Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/23809/GM, 4 april 2022, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer           21/23809/GM

Betreft              [Klager]

Datum              4 april 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij niet of niet tijdig een afspraak met een psychotherapeut heeft kunnen maken en dat zijn astmamedicatie niet tijdig is verstrekt.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager gehoord op de digitale zitting van 28 januari 2022. De inrichtingsarts is niet op de zitting verschenen.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

In de reactie op het beroep worden diverse redenen gegeven dat de afspraak met de psychotherapeut geen doorgang kon vinden. Aan de hand van de door klager meegestuurde voortgangsrapportages kloppen die redenen niet. Op 4 juni 2021 had klager een afspraak met de psychotherapeut, maar deze heeft geen doorgang kunnen vinden omdat klager betrokken zou zijn bij een incident. Dit klopt niet. Op die datum heeft er geen incident plaatsgevonden waarbij klager betrokken zou zijn geweest. In het voortgangsrapport staat dat de afspraak van 4 juni 2021 niet is doorgegaan, maar er is geen reden vermeld. Op 8 juni 2021 is de psychotherapeut niet bij klager geweest om met hem een nieuwe afspraak te maken. In het voortgangsrapport wordt dit bevestigd. In het verweer wordt echter geschreven dat de psychotherapeut wel bij klager is geweest. Het stoort klager dat er veel achter zijn rug om wordt gecommuniceerd, terwijl er niet met hemzelf wordt gesproken. Als er al met klager wordt gesproken, krijgt hij op het laatste moment te horen dat de afspraak niet door kan gaan.

Klager moest op afgesproken tijden zijn astmamedicatie ophalen. Dit was voor hem niet mogelijk, vanwege miscommunicatie binnen de inrichting. Klager heeft ruim twee maanden zonder medicatie gezeten. Hij wil deze medicatie ook op cel hebben, zodat hij een benauwdheidsaanval kan voorkomen. Hij zat eerder in een zogenaamd risicoregime in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC). Daar mocht hij wel de medicatie op cel hebben. Hij verblijft nu in een regulier regime en daar wordt hem dat niet toegestaan.

Standpunt van de inrichtingsarts

Op 21 mei 2021 heeft de psychotherapeut aan klager laten weten dat de volgende behandelsessie op 4 juni 2021 zou plaatsvinden. Klager zou in deze periode één week geen behandelsessie hebben, omdat de psychotherapeut op vakantie was. Op 4 juni 2021 is de psychotherapeut volgens afspraak naar klager toegegaan. Bij aankomst bleek klager in gesprek te zijn met een personeelslid van de afdeling. Dit gesprek diende voor te gaan, omdat het plaatsvond in het kader van een incident waar klager bij betrokken was.

De psychotherapeut heeft met klager afgesproken dat de afspraak verzet zou worden naar 8 juni 2021. Op 8 juni 2021 kreeg de psychotherapeut te horen dat de geplande afspraak niet door kon gaan, omdat klager een geplande activiteit in het dagprogramma had. De afspraak is in overleg met het afdelingspersoneel verzet naar 11 juni 2021. Op 11 juni 2021 verbleef klager in een afzonderingscel, in verband met een incident waarbij klager betrokken was geweest. De psychotherapeut heeft met klager de afspraak gemaakt dat wanneer klager weer op de afdeling zou verblijven, zij hem komt bezoeken om een nieuwe vaste afspraak te maken. De psychotherapeut heeft uitgelegd dat de behandelsessies niet meer op het vaste tijdstip kunnen plaatsvinden, omdat klager op een andere unit verblijft.

In overleg met de afdeling is een afspraak gemaakt op 22 juni 2021. Bij het maken van deze afspraak heeft de psychotherapeut aan het afdelingspersoneel laten weten dat zij klager kort zou bezoeken. Het bezoek was bedoeld om een nieuwe vaste behandelafspraak in te plannen. Dit was in overeenstemming met wat zij aan klager had laten weten toen hij in afzondering verbleef.

Op 22 juni 2021 is de psychotherapeut volgens afspraak bij klager geweest om een nieuwe vaste behandelafspraak in te plannen. Maar klager ging ervan uit dat de psychotherapeut voor een behandelsessie was gekomen. Klager reageerde door te zeggen dat het allemaal te lang had geduurd en dat hij de psychotherapeut niet meer wilde zien. De psychotherapeut heeft geprobeerd aan klager uitleg te geven, maar klager stond niet meer open voor enig gesprek met de behandelaar. De behandelaar heeft klager een week later tweemaal bezocht om opnieuw te proberen het gesprek aan te gaan. Uiteindelijk heeft klager toch ingestemd met het hervatten van de behandelsessies en zijn deze weer opgestart. 

Het verzoek van klager om inhalatiemedicatie op cel te hebben is niet gehonoreerd. Dit is in overeenstemming met de beleidsregels van het PPC, waar klager verbleef ten tijde van het indienen van de klacht.

 

3. De beoordeling

Afspraak met de psychotherapeut

Uit het dossier volgt dat klager meerdere afspraken had met de psychotherapeut. Ook staat vast dat verschillende afspraken om uiteenlopende redenen geen doorgang hebben kunnen vinden. In de reactie op het beroepschrift is door de psychotherapeut uitgelegd hoe het is gekomen dat afspraken niet konden doorgaan. De beroepscommissie heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van deze inlichtingen. Niet alle door de psychotherapeut opgegeven redenen worden door de voortgangsrapportage ondersteund. Maar hieraan kan niet de conclusie worden verbonden dat de psychotherapeut onzorgvuldig heeft gehandeld. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de psychotherapeut zich voldoende ingespannen om nieuwe afspraken in te plannen en heeft zij regelmatig met klager contact gehad om hem hierover te informeren.

Het handelen van de inrichtingsarts kan niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). De beroepscommissie zal het beroep daarom in zoverre ongegrond verklaren.

Het niet (tijdig) verstrekken van astmamedicatie

Klager stelt – onweersproken – dat hij ruim twee maanden geen astmamedicatie heeft ontvangen, terwijl hij deze medicatie nodig heeft om benauwdheidsaanvallen te voorkomen en te gebruiken tijdens een benauwdheidsaanval. Niet is gebleken dat er een goede reden was om deze medicatie te laat aan klager te verstrekken.

Klager mocht deze medicatie niet op cel hebben. In reactie op het beroepschrift heeft de inrichtingsarts aangevoerd dat er geen medische indicatie is voor het op cel aanwezig hebben van (dergelijke) medicatie, wat volgens de inrichtingsarts in lijn is met het beleid van het PPC. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de inrichtingsarts daarmee niet voldoende onderbouwd waarom klager zijn astmamedicatie niet op cel aanwezig mocht hebben. Hierbij is van belang dat zonder nadere uitleg, die ontbreekt, niet duidelijk is dat en waarom het beleid van het PPC inhoudt dat dergelijke medicatie niet op cel mag worden bewaard.

Gelet op het voorgaande moet het handelen van de inrichtingsarts worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Pbw. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal deze vaststellen op €50,-.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het niet of niet tijdig kunnen maken van een afspraak met de psychotherapeut ongegrond.

De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €50,-.

Deze uitspraak is op 4 april 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. M.P. Frankenhuis en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven