Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0421/GV, 25 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:25-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/421/GV

betreft: [klager] datum: 25 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.D. Onland, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 februari 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Ten onrechte is overwogen dat het niet meewerken door klager aan het TR-traject als consequentie heeft dat klager niet in aanmerking komt voor vrijheden. Klager kan zich hier absoluut niet mee
verenigen,
temeer nu het OM en de politie in principe akkoord zijn gegaan met het verlenen van verlof, al dan niet onder het stellen van een bijzondere voorwaarde. Mede gelet op het strafrestant, is het van essentieel belang dat aan klager verlof wordt verleend
om
de terugkeer in de samenleving voor te bereiden.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het verzoek om algemeen verlof is afgewezen omdat klager op grond van de nieuwe procedure Terugdringen Recidive is gescreend. Uit een bij klager afgenomen Risc is gebleken dat
het risico op recidive hoog is. In een ten behoeve van klager opgesteld re-integratieplan wordt een langdurig traject aanbevolen, beginnend bij een klinische opname. Omdat klager van mening is dat hij op grond van artikel 43 Pbw naar stichting De
ontmoeting kan, wuift hij ieder andere mogelijkheid weg. Dit is voor hem onbespreekbaar. Klager stelt zich in zijn houding naar de trajectbegeleider niet begeleidbaar op. Hierdoor kan het recidivegevaar zoals dat is geconstateerd, niet gereduceerd
worden. De kans op herhaling blijft onverkort aanwezig. Gelet hierop is het verzoek om verlof afgewezen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Zutphen heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Almelo gaat akkoord met verlofverlening, mits klager geen contact legt met het slachtoffer.
De
politie Utrecht heeft geen bezwaar tegen verlofverlening.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens diefstal met geweld of bedreiging. Aansluitend wordt een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden tenuitvoer gelegd. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of
omstreeks 8 augustus 2008. Aansluitend dient hij eventueel een (subsidiaire) hechtenis van in totaal 82 dagen te ondergaan, waaronder 69 dagen op grond van de Wet Terwee en 7 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving
verkeersvoorschriften te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Uit de stukken komt naar voren dat klagers deelname aan het TR-traject is beëindigd omdat hij niet meewerkt aan de uitvoering van zijn reïntegratieplan. De beroepscommissie stelt vast dat de wet aan gedetineerden niet de verplichting oplegt om mee te
werken aan TR. De enkele weigering
om mee te werken kan daarom geen grond vormen de aanvraag voor algemeen verlof af te wijzen.
Ook de omstandigheid dat klager hoog scoort bij de door hem afgenomen Risc, vormt geen zelfstandige grond het algemeen verlof te weigeren. Door de Staatssecretaris zijn geen feiten of omstandigheden aangevoerd die er verder toe dwingen klagers
verlofaanvraag af te wijzen. Het beroep is derhalve gegrond en de Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak, binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. De
beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 25 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven