Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3366/JA, 10 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/3366/JA

betreft: [klager] datum: 10 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj)) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1991], verder te noemen klager,

gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming van 29 november 2007 door de beklagcommissie bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) het Poortje te Groningen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde j.j.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. J.A.C. van den Brink om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 30,= en een extra bezoek (binnen een maand) vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag over a. de plaatsing in de afzonderingscel, b. de kamerplaatsing/programma gedurende veertien
dagen en c. de intrekking van klagers bezoek op 24 juni 2007, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering. Klager heeft negenentwintig uur in de isoleercel gezeten en vervolgens heeft hij op de eerste dag van zijn programma vierentwintig uur kamerplaatsing gekregen. Klager was
toen
nog vijftien jaar en dan geldt volgens de Bjj een maximale duur van vierentwintig uur voor de afzondering. Ook in de isoleercel en tijdens het programma is klager niet in kennis gesteld van de mogelijkheid van beklag. Er zijn nog meer formele vereisten
waar niet aan is voldaan. Klager is op 7 december 2007 overgeplaatst naar de j.j.i. Rentray te Lelystad. Het toegekende extra bezoek zal dan in Lelystad moeten plaatsvinden en als dat niet mogelijk is, wil klager een geldelijke tegemoetkoming
ontvangen.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd.
De directeur kan zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming van € 30,=. Het bedrag is overgemaakt naar klagers rekening. Klager heeft door het ingestelde beroep geen gelegenheid gehad om zijn bezoek onder de geldende voorwaarden in te halen in Het
Poortje. Omdat hij inmiddels is overgeplaatst naar Rentray, ligt dit nu buiten het werkkader van Het Poortje.

3. De beoordeling
In zijn beroepschrift geeft klager aan dat hij tijdens zijn verblijf in de isoleercel en tijdens het programma niet in kennis is gesteld van de mogelijkheid van beklag. Volgens klager zijn aan nog meer formele vereisten niet voldaan. De bij de
uitspraak
van de beklagcommissie van 11 oktober 2007 vastgestelde feiten kunnen in de onderhavige procedure niet aan de orde komen. De beroepscommissie dient derhalve van die feiten uit te gaan bij de beoordeling van het beroep tegen de op basis van die
uitspraak
toegekende tegemoetkoming.

Ten aanzien van onderdeel a.:
De beroepscommissie acht een tegemoetkoming van € 2,50,= voor het niet voldoen aan de formele vereisten voor de plaatsing in een afzonderingscel conform artikel 25 Bjj en een tegemoetkoming van € 4,= voor het aantal uren, (te weten, 4 uur) boven de
vierentwintig uur die klager in de isoleercel heeft gezeten, onjuist. Het beroep zal op dit onderdeel gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 15,= voor het niet voldoen aan de formele
vereisten en € 10,= voor de vier uur, die klager langer dan één dag in afzondering heeft verbleven.

Ten aanzien van onderdeel b.:
De beroepscommissie acht een tegemoetkoming van € 2,50,= voor het niet voldoen aan de formele vereisten en een tegemoetkoming van € 21,= ( 14 x € 1,50 per dag) voor het (gedeeltelijk) verblijf op kamer tijdens het aan klager op grond van artikel 23,
derde lid, Bjj opgelegde programma, onjuist. Het beroep zal op dit onderdeel gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk
€ 15,= voor het niet voldoen aan de formele vereisten en € 35,= (14 x € 2,50 per dag) voor het (gedeeltelijk) verblijf op kamer tijdens het programma.

Ten aanzien van onderdeel c:
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de toegekende tegemoetkoming bestaande uit het binnen een maand een extra bezoek in de j.j.i. Het Poortje juist is. Nu klager echter op 7 december 2007 is overgeplaatst naar de j.j.i. Rentray te Lelystad is
dit extra bezoek niet meer te realiseren. Het beroep zal daarom op dit onderdeel gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een geldelijke tegemoetkoming vaststellen van € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en stelt de tegemoetkoming voor klager vast op € 100,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie, bestaande uit mr. dr. M.L.C.C. De Bruijn-Lückers, voorzitter, mr. F.G.A. ten Siethoff en dr. H.P.J. Vos, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 10 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven