Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0139/GA, 2 april 2008, beroep
Uitspraakdatum:02-04-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Activiteiten  v

Uitspraak

nummer: 08/139/GA

betreft: [klager] datum: 2 april 2008

De beroepscommissie als bedoeld in art. 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Dordtse Poorten,

gericht tegen een uitspraak van 16 januari 2008 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 maart 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is [...], unit-directeur bij voormelde locatie, gehoord.
Klager heeft laten weten niet ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat het klager niet wordt toegestaan op zijn crocs naar de arbeid te gaan.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager wenst zich niet aan de kledingvoorschriften te houden. In de huisregels is onder 14.12 opgenomen dat ‘voor een aantal activiteiten aanvullende regels gelden’. Deze zinsnede beperkt zich niet alleen tot de activiteit, maar stelt impliciet dat dit
ook van toepassing is op het gaan naar de activiteit. Voor de arbeid is dicht schoeisel voorgeschreven. Klager wil op zijn crocs van zijn cel naar de arbeid. Hij moet echter dichte gympen dragen.
Ter zitting is hier nog aan toegevoegd dat de regels zijn opgesteld in het kader van veiligheid en eenduidigheid, alsook in het kader van de controle en beheersbaarheid.
Het is correct dat klager zijn schoenen bij het betreden van de werkzaal moet vervangen door veiligheidsschoenen, maar dat geldt alleen voor de werkzaal waar houtbewerking plaatsvindt. Op andere werkzalen zijn veiligheidsschoenen niet noodzakelijk.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
In de huisregels van de Dordtse Poorten is onder 14.12, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen.
Als gedetineerde dient u correct gekleed te zijn. U dient eventuele aanwijzingen van personeel op te volgen. Voor een aantal activiteiten gelden nog aanvullende regels zoals hieronder vermeld. Onder het kopje arbeid is opgenomen dat dicht schoeisel is
voorgeschreven.
Anders dan de unit-directeur stelt, valt uit deze regelgeving niet af te leiden dat een gedetineerde vanaf het moment van uitsluiten verplicht is zich te houden aan de kledingvoorschriften die gelden voor de activiteit waarnaar hij gaat.
De weigering klager op zijn crocs naar de arbeid te laten gaan, moet in het licht van deze regelgeving onredelijk en onbillijk worden geacht.
Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, dr. M. Kooyman en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 2 april 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven