Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3543/GB, 14 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:14-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/3543/GB

Betreft: [klager] datum: 14 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van R. Tiethoff, ingediend door mr. S. Bijl, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 december 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 22 februari 2008 door een lid van de Raad gehoord. Van het horen is verslag opgemaakt en dat verslag is aan partijen verzonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Grave, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 9 mei 2007 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Doetinchem/DOC. Op 11 december 2007 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Grave.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep toegelicht zoals weergegeven in het aan deze uitspraak gehechte afschrift van het verslag van horen. De inhoud hiervan geldt als hier ingevoegd en ingelast.
Namens klager is als volgt opgemerkt.
Gelet op artikel 30 van de Pbw en de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) bestaat de mogelijkheid van een herhalings- en bevestigingsonderzoek. De kosten hiervan zijn voor rekening van klager, tenzij blijkt dat er
geen
sprake is geweest van ongeoorloofd middelengebruik. De dienstdoende piw’er heeft een herhalingsonderzoek geweigerd en klager meegedeeld dat hij onvoldoende saldo had op zijn rekening-courant. Daarbij mag niet zonder meer aangenomen worden dat klager
niet bereid is de kosten op zich te nemen. De dienstdoende piw’er had het verzoek om een herhalingsonderzoek niet mogen weigeren.
Tevens mag van de directeur verwacht worden dat hij de uitkomst van een contra-onderzoek afwacht, alvorens hij tot bestraffing overgaat. Echter, klager werd onmiddellijk in een isoleercel geplaatst voor de duur van 14 dagen.
Een positieve uitslag van een urinecontrole heeft verregaande consequenties voor het verdere detentietraject en daarom zijn in de Regeling voorschriften opgenomen die een zorgvuldig onderzoek waarborgen. Zo is in artikel 3, achtste lid, van de Regeling
onder meer bepaald dat één buis met het aanvraagformulier naar het laboratorium wordt gestuurd en dat een andere buis gedurende ten hoogste twee weken wordt bewaard ten behoeve van een eventuele herhalingsonderzoek. Ten aanzien van klager is de
procedure met betrekking tot de urinecontrole onvoldoende zorgvuldig geweest.
Ten slotte wordt naar het selectieadvies verwezen. In dat rapport komt naar voren dat men erg verbaasd was over de uitslag, omdat de eerdere uitslagen negatief waren. Het is van belang dat klager zijn detentiefasering kan voortzetten. Tijdens zijn
detentie in Duitsland kreeg klager nauwelijks familie op bezoek en de gevangenis Grave is voor familie te ver voor bezoek. Een reisadvies van het openbaar vervoer is bijgevoegd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager werd op 3 december 2007 positief bevonden op het gebruik van harddrugs (cocaïne). Gelet op de DOB-nota komt hij daardoor niet in aanmerking voor verlofmogelijkheden. Op 6 december 2007 heeft de selectiefunctionaris het verzoek gekregen om klager
over te plaatsen naar een gesloten inrichting. Gelet op het spoedeisende karakter van dit verzoek, is klager bij beslissing van 7 december 2007 geselecteerd voor de gevangenis Grave, waar hij op korte termijn geplaatst kon worden. Klager heeft bij zijn
bezwaar van 11 december 2007 laten weten dat hij graag in Zutphen geplaatst wil worden vanwege bezoek uit Enschede. De gevangenis VBA Zutphen kent een lange wachtlijst, waardoor plaatsing aldaar lang op zich zal laten wachten. Het was daarom geen optie
om klager daarvoor te selecteren. Daarnaast is de selectiefunctionaris van mening dat de gevangenis Grave op een acceptabele afstand van Enschede ligt. Indien uit medische verklaringen blijkt dat zijn bezoek niet in staat is om te reizen, dan is de
selectiefunctionaris bereid om klagers verzoek opnieuw te beoordelen. Klager is door eigen toedoen uit de b.b.i. Doetinchem/DOC weggeplaatst. Over de procedurele zorgvuldigheid van die b.b.i. kan klager beklag indienen bij de commissie van toezicht.
Klager is tot het moment van overplaatsing als passant tijdelijk in een isolatiecel van het Huis van Bewaring Doetinchem geplaatst.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Grave is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (15 augustus 2000, nummer 5042803/00/DJI), komen naast zelfmelders voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en
maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres. In de toelichting op dit artikel staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de
beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de
inrichting heeft genoten, zoals bij algemeen verlof, alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen (Staatscourant 1998, nummer 247 pagina 22).
De beroepscommissie stelt op grond van de stukken vast dat klager bij een urinecontrole positief bevonden is op cocaïnegebruik. Klager heeft geen contra-onderzoek laten uitvoeren noch beklag ingediend tegen de afzonderingsmaatregel nadat drugsgebruik
geconstateerd was, waardoor de uitslag vaststaat. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat klager niet (langer) geschikt kan worden bevonden voor verblijf in een b.b.i.
De selectiefunctionaris heeft er voor gekozen om klager te selecteren voor overplaatsing naar de gevangenis Grave vanwege de korte wachtlijst. Die keuze wordt, mede gelet op de aan de selectiefunctionaris opgedragen taak van bewaking van een goede
capaciteitsbenutting van cellen in penitentiaire inrichtingen, niet onredelijk geacht. Hetgeen is aangevoerd over de bezoekmogelijkheden wordt onvoldoende zwaarwegend geacht om tot een ander oordeel te kunnen komen. De bestreden beslissing van de
selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 14 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven