging voor het verlenen van transmuraal verlof en deze ter verdere behandeling doorgezonden aan de beroepscommissie.
Namens de Minister is aangegeven dat er geen beslissing tot het intrekken van de machtiging tot het verlenen van transmuraal verlof aan klager is genomen.
Het onderhavige beroep is daarmee gericht tegen de brief van 11 december 2006 van de Minister, waarin hij het hoofd van Veldzicht meedeelt dat de machtiging voor het verlenen van transmuraal verlof aan klager conform art. 53, tweede lid, onder 1,
Reglement verpleging ter beschikking gestelden (Rvt) van rechtswege is vervallen.
Op grond van de stukken staat vast dat klager meer dan 24 uur ongeoorloofd afwezig is geweest. Veldzicht heeft op 8 december 2006 melding van een bijzonder voorval op 7 december 2006 te 19.15 uur inzake klagers transmurale verlof gedaan. Daarin wordt
onder meer het volgende vermeld. Klager is op genoemd tijdstip niet verschenen op een voetbaltraining waar hij zou worden bezocht door een personeelslid van het RIBW te Zwolle, met wie klager regulier contact heeft. Bij het RIBW bestaat een vermoeden
dat klager zonder toestemming geld van de bankrekening van het RIBW heeft afgeschreven. Klager heeft zijn mobiele telefoon verscheidene keren niet opgenomen en heeft niet gereageerd op ingesproken boodschappen van de inrichting. Op 8 december 2007
bleek
dat klager de nacht niet op zijn woonadres heeft doorgebracht. Hij is die dag niet op zijn werk verschenen. Vanaf die dag is door de politie te Arnhem en Zwolle actief naar klager uitgekeken. Klager verbleef niet bij familieleden. Conform de circulaire
ongeoorloofde afwezigheid is een aantal instanties, waaronder het Landelijk Meldpunt KLPD, over klagers ongeoorloofde afwezigheid ingelicht. Uiteindelijk heeft klager telefonisch contact met Veldzicht gezocht en is hij na aandringen van Veldzicht op de
trein gestapt. Hij is door de KLPD aangehouden, door een personeelslid van Veldzicht opgehaald en om 23.30 uur in de inrichting gesepareerd.
Krachtens art. 53, tweede lid, onder 1, Rvt vervalt de verlofmachtiging zodra de tbs-gestelde vierentwintig uur ongeoorloofd afwezig is, tenzij sprake is van overmacht.
De nota van toelichting (Staatsblad 2005, 400, blz. 8) op art. 53 Rvt houdt onder meer in:
‘Aangezien thans niet alleen vanuit de tbs-inrichtingen maar ook vanuit de politiek en maatschappij in toenemende mate signalen afgegeven worden dat het intrekken van de machtiging in bepaalde gevallen niet meer ter discussie mag staan, wordt in het
onderhavige onderdeel voorgesteld dat indien sprake is van ongeoorloofde afwezigheid langer dan vierenentwintig uur (dan wel ...), de machtiging van rechtswege vervalt. Ongeoorloofde afwezigheid kan verschillende vormen vormen innemen: een (poging) tot
ontvluchting vanuit een gesloten gebouw of vanaf een beveiligd terrein; onttrekking of bevrijding tijdens transport of begeleid verblijf buiten de inrichting; onttrekking tijdens het onbegeleid verlof of onttrekking aan het toezicht tijdens transmuraal
verlof. Ten aanzien van ongeoorloofde afwezigheid is het Landelijk Meldpunt Ongeoorloofde Afwezigheid tbs-gestelden sinds 2 juli 2004 operationeel. (...) Aangezien onderhavige bepaling beoogt dat bij ongeoorloofde afwezigheid de verlofmachtiging in
genoemde gevallen van rechtswege vervalt, is een clausule van vierentwintig uur opgenomen in verband met onvoorziene gevallen. Te denken valt aan het niet van verlof kunnen terugkeren wegens een staking van het openbaar vervoer, waarbij de inrichting
per ommegaande melding maakt van het voorval. De meldplicht van bijzondere gevallen is geregeld in de Regeling melding bijzondere voorvallen verpleegden van 14 september 1999 (Staatscourant, 2000, nr. 13).’.
Nu de verlofmachtiging op grond van de regelgeving van rechtswege is vervallen zonder dat daaraan een beslissing van de Minister ten grondslag ligt, staat daartegen geen beroep open.
Klager kan daarom niet in zijn beroep worden ontvangen.
2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 7 maart. 2008
secretaris voorzitter