Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0332/GV, 7 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/332/GV

betreft: [klager] datum: 7 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 januari 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Klagers verlofaanvraag is goedgekeurd door de directeur van de inrichting en door de politie. Ook het verlofadres - hij zal zijn verlof doorbrengen bij zijn tante - is goedgekeurd. Alleen het advies van de
officier van justitie is negatief. Klager wil nooit meer iets te maken hebben met de slachtoffers of minderjarigen. Klager is voor december 2007 nooit eerder in contact geweest met minderjarigen. Het is niet klagers schuld dat hij in contact met hen is
gekomen, omdat zij zich begaven op een datingsite voor volwassenen. Klager is in de fout gegaan toen een van de slachtoffers aangaf niet achttien jaar te zijn, maar veertien jaar oud en klager dit contact niet heeft afgekapt. Klager heeft er oprecht en
ontzettend veel spijt van. Hij wil zijn leven beteren en nooit meer op welke manier dan ook in contact komen met minderjarigen. Hij zal psychologische hulp aannemen en gaat actief op zoek naar werk, huisvesting, schuldsanering e.d. Hij heeft daarbij
ook hulp nodig in de zin van verlofverlening. Klager zit al tien van de zestien maanden vast en vraagt zich af hoe lang ze hem nog willen vasthouden zonder hem verlof te verlenen.
De slachtoffers wonen meer dan 100 km. van zijn verlofadres. Hij zal nooit meer contact met hen opnemen en de slachtoffers tot de laatste cent betalen. Klager heeft spijt van het hele gebeuren en het feit dat hij de slachtoffers en hun familie veel
pijn
heeft gedaan. Hij wil zijn leven beteren en gaan werken aan de toekomst. Bij je leven beteren hoort ook verlof. Klager zal elke vorm van criminaliteit voorgoed afzweren.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is veroordeeld wegens het plegen van ontuchtige handelingen bij een meisje van 14 en een meisje van 16. Bovendien zou hij het 14-jarige meisje hebben bedreigd via sms-berichten. Tevens zou klager hebben gehandeld in strijd met de opiumwet en
diefstallen hebben gepleegd.
Klager geeft aan via een datingsite voor volwassenen met zijn slachtoffers in contact te zijn gekomen, maar erkent dat hij seksueel contact heeft gehad terwijl hij wist dat zij beide minderjarig waren. De uitgebrachte adviezen geven geen duidelijkheid
omtrent de buitensituatie. Zo is er niets bekend omtrent de positie van het verlofadres ten opzichte van de woonsituatie van de slachtoffers. Over eventuele slachtofferconfrontatie kan niets gezegd worden. Daarbij kan het verlenen van verlof aan een
dader van een dergelijk delict maatschappelijke onrust veroorzaken in de maatschappij. Zodra er duidelijkheid is over de buitensituatie kan er mogelijk bij een volgende verlofaanvraag een andere beslissing genomen worden.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het huis van bewaring Krimpen aan den IJssel heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag op basis van zijn gedrag in de inrichting.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Rotterdam heeft aangegeven dat klager onder meer is veroordeeld wegens het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarige meisjes. Dit soort delicten zorgt in de samenleving voor gevoelens
van onveiligheid en angst. Slachtoffers van dergelijke delicten ondervinden hiervan vaak nog lange tijd de psychisch nadelige gevolgen.
De politie Rotterdam-Rijnmond heeft positief geadviseerd met betrekking tot het verlofadres en de beveiliging van de samenleving. Met betrekking tot eventuele confrontaties met slachtoffers kan geen uitspraak worden gedaan.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek, wegens het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 21 augustus 2008.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vier verlofaanvragen indienen.

Blijkens het advies van de officier van justitie is verlofverlening niet toelaatbaar, gelet op de aard en de ernst van het delict en de daaruit voortvloeiende maatschappelijke onrust, voor met name de slachtoffers en hun leefomgeving. Het hoofd
Coördinatiebureau TR Rijnmond heeft aangegeven dat er nog geen Risc bij klager is afgenomen, terwijl de uitslag hiervan noodzakelijk is teneinde het eventuele recidiverisico in te schatten. De beroepscommissie is van oordeel dat het enkele feit dat er
nog geen Risc is afgenomen aan het verlenen van verlof niet in de weg hoeft te staan. Daarbij komt dat de ontstane vertraging in het afnemen van de Risc niet aan klager kan worden verweten. Voorts heeft klager aangegeven dat de slachtoffers meer dan
100
km van het, overigens door de politie goedgekeurde, velofadres wonen. Door de Staatssecretaris wordt dit niet bestreden, noch is er nader onderzoek gedaan naar de verblijfplaats van de slachtoffers. In de bestreden beslissing is voorts niet overwogen
of
aan een eventueel te verlenen verlof een voorwaarde verbonden zou kunnen worden dat klager geen contact met de slachtoffers zal zoeken.
De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Aan de Staatssecretaris zal worden opgedragen om binnen twee weken na ontvangst van de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen, met inachtneming van deze
uitspraak. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing nog ongedaan kunnen worden gemaakt, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor toekenning van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 7 maart 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven