Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2569/GA, 20 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:20-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2569/GA

betreft: [klager] datum: 20 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.H.J. Plass, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 september 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij de Gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 februari 2008, gehouden in de Penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman voornoemd, en [...], unit-directeur van de Gevangenis/ISD Nieuw Vosseveld.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering van diverse vrijheden aan klager en het niet mogen deelnemen aan onderwijs, omdat klager niet wil meewerken aan het traject Terugdringen Recidive (TR).

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft geen verlofaanvraag kunnen indienen, omdat het b.s.d. van de inrichting hem vertelde dat dat niet kon. Op die manier zou hij nooit in aanmerking voor verlof komen en zou hij zich hier nooit over kunnen beklagen. Klager zou een concrete
beslissing omtrent een weigering tot verloftoekenning moeten uitlokken. TR is bedoeld voor de terugkeer van de gedetineerde naar de maatschappij. Men moet hiertoe gemotiveerd zijn en meedoen aan een totaaltraject. Hier voelde klager niets voor. Met
betrekking tot zijn strafzaak was er sprake van dat klager mogelijk vrij zou komen, maar inmiddels is het vonnis in eerste aanleg bevestigd in hoger beroep en is klager in cassatie gegaan. Klager is een ontkennende verdachte. Hij had speciaal om
overplaatsing gevraagd om de opleiding tot heftruckchauffeur te kunnen volgen in Vught. Hij had hierover voorlichting gehad van de onderwijzeres in Arnhem waar hij daarvoor verbleef. Klager had ook al naar een beperkt beveiligde inrichting gekund, maar
had daar niet voor gekozen. Als hij had geweten van de problemen in Vught, had hij het nooit gedaan. Klager hoort niet thuis op een TR-afdeling. TR betekent terugdringen van recidive, dat kan niet als je onschuldig bent. Klager heeft een jaar in Vught
verbleven. Er is veel vraag naar heftruckchauffeurs, er vindt veel transport plaats in klagers woonomgeving. Klager verblijft thans in Grave en volgt een opleiding over veiligheid in de bouw. Deze opleiding zit niet in het TR-programma.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Aan gedetineerden met een strafrestant van meer dan vier maanden wordt TR aangeboden. Zeg je hier nee tegen, dan wordt je als weigeraar aangemerkt en in een basisregime geplaatst. Gemotiveerden worden gefaciliteerd. Klager weigert de Risc, omdat hij
niet over zijn strafzaak wenst te praten. Het is mogelijk om in de Risc dat deel buiten beschouwing te laten. Dit is ook besproken met klager. De opleiding tot heftruckchauffeur hoort bij het programma van de TR-kandidaten. Als klager al zou deelnemen
aan TR, is het nog niet duidelijk of de opleiding bij hem past. Op de basisafdeling waar je als TR-weigeraar wordt geplaatst, is er de mogelijkheid tot het volgen van onderwijs maar dit is niet opgenomen in het dagprogramma. Er wordt ad hoc gekeken
naar
de onderwijsbehoefte van een gedetineerde. Er zijn bijvoorbeeld schriftelijke cursussen mogelijk. Op de TR-afdeling van unit 3 zit onderwijs wel in het dagprogramma. Het b.s.d. van de inrichting heeft klager uitgelegd dat bij een TR-weigeraar alleen
plaatsing in een b.b.i. zonder verlof mogelijk is. Als een gedetineerde weigert aan zijn terugkeer te werken, is er twijfel aan het vertrouwen in een goed verloop van het verlof. Het draaiboek TR is een handleiding die van bovenaf is ingevoerd. De Risc
is een diagnose-instrument waaruit een plan van aanpak rolt waaraan in Vught kan worden gewerkt. De betreffende functionaris heeft gezegd dat het mogelijk is om de delen betreffende de strafzaak uit de Risc te laten.

3. De beoordeling
Voor zover klager zich beklaagt over het feit dat hem diverse vrijheden worden geweigerd en over de verkeerde voorlichting die hem in de inrichting in Arnhem over de opleiding in Vught is gegeven, kan hetgeen in beroep naar voren is gebracht niet tot
een ander oordeel dan dat van de beklagrechter leiden. De uitspraak zal in zoverre worden bevestigd.

Met betrekking tot de weigering van deelname aan onderwijs geldt het volgende.
De beroepscommissie stelt voorop dat de enkele weigering van deelname aan TR onvoldoende grond is om deelname aan een opleiding af te wijzen. Gelet op de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, is de organisatie van het onderwijs in de
p.i. Vught als volgt. TR-gemotiveerden worden gefaciliteerd en onderwijs, waaronder in voorkomende gevallen het volgen van een opleiding tot heftruckchauffeur, maakt deel uit van het dagprogramma. TR-weigeraars worden op een basisafdeling geplaatst
waar
onderwijs geen onderdeel uitmaakt van het dagprogramma, maar ad hoc naar de onderwijsbehoefte van een gedetineerde wordt gekeken en het volgen van bijvoorbeeld schriftelijke cursussen mogelijk is. Hiermee wordt naar het oordeel van de beroepscommissie
voldaan aan het recht op het volgen van onderwijs zoals is neergelegd in artikel 48 van de Pbw. Klager, die deelname aan TR weigert, is om die reden geplaatst op de basisafdeling en deelname aan de opleiding tot heftruckchauffeur geweigerd. De
beroepscommissie is van oordeel dat deze beslissing, gelet op de organisatie van het onderwijs in de p.i. Vught, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Daarbij zij opgemerkt dat
indien klager wel zou deelnemen aan TR, uit een intake nog steeds zijn geschiktheid voor de opleiding zou moeten blijken. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 20 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven