Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3073/GM, 17 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:17-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/3073/GM

betreft: [klager] datum: 17 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zuyderbos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 6 november 2007 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 31 januari 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Rijnmond te Krimpen aan den IJssel, is gehoord klager, bijgestaan door een tolk Turks.

De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zuyderbos heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 16 oktober 2007, houdt in dat klager ten onrechte arbeidsgeschikt is verklaard.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Hij is sinds 1993 voor 80% afgekeurd om psychische redenen en niet in staat om te werken. Hij ontvangt een WAO-uitkering. Hij gebruikt medicijnen op voorschrift van zijn psychiater [...], te weten:
Normison
20 mg, Tryptizol 75 mg en Seresta 50 mg. Tryptizol en Normison gebruikt hij ’s avonds en voor het naar bed gaan en Seresta gebruikt hij als hij veel klachten heeft. Hij kwam uit het huis van bewaring Schutterswei, waar hij vijf maanden gedetineerd was
en kreeg bij binnenkomst in Zuyderbos Temazepam 10 mg en Tryptizol 75 mg om de dag. Na twee maanden heeft de inrichtingsarts andere medicijnen voorgeschreven in verband met problemen met de urinewegen. Klager heeft gevraagd of hij weer Tryptizol
voorgeschreven kon krijgen, maar hij heeft het misschien niet goed uitgelegd en de vrouwelijke inrichtingsarts heeft geweigerd om het voor te schrijven. Klager wilde de oorspronkelijke medicatie terug omdat hij zich heel erg ziek voelde. Klager kan
bepaalde werkzaamheden psychisch niet aan. Hij krijgt dan aanvallen en moet dan wandelen of uitrusten of slapen. Hij wilde zijn medicijnen om tot rust te komen. Als hij zijn medicijnen innam, voelde hij zich suf en kon hij niet bewegen. Het maakt niet
uit welk medicijn klager slikt. Hij blijft arbeidsongeschikt. Onder invloed van medicatie is klager niet in staat om te werken. Klager is sinds een paar dagen in vrijheid gesteld. Hij heeft contact opgenomen met zijn huisarts en het ziekenhuis, maar
heeft nu al een paar dagen geen medicatie. In Zuyderbos gebruikte hij de laatste tijd Normison, Seresta en Tryptizol, dat wil zeggen in plaats van Tryptizol had hij een ander medicijn, maar hij wilde Tryptizol terug. Zonder dat de inrichtingsarts
contact heeft opgenomen met zijn behandelend arts, zonder het rapport van de keuringsarts te kennen en zonder vooronderzoek is bepaald dat klager kon werken. Dit is niet de juiste weg.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager is uitgebreid in overleg met de psychologen en de psychiaters besproken in het PMO voor wat betreft arbeids(on)geschiktheid en medicatie. Klager is arbeidsgeschikt bevonden.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat klager heeft aangegeven dat hij in verband met psychische klachten arbeidsongeschikt is en door het gebruik van medicatie niet kan werken ongeacht welke medicatie hij gebruikt. Uit klagers medische gegevens blijkt dat
er meermalen overleg heeft plaatsgevonden tussen medische dienst c.q. de inrichtingsarts en de psychiater en dat de psychiater klager ook gezien heeft. Voorts is klagers medicatie en arbeidsgeschiktheid meermalen besproken in het PMO.
De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat het gebruik van klagers medicatie niet leidt tot de conclusie dat klager met die medicatie niet zou kunnen werken en dat het handelen van de
inrichtingsarts
niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven