Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 20/16650/GA, 7 april 2022, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer           20/16650/GA

Betreft               [Klager]

Datum               7 april 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat na zijn terugkomst op cel deze vol met rook stond als gevolg van asfalteringswerkzaamheden en hij vervolgens van bewaarders op cel moest blijven.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Grave heeft op 17 december 2020 het beklag gegrond verklaard, maar daarbij aan klager geen tegemoetkoming toegekend (GO 2020/858). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. J.B.A. Kalk, heeft namens klager beroep ingesteld tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Grave (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager begrijpt niet waarom er aan hem geen tegemoetkoming is toegekend. Door het handelen van de PI is klager in zijn gezondheid geschaad. Klager heeft letterlijk benauwde momenten in zijn cel moeten ondergaan. Dat klager weer terug zijn cel in is gestuurd, terwijl deze vol met rook stond, heeft hem angstige momenten bezorgd.

Standpunt van de directeur

Het is onaannemelijk dat, als gevolg van het asfalteren, door het celraam zoveel rook dan wel stoom is binnengekomen dat klagers cel er vol van stond. Klager heeft niet aangetoond in zijn gezondheid te zijn geschaad. Voor het overige wordt gepersisteerd bij het verweerschrift van 9 december 2020.

 

3. De beoordeling

De beroepscommissie kan zich niet verenigen met het oordeel van de beklagrechter om geen tegemoetkoming aan klager toe te kennen. De beklagrechter heeft overwogen dat als gevolg van asfalteringswerkzaamheden rook is vrijgekomen, dat deze rook in de cel van klager is gekomen en dat het als gevolg daarvan ook stonk in de cel van klager. De beklagrechter heeft geoordeeld dat de directeur zijn zorgplicht jegens klager heeft geschonden. Er is naar het oordeel van de beroepscommissie sprake van door klager ondervonden ongemak. De beroepscommissie zal het beroep dan ook gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming toekennen ter hoogte van €15,-.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €15,-.

Deze uitspraak is op 7 april 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. J.B. Oreel, leden, bijgestaan door mr. P.L. Kraaijenbrink, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven