Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27293/SGA, 13 mei 2022, schorsing
Uitspraakdatum:13-05-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer           22/27293/SGA

Betreft               verzoeker

Datum               13 mei 2022

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van verzoeker (hierna: verzoeker)

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) heeft aan verzoeker maatregelen opgelegd vanwege zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-maatregelen), onder meer het ontvangen van bezoek achter glas, waaronder geprivilegieerd bezoek (zijn rechtsbijstandverlener), en het visiteren na bezoek.

Verzoekers raadsman, mr. M. de Reus, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (IJ-2022-000661).

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Ten aanzien van het opleggen van toezichtmaatregelen geldt het volgende:

a.  er moet sprake zijn van een noodzaak voor het opleggen van de onderhavige toezichtmaatregelen;

b.  de directeur dient de gedetineerde voorafgaand aan de beslissing te horen;

c.  de directeur dient een eigen belangenafweging te maken en kan zijn beslissing niet slechts baseren op de plaats en status van verzoeker op de GVM-lijst; en

d.  de directeur dient een maandelijkse toets te plegen ten aanzien van de noodzaak van voortduring van de maatregelen.

Namens verzoeker wordt in het klaagschrift aangevoerd dat het ontvangen van bezoek achter glas onredelijk en onbillijk is. Verzoeker verblijft sinds 2019 in detentie en heeft deze toezichtmaatregel nooit eerder opgelegd gekregen. Het bezoek van de raadsman vindt op dit moment ook achter glas plaats. Namens verzoeker wordt hierbij verwezen naar het bepaalde in artikel 38, zevende lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) en RSJ 27 maart 2013, 13/0896/SGA. Er is geen enkele noodzaak of sprake van een risico dat het opleggen van deze verregaande maatregel rechtvaardigt. Deze toezichtmaatregel staat ook niet genoemd in bijlage 1 ‘Leidraad Samenhangende set GVM-maatregelen’ bij de circulaire ‘Gedetineerden met een vlucht- en/of maatschappelijk risico’ d.d. 8 juli 2021, kenmerk 3399954 (hierna: GVM-circulaire). De toezichtmaatregel is ook in strijd met de andere opgelegde toezichtmaatregelen, nu daarin staat dat verzoeker ´individueel bezoek met toezicht´ ontvangt en er tevens ´visitatie na bezoek´ zal plaatsvinden. Indien bezoek achter glas plaatsvindt, zijn voorgaande opgelegde toezichtmaatregelen overbodig.

Uit de schriftelijke reactie van de directeur komt naar voren dat verzoeker sinds 21 april 2022 in de PI Krimpen aan den IJssel verblijft. Verzoeker staat sinds 9 oktober 2019 op de GVM-lijst geplaatst met de status ´hoog´. Hierbij zijn de indicaties´(vermoedens van) voortgezet crimineel handelen vanuit detentie´, ´liquidatiegevaar´ en ´ondermijning van gezag van directie en personeel in de PI´ opgenomen. De directeur voert aan dat voornoemde plaatsing en indicaties gebaseerd zijn op de verdenking dat verzoeker opdracht heeft gegeven tot een liquidatie aan de oprichter/leider van een motorclub. Daarnaast is verzoeker verdachte in een strafrechtelijk onderzoek, waaronder veertien opsporingsonderzoeken lopen. Verzoekers plaatsing en status op de GVM-lijst is op 13 april 2022 door het Operationeel Overleg (OO) besproken, waarbij uit informatie van het Gedetineerden Recherche Informatie Punt naar voren is gekomen dat verzoeker tijdens zijn verblijf in de PI Arnhem (ernstige) bedreigende gesprekken heeft gevoerd met medegedetineerden over (anonieme) officieren van justitie in zijn strafzaak, de directeur van de PI Arnhem en de minister van Justitie en Veiligheid. Vanwege verzoekers uitlatingen en (ernstige) bedreigingen is hij overgeplaatst naar de PI Krimpen aan den IJssel. De directeur acht de opgelegde toezichtmaatregelen noodzakelijk om het risico op verstoring van de orde en de veiligheid in de inrichting evenals in de maatschappij te voorkomen. Daarnaast is het opleggen van de toezichtmaatregelen noodzakelijk om verzoeker te kunnen monitoren om een ononderbroken en veilige voortzetting van de detentie te kunnen waarborgen. Om voornoemde redenen, waaronder de reden voor verzoekers overplaatsing, en gelet op het bepaalde in artikel 3.8.1.1. van de Huisregels van de PI Krimpen aan den IJssel, heeft de directeur beslist om aan verzoeker tevens de toezichtmaatregel ´bezoek achter glas´ op te leggen. De directeur voert aan dat hij bij het opleggen van de toezichtmaatregelen een eigen belangenafweging heeft gemaakt en dat verzoeker voorafgaand aan het opleggen van de toezichtmaatregelen op 22 april 2022 is gehoord. De directeur zal maandelijks toetsen of voortzetting van de toezichtmaatregelen noodzakelijk is, of, als hier aanleiding toe is, zal de directeur de opgelegde toezichtmaatregelen aanpassen.

De voorzitter overweegt als volgt.

Uit de bestreden beslissing volgt dat de oplegging van de toezichtmaatregelen voor de duur van zes maanden noodzakelijk wordt geacht in verband met de orde en veiligheid in de inrichting en in het belang van verzoekers veiligheid. Uit de bestreden beslissing blijkt dat verzoeker is gehoord voordat de beslissing is genomen. Daarnaast wordt voldoende aannemelijk dat de directeur een eigen belangenafweging heeft gemaakt bij het nemen van de beslissing. De directeur heeft hierbij aangegeven dat verzoekers (recente) gedrag en handelen in de PI Arnhem en het advies van het OO van 13 april 2022 aanleiding hebben gegeven tot het opleggen van toezichtmaatregelen. Tot slot is door de directeur vermeld dat de opgelegde toezichtmaatregelen maandelijks getoetst zullen worden en deze, indien daartoe aanleiding bestaat, aangepast zullen worden. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, en gelet op al het voorgaande, kan de bestreden beslissing niet op voorhand als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het verzoek zal worden afgewezen. 

Met betrekking tot het ontvangen van bezoek achter glas gaat de voorzitter ervan uit dat het bezoek van verzoekers raadsman (geprivilegieerd bezoek) niet achter glas plaatsvindt, nu dat, gelet op het bepaalde in artikel 38, zevende lid, van de Pbw, slechts mogelijk is nadat de directeur overleg heeft gehad met de betreffende bezoeker – de raadsman – en als van de gedetineerde een ernstig gevaar uitgaat voor de veiligheid van de bezoeker. Hiervan is niet gebleken.

Met betrekking tot het visiteren na bezoek merkt de voorzitter nog het volgende op.

Hoewel het visiteren van een gedetineerde is toegestaan op grond van artikel 29 van de Pbw en de GVM-circulaire, merkt de voorzitter op dat dit een uiterst middel betreft omdat het ondergaan hiervan zeer ingrijpend is. Bovendien vindt het bezoek van verzoeker achter glas plaats. Uit de bestreden beslissing komt naar voren dat verzoeker na bezoek (en op indicatie) wordt gevisiteerd. De voorzitter verwijst in dat verband naar de uitspraak van de beroepscommissie RSJ 31 oktober 2016, 16/1523/GA, waaruit volgt dat, indien een gedetineerde structureel vaker dan tweemaal per maand gevisiteerd wordt, sprake is van ontoelaatbare stelselmatige visitatie, waarover het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zich in het verleden heeft uitgelaten (zie bijv. EHRM 4 februari 2003 Van der Ven tegen Nederland en Lorsé e.a. tegen Nederland).

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

Deze uitspraak is op 13 mei 2022 gegeven door mr. M. Keppels, voorzitter, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven