Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3556/GA, 25 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:25-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/3556/GA

betreft: [klager] datum: 26 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) Torentijd te Middelburg,

gericht tegen een uitspraak van 20 december 2007 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 februari 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, zijn gehoord klager en de heer P.A. Baaijens, unit-directeur bij het h.v.b. Torentijd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel, wegens het niet opvolgen van een opdracht van een p.i.w.-er.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Aan klager is een disicplinaire straf opgelegd van een aantal uren strafcel omdat hij een opdracht van het personeel weigerde uit te voeren. Er is
gekozen voor opsluiting in een strafcel en niet, zoals gewoonlijk na het weigeren van een opdracht, opsluiting in de eigen cel, omdat klager al naar de strafcel was gebracht. Het dienstdoende afdelingshoofd schatte de situatie dreigend in en wilde op
deze wijze de orde en rust op de afdeling herstellen. Klager was verbaal dreigend richting het personeel. Bij de oplegging van de sanctie is terdege rekening gehouden met de omstandigheden waarbinnen de overtreding plaatsvond. De directeur bestrijdt de
suggestie in de uitspraak van de beklagcommissie dat door het personeel een koppeling is gemaakt tussen het meewerken van klager om zijn cel in te gaan in ruil voor het (tijdig) verstrekken vande medicatie. De beklagcommissie neemt ten onrechte een
standpunt in over de medische toestand van klager. De beklagcommissie is niet bevoegd een standpunt in te nemen of de medicatie te laat is ingenomen en daarmee een onnodig risico is genomen door de arts/verpleegkundige. De medische dienst achtte het
verantwoordelijk om de medicatie een dag over te slaan. De medicatie was niet in de inrichting voorhanden.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager ontkent dat hij dreigend was. Hij is vrijwillig zijn cel ingegaan. Het was niet nodig om versterking op te roepen. De versterking kwam overigens
nadat klager zijn cel inging. Klager heeft drie momenten gemist waarop hij de medicatie diende in te nemen. Klager kreeg geen enkele toezegging dat er iets aan gedaan zou worden.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk geworden dat door het personeel een koppeling is gemaakt tussen het meewerken van klager om zijn cel in te gaan in ruil voor het (tijdig) vertrekken van de medicatie. Reeds deze omstandigheid betekent naar
het oordeel van de beroepscommissie dat het bestraffen van klager op de grond dat hij in een gesprek met een p.i.w.-er over de verstrekking van de medicatie niet (onmiddellijk) een opdracht om in zijn cel te gaan opvolgde, onbillijk is. Hetgeen in
beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie dan ook niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. dr. H.K. Fernandes Mendes en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 26 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven