Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6687/GA, 4 mei 2022, beroep
Uitspraakdatum:04-05-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer           R-20/6687/GA     

Betreft              [klager]

Datum              4 mei 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de inbeslagname van (zo begrijpt de beroepscommissie) de harde schijf uit klagers Xbox 360 (hierna ook: Xbox).

De beklagrechter bij de PI Arnhem heeft op 2 april 2020 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (A-2020-182). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. A.A. Dooijeweerd, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Arnhem (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten. De beroepscommissie heeft op 21 juli 2021 de directeur verzocht om nadere inlichtingen. Op 10 augustus 2021 zijn van de directeur nadere inlichtingen ontvangen. Naar aanleiding daarvan heeft de beroepscommissie op 7 oktober 2021 verzocht om aanvullende inlichtingen die – na een gehonoreerd verzoek om uitstel – op 9 november 2021 zijn ontvangen. Klager en zijn raadsman zijn in de gelegenheid gesteld om op die nadere inlichtingen te reageren. Klagers raadsman heeft daar per e-mail van 25 november 2021 op gereageerd.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De inbeslagname van de harde schijf van klagers Xbox 360 is een maatregel die klager treft en waartegen beklag openstaat, temeer nu sprake is van een recht – en geen gunst – dat klager toekomt. Klager is dan ook ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag.

Klager betwist dat sprake is van veiligheidsrisico’s met betrekking tot het gebruik van de Xbox nu niet is gebleken welk onderzoek er is verricht en welke risico´s er ten opzichte van klager of zijn Xbox zijn. Ook is niet gebleken dat ten tijde van het verspreiden van de memo van 2 maart 2020 onderzoek was gedaan naar de gesuggereerde veiligheidsrisico´s. Het onderzoeksrapport dateert van 10 maart 2020 en heeft betrekking op Xboxen uit de PI Zutphen, terwijl klager in de PI Arnhem verbleef. De inrichting trekt in de schriftelijke reactie conclusies uit het onderzoeksrapport, die niet uit het onderzoeksrapport blijken. De conclusie van het onderzoek is immers dat er geen content is aangetroffen die in strijd is met de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) en het Wetboek van Strafrecht (WvSr). Het is niet mogelijk om met de onderzochte Xboxen  internetverbinding te maken. Wel is geconstateerd dat er op 11 Xboxen type 360 functionele USB-poorten aanwezig waren en dat met een wifimodule alsnog internetverbinding zou kunnen worden gemaakt. Dan is het wel nodig dat een dergelijke wifimodule ook daadwerkelijk de PI wordt binnengesmokkeld en dat die module daarna ook echt in gebruik wordt genomen. Niet is gebleken dat klager een dergelijke Xbox had, dat hij een dergelijke wifimodule had dan wel dat hij een dergelijke wifimodule de inrichting heeft laten binnensmokkelen.

Door de directie is in de reactie van 9 november 2021 gesteld dat er door het Security Operations Center (SOC) nog een telefonische aanvulling zou zijn gegeven op het rapport door de onderzoeker. Daaruit zou zijn gebleken dat er met spelcomputers geknoeid zou zijn, dat verzegelingen niet meer intact zouden zijn waardoor communicatie mogelijk zou zijn en dat er zelfs kinderporno zou zijn aangetroffen. Dit wordt betwist nu elke onderbouwing daarvoor ontbreekt.

De maatregel is voorbarig en onterecht genomen. Bovendien dragen de onderzoekers een oplossing aan waarmee voorkomen kan worden dat via een wifimodule contact kan worden gemaakt met het internet. Onduidelijk blijft waarom van deze oplossing geen gebruik is gemaakt.

Tevens is niet gebleken van de noodzaak tot inbeslagname van de harde schijf van klagers Xbox. Door deze, zonder onderbouwing en grondslag, in beslag te nemen is inbreuk gemaakt op klagers eigendomsrecht.

Daarnaast is onvoldoende rekening gehouden met de omstandigheid dat klager beperkingen heeft als gevolg van ADHD en een stoornis in het autistisch spectrum, waardoor het zich kunnen terugtrekken met een Xbox erg belangrijk voor hem is.

Verzocht wordt om de uitspraak van de beklagrechter te vernietigen en de geheugenkaart aan klager te retourneren, dan wel de Xbox met geheugenschijf bij zijn persoonlijke spullen te voegen of aan zijn familie te geven, dan wel aan klager een tegemoetkoming toe te kennen ter waarde van een volledig bruikbare Xbox met harde schijf en spellen, te weten €300,-.  

Standpunt van de directeur

Klagers klacht ziet op een algemene, voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende beleidsregel, waartegen in beginsel geen beklag openstaat. Dit is slechts anders indien die regeling in strijd zou zijn met hogere wet- of regelgeving. Daarvan is hier geen sprake.

Voorafgaand aan de invoer van een Xbox in de inrichting haalt de firma Strijbosch (hierna: Strijbosch) - afhankelijk van het type Xbox - de wifimodule uit de computer en de 5-voltaansluiting uit de USB. Als de Xbox een harde schijf heeft, wordt deze geformatteerd. Vervolgens worden de ingangen dichtgelijmd. De door Strijbosch verrichte aanpassingen kunnen niet bij alle type Xboxen ongedaan gemaakt worden en de kosten daarvan zijn afhankelijk van de werkzaamheden die Strijbosch moet verrichten voor het verzegelen.

Door het SOC is op verzoek van de PI Arnhem onderzoek gedaan naar de harde schijven van Xboxen. Het SOC heeft telefonisch aangegeven dat gedurende een bepaalde periode 41 Xboxen en 2 Playstations zijn onderzocht, waarvan bleek dat er met 38 spelcomputers was ‘geknoeid’. De verzegelingen waren niet meer intact, waardoor communicatie mogelijk zou zijn. Er werd zelfs kinderporno aangetroffen op de harde schijven.

Vervolgens is door de PI Zutphen verzocht om aanvullend onderzoek. Uit dit – overgelegde - landelijke onderzoek van het SOC van 10 maart 2020 (hierna: Onderzoeksrapport Zutphen) is gebleken dat er sprake is van veiligheidsrisico´s rondom het gebruik van Xboxen. Deze veiligheidsrisico´s zien op voortgezet crimineel handelen in verband met communicatie via het internet. De risico´s hebben met name betrekking op de harde schijven van de Xboxen, maar bij sommige typen Xbox gaat het om de harde schijf in combinatie met de Xbox, aldus de directie. Uit het onderzoek is gebleken dat met de Xbox internetverbinding gemaakt kan worden. Dat ondanks de verzegeling en overige getroffen maatregelen internetverbinding gemaakt kan worden komt doordat gedetineerden de verzegelingen verbreken, waardoor er toegang ontstaat tot de harde schijven (en overige data/wifi aangelegenheden/opslagplaats). Daarmee kan connectie tot stand worden gebracht met een wifimodule en kan data worden opgeslagen. De Xbox in combinatie met een wifimodule en overige wifimogelijkheden resulteert in communicatiemogelijkheden. Naar dit Onderzoeksrapport Zutphen wordt verwezen in de memo van 2 maart 2020 die klager heeft ontvangen.

Vanwege de veiligheidsrisico´s heeft de PI Arnhem besloten niet langer Xboxen binnen de inrichting toe te staan. De directeur heeft daarbij gebruik gemaakt van zijn discretionaire bevoegdheid. Gelet op de verontrustende uitslag van het Onderzoeksrapport Zutphen is op voorhand besloten om actie te ondernemen en niet eerst de wijziging van de landelijke Regeling voorwerpen op cel af te wachten. De harde schijven zijn toen ter onderzoek eerder in beslag genomen dan de Xboxen. Na het verspreiden van de memo had men twee weken de tijd om de Xbox en bijbehorende attributen en spellen uit te voeren. De harde schijf is teruggegeven aan klager, waarna deze samen met de Xbox uitgevoerd moest worden. De Regeling voorwerpen op cel is per 16 juli 2020 zo aangepast dat – kortgezegd – elektronica geen datadrager mag zijn.

Onder voormelde bevoegdheid heeft de directeur aan klager een compensatie toegekend van €60,-, om de kosten van de verzegeling te dekken.

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid

De beroepscommissie begrijpt klagers klacht zo dat hij zich beklaagt over het in beslag nemen – en houden – van de harde schijf van zijn Xbox na een spitactie in december 2019. Gelet hierop is naar het oordeel van de beroepscommissie sprake van een door of namens de directeur genomen beslissing waarover op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw geklaagd kan worden. De uitspraak van de beklagrechter zal daarom worden vernietigd en klager zal alsnog ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag. De beroepscommissie zal het beklag wegens proceseconomische redenen zelf inhoudelijk afdoen.

Inhoudelijk

Uit artikel 45, eerste lid, van de Pbw volgt dat in de huisregels kan worden bepaald dat het bezit van bepaalde soorten voorwerpen binnen de inrichting of een bepaalde afdeling daarvan verboden is indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting, dan wel de beperking van de aansprakelijkheid van de directeur voor de voorwerpen.

In artikel 5, eerste lid, van de Pbw staat dat de directeur, in aanvulling op de bij of krachtens deze wet gegeven regels en met inachtneming van het dienaangaande door Onze Minister vast te stellen model en door deze te geven aanwijzingen, huisregels voor de inrichting of afdeling vaststelt.

Onderdeel 6.5.2. van de – destijds geldende – huisregels van de PI Arnhem luidt, voor zover van belang, als volgt:

´6.5.2. Toegestane voorwerpen in de inrichting

Het is aan u toegestaan onder uw berusting te houden:

(…) Persoonlijke zaken:

(…) 1 verzegelde Game qube of Playstation 1 of Xbox 360 (zonder zend-, ontvangst- en dataopslag- mogelijkheden, of waarvan deze mogelijkheden onklaar zijn gemaakt) met maximaal 10 computerspelletjes; noodzakelijke kabels en max. 2 verzegelde controller(s) (2 controllers bij een meerpersoonscel);

(…) Uitzonderingen:

1. De directeur kan op grond van het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting, dan wel de beperking van zijn aansprakelijkheid voor de voorwerpen, bepalen dat u een of meer van voornoemde voorwerpen niet (langer) onder uw berusting mag houden. 2. (…).´

De beroepscommissie leidt uit de stukken af dat de directeur in december 2019 gebruik heeft gemaakt van zijn (discretionaire) bevoegdheid om af te wijken van het uitgangspunt dat een verzegelde Xbox in de inrichting is toegestaan door de harde schijf uit klagers Xbox in beslag te nemen en deze vervolgens in beslag te houden.

Ter rechtvaardiging van deze beslissing heeft de directeur achteraf enerzijds verwezen naar het overgelegde rapport van het SOC van 10 maart 2020 (Onderzoeksrapport Zutphen) en anderzijds naar (toekomstig) landelijk beleid inzake toegestane voorwerpen op cel dat op dit punt zou zijn aangepast waardoor met ingang van 16 juli 2020 in elk geval in de PI Arnhem elektronica geen datadrager meer mag zijn.

Uit het Onderzoeksrapport Zutphen blijkt dat het onderzoek dat is gedaan door SOC ziet op de vraag of er via de Xbox 360 verbinding kan worden gemaakt met het internet. Het onderzoek heeft als resultaat opgeleverd dat dit blijkt te kunnen onder bepaalde voorwaarden en dat dit alleen kan worden voorkomen als zowel de connectiepoort van de wifimodule alsook alle USB-poorten fysiek onklaar worden gemaakt. Op de onderzochte Xboxen (van de PI Zutphen) is geen content aangetroffen die in strijd is met de Pbw of het WvSr. In het onderzoeksrapport staat tevens vermeld dat een harde schijf normaliter in de Xbox zit omdat dit anders niet ten goede komt aan de functionaliteit, maar dat als deze eruit is gehaald, het eenvoudig is om in de ontstane ruimte bijvoorbeeld een datadrager in de vorm van een telefoon te verstoppen.

De beroepscommissie stelt voorop dat een rapport uit maart 2020 niet de grondslag kan vormen voor de inbeslagneming en -houding vanaf december 2019. Voorts wordt geconstateerd – anders dan de directie stelt - dat uit het Onderzoeksrapport Zutphen niet blijkt dat de harde schijf van de Xbox op zich genomen veiligheidsrisico´s met zich brengt. Op de uit de PI Zutphen afkomstige onderzochte harde schijven is voorts geen content aangetroffen die in strijd is met de Pbw of het WvSr zodat ook daarin geen argument achteraf kan worden gevonden voor de inbeslagneming van de harde schijven in de PI Arnhem reeds in december 2019. De directeur heeft in het kader van het hiervoor genoemde ‘toekomstig landelijk beleid’ een ‘overzicht voorwerpen op cel (per justitiabele)´ ingebracht. De beroepscommissie heeft dit document, waaruit niet kan worden afgeleid door wie het is opgesteld en per welke datum het zou gelden, niet kunnen herleiden tot (landelijk) bestaand beleid.

Ten aanzien van de inbeslaggenomen harde schijf van klager is niets concreets vastgesteld, gesteld noch gebleken is dat hier content op is aangetroffen die in strijd is met de Pbw of het WvSr, het is zelfs niet duidelijk geworden of de harde schijf überhaupt is onderzocht. De informatie die door het SOC op enig niet nader aangeduid moment telefonisch aan de PI zou zijn verstrekt over harde schijven waarmee zou zijn ‘geknoeid’, maakt dat niet anders nu deze informatie noch verifieerbaar noch onderbouwd is.

De beroepscommissie is van oordeel dat niet duidelijk is geworden wat de grondslag was voor het in december 2019 in beslag nemen en vervolgens tot in maart 2020 in beslag houden van de harde schijf van klagers Xbox, nu niet aannemelijk is geworden dat dit noodzakelijk was voor de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting.

Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat het beklag gegrond verklaard dient te worden. Nu de gevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan te maken zijn ziet de beroepscommissie aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. De beroepscommissie overweegt hierbij dat een tegemoetkoming is bedoeld voor het door klager ondervonden ongemak voor het gedurende de periode van inbeslagname niet kunnen gebruiken van zijn Xbox. Voor een volledige schadevergoeding kan klager een verzoek doen aan de directeur of zich richten tot de civiele rechter. De tegemoetkoming wordt vastgesteld op €25,-.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €25,-.

Deze uitspraak is op 4 mei 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. S. Bijl en mr. A. Jongsma, leden, bijgestaan door mr. D. Boessenkool, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven