Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/23089/JA, 21 februari 2022, beroep
Uitspraakdatum:21-02-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          21/23089/JA

Betreft              [klager]

Datum              21 februari 2022

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager], geboren op [geboortedatum] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft, voor zover in beroep aan de orde, beklag ingesteld tegen een ordemaatregel van uitsluiting van activiteiten, voor de duur van twee dagen, omwille van de orde en de rust op de afdeling, ingaande op 21 juni 2021 om 11:00 uur.

De beklagrechter bij de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) De Hartelborgt te Spijkenisse heeft op 23 augustus 2021 het beklag ongegrond verklaard (Hb-2021-000132). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de RJJI De Hartelborgt, gehoord op de zitting van 26 januari 2022 in de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.

De beroepscommissie heeft vervoer voor klager geregeld, zodat hij op de zitting kon worden gehoord. Klager heeft echter geen gebruik gemaakt van die mogelijkheid.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is niet binnen vijftien uur gehoord. De beklagrechter overweegt (met zoveel woorden) dat zij deze regel niet kent en heeft de klacht ongegrond verklaard. Dat is oneerlijk.

Standpunt van de directeur

Klager is op tijd gehoord. Uit de schriftelijke mededeling van de ordemaatregel blijkt dat hij omstreeks 17:30 uur vroeg om een mes en dat hij om 17:45 uur – een kwartier voor het einde van het dagprogramma – is ingesloten. In de schriftelijke mededeling staat ook dat hij om 11:00 uur is gehoord. Er is geen reden om te twijfelen aan de juistheid daarvan. Het is wel zo dat de tijdsperiode tussen de insluiting en het horen meer dan vijftien uur bedraagt.

 

3. De beoordeling

Op grond van artikel 24, derde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) kan een personeelslid of medewerker de maatregel van uitsluiting van activiteiten voor een periode van ten hoogste vijftien uur treffen, indien onverwijlde tenuitvoerlegging van de uitsluiting geboden is.

Op grond van artikel 61, eerste lid, van de Bjj stelt de directeur de jeugdige in de gelegenheid te worden gehoord, voordat hij beslist omtrent de uitsluiting van activiteiten.

Uit het dossier, waaronder de schriftelijke mededeling van de ordemaatregel, en hetgeen ter zitting is besproken blijkt dat klager op zondag 20 juni 2021 om 17:45 uur – mede ter bescherming van hemzelf, zijn groepsgenoten en het personeel – werd ingesloten op zijn kamer. Dat gebeurde vanwege een onveilige en bedreigende situatie op de afdeling. De directeur geeft aan dat op maandagochtend op 21 juni 2021 direct is gestart met het in kaart brengen van de situatie en dat klager om 11:00 uur is gehoord. (Pas) op datzelfde moment is de ordemaatregel opgelegd.

Dit betekent dat klager op tijd is gehoord. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen, voor zover in beroep aan de orde.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, voor zover in beroep aan de orde.

Deze uitspraak is op 21 februari 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. E. Lucas en mr. J.E. Wouda, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven