Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3282/TA, 26 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:26-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/3282/TA

betreft: [klager] datum: 26 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K. Buck, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 november 2007 van de beklagcommissie bij het forensisch psychiatrisch centrum Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting of de Van Mesdagkliniek,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 februari 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. K. Buck, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], directeur
behandelzaken.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de voortzetting van toediening van dwangmedicatie aan klager.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klagers raadsvrouw heeft in beroep het woord gevoerd overeenkomstig haar pleitnota en het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagcommissie heeft ten onrechte geoordeeld dat het toedienen van dwangmedicatie
gerechtvaardigd is. Zij is niet inhoudelijk ingegaan op de door klager aangevoerde argumenten, te weten de strijd met de lichamelijke integriteit, ultimum remedium en de mogelijkheid tot minder ingrijpende sancties. Ten onrechte is de inrichting ervan
uitgegaan dat klager gevaarlijk zou zijn en dat hij zich agressief zou hebben uitgelaten tegenover medepatiënten of sociotherapeuten. De beklagcommissie heeft ten onrechte geen waarde gehecht aan de door klager overgelegde verklaringen van
medepatiënten
en zij is er ten onrechte van uitgegaan dat de verklaringen lijken te bevestigen dat klager niet meer agressief zou zijn sinds hij dwangmedicatie ontvangt. De verklaringen hebben betrekking op het gehele verblijf van negen maanden op de
ontvangstafdeling. De beklagcommissie kan op basis van de in het dossier aanwezige stukken onmogelijk tot de conclusie komen dat klager weinig ziektebesef en inzicht zou hebben. Voorts heeft de beklagcommissie te veel waarde gehecht aan de verklaring
van [...] en [...]. Klager heeft [...] niet te woord gestaan en met [...]. heeft hij ook niet gesproken. Beide hebben op basis van het dossier van de Van Mesdagkliniek advies gegeven. Het advies berust niet op eigen observaties of gesprekken met
klager.
Het is voor klager onbegrijpelijk dat zij zonder hem gesproken te hebben, kunnen komen tot de conclusie dat hij een ernstig gevaar vormt voor zijn eigen gezondheid en de veiligheid van zijn omgeving. Klager maakt zich veel zorgen over de bijwerkingen
van Leponex (werkzame stof: Clozapine). Hij is van mening dat de inrichting te lichtvaardig tot de beslissing is gekomen om dwangmedicatie toe te dienen. Een deugdelijke grondslag voor de toediening van de dwangmedicatie ontbreekt. Verzocht wordt om
het
beroep gegrond te verklaren.

Klager heeft nog toegevoegd dat hij niet ziek is en dat het Pieter Baan Centrum noch andere deskundigen hebben kunnen vaststellen dat hij psychotisch was ten tijde van het plegen van het delict. Er is geen rapportage die tot een dergelijke conclusie
komt.
Het is niet juist dat in het begin in de Van Mesdagkliniek Clozapine geïnjecteerd is. Klager heeft slechts éénmaal een injectie gehad en dat was in de locatie Haarlem. Op papier staat dat klager een dosering zou krijgen van tweemaal 25 mg. per dag maar
hem wordt tweemaal 600 mg. toegediend per dag. Klager krijgt de Clozapine toegediend in tabletvorm. De tabletten worden opgelost in water.

Door het hoofd behandelzaken van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Clozapine is derdelijns medicatie, maar andere medicatie is in het verleden al uitgeprobeerd. Klager heeft langdurig
Risperdal gebruikt, maar dit had te weinig effect op zijn klachten. In de loop van 2007 vonden enkele incidenten plaats, hetgeen tot separatie van klager heeft geleid. Klager was dreigend richting een medepatiënt en een sociotherapeut. Hij maakte op
dat
moment een zeer psychotische indruk. Omdat het delict ook in een psychotische toestand heeft plaatsgevonden, is met klager onderhandeld over verandering van medicatie. Klager was hiertoe niet bereid. Uit rapportage/analyse van interne en onafhankelijke
deskundigen volgt dat klager ten tijde van het plegen van het delict psychotisch was.
Klager is onderzocht door een interne en een externe psychiater en zij concludeerden dat er voldoende sprake van gevaar was om de dwangmedicatie toe te dienen.
De inspectie voor de gezondheidszorg heeft laten weten dat de beslissing om dwangmedicatie toe te passen, voldoet aan de criteria van subsidiariteit en proportionaliteit, gezien het ernstige gevaar voor klagers eigen gezondheid en de veiligheid van
zijn
omgeving. De richtlijnen zijn gevolgd bij het toedienen van dwangmedicatie.
Hoewel de inrichting zich ervan bewust is dat er grote nadelen aan het gebruik van Clozapine zijn verbonden, wordt het middel toch voorgeschreven in verband met de risico’s die anders worden gelopen. Indien Clozapine niet zou worden toegediend zou de
psychose terugkeren en zou er sprake zijn van een herhaling van zetten. Er is geen voornemen om de medicatie af te bouwen. Als er sprake is van twee of meer psychoses dient de medicatie zeer langdurig te worden toegediend. Er is geen enkel alternatief.
Als klager de medicatie niet vrijwillig inneemt, dient de medicatie onder dwang te worden toegepast. Clozapine wordt dagelijks in tabletvorm toegediend. Clozapine bestaat niet in een depotvorm. Gestart is met een dosis van tweemaal 25 mg. die
geïnjecteerd werd en is opgebouwd tot de huidige dosis. De dosering is afhankelijk van de bloedspiegel.

3. De beoordeling
Uit de toelichting door de directeur behandelzaken ter zitting is gebleken dat Leponex (werkzame stof: Clozapine) dagelijks aan klager onder dwang wordt toegediend.
Uit de bij de stukken gevoegde beschikkingen volgt dat éénmaal in de twee weken een beslissing wordt genomen tot toediening van dwangmedicatie aan klager en in deze beschikkingen wordt niet vermeld dat de dwangmedicatie dagelijks wordt toegediend. Naar
het oordeel van de beroepscommissie is echter dagelijks sprake van een beslissing tot toepassing van een gedwongen geneeskundige handeling als vermeld in artikel 26, eerste lid, Bvt en had telkens, alvorens die beslissing wordt genomen, klager
overeenkomstig het bepaalde in artikel 53, eerste lid onder c, Bvt in de gelegenheid gesteld moeten worden om gehoord te worden en had klager overeenkomstig artikel 54, eerste lid onder a, Bvt terzake onverwijld en schriftelijk een met redenen omklede
mededeling dienen te ontvangen. Vaststaat dat dit niet is geschied. De beroeps-commissie zal het beroep derhalve op formele gronden gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen en klagers beklag alsnog formeel gegrond
verklaren en aan klager een tegemoetkoming van € 50,= toekennen.
Overigens is, hoewel door de inrichting is gesteld dat voldaan is aan de eisen als vermeld in artikel 33 tot en met 35 van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden, de vraag opengebleven of telkenmale, dat wil zeggen in klagers geval
dagelijks
aan deze eisen is voldaan.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie dat uit de stukken en de toelichting van het hoofd behandelzaken volgt dat klager bij binnenkomst in de Van Mesdagkliniek aanvankelijk Risperdal (werkzame stof: Risperidon) is voorschreven en vervolgens na een
verblijf van zeven maanden in de inrichting, omdat klager toenemend psychotisch werd bevonden, Leponex is voorgeschreven. Omdat klager veel last had van bijwerkingen zoals hartkloppingen en moeilijkheden met ademhalen, heeft hij geweigerd om
laatstgenoemde medicatie vrijwillig in te nemen en wordt hem tot op heden dagelijks onder dwang Leponex toegediend.
Gelet op de ernst van de bijwerkingen van laatstgenoemde medicatie, hetgeen ook wordt erkend door het hoofd behandelzaken, en gelet op het feit dat geen uitzicht bestaat op vermindering of verandering van deze medicatie waardoor er dus sprake zal zijn
van zeer langdurige dwangmedicatie met Leponex gepaard gaande met een even langdurig verzet van klager, is de beroepscommissie van oordeel dat niet kan worden volstaan met het enkel in de commissie als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van het
Reglement verpleging ter beschikking gestelden de toediening van de dwangmedicatie aan klager te evalueren. Van de inrichting mag verwacht worden dat zij stappen onderneemt om een alternatief voor deze medicatie te zoeken. In het verleden zijn aan
klager verschillende antipsychotica met wisselend succes voorschreven. Nu aan klager al na een verblijf van zeven maanden in de inrichting Leponex is voorgeschreven met het vooruitzicht dat hij dit ondanks de ernstige bijwerkingen levenslang zal dienen
te gebruiken, is de beroepscommissie van oordeel dat de inrichting zich onvoldoende heeft ingespannen om daadwerkelijk tot een alternatief te komen. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat de inrichting over geschoold personeel en over
gebouwelijke faciliteiten beschikt die het mogelijk maken om eventueel gevaar, dat kan ontstaan bij het zoeken naar enig alternatief, beheersbaar te houden. Zij zal klagers beroep materieel gegrond verklaren en ook in zoverre de uitspraak van de
beklagcommissie vernietigen, het beklag alsnog materieel gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 200,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep formeel gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog formeel gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 50,=.
Zij verklaart het beroep tevens materieel gegrond en vernietigt ook in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog materieel gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 200,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven