Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7394/GA, 3 mei 2022, beroep
Uitspraakdatum:03-05-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

DBT  v

Nummer R-20/7394/GA

Betreft [klager]

Datum 3 mei 2022

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing om hem te degraderen van het plusplusprogramma naar het plusprogramma zonder het ontvangen van enig rapport.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn heeft op 19 juni 2020 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (AR-2020-331). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager en zijn raadsvrouw, mr. C.M.H. van Vliet, hebben beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Alphen (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is niet gehoord door de beklagcommissie en hij is niet in de gelegenheid gesteld om te reageren op de reactie van de directeur.

Klager is teruggeplaatst van het plusplusprogramma naar het plusprogramma zonder nadere motivering. Bij een bezoeker van klager is contrabande aangetroffen maar klager weet hier niets van. De directie heeft aangegeven dat er consequenties volgen indien uit onderzoek blijkt dat hij de opdrachtgever is. Hij heeft nooit terugkoppeling gekregen over de uitkomst van het onderzoek of over de beslissing betreffende deze consequenties. Klager is dezelfde dag uit het plusplusprogramma gezet en in een cel op een andere gang geplaatst.

De terugplaatsing in het plusprogramma dient te worden aangemerkt als degradatiebeslissing, nu er evidente verschillen bestaan tussen de programma’s. Anders dan in het reguliere plusprogramma ontving klager in het plusplusprogramma wekelijks €25,-, kreeg hij elke drie maanden extra bezoek zonder toezicht, had hij vier uur avondrecreatie en hoefde hij vrijwel nooit achter de deur.

Standpunt van de directeur

Er is geen sprake van een terugplaatsing. Klager krijgt te allen tijde het in de wet opgenomen plusprogramma aangeboden. Een plusplusprogramma is niet in de wet vastgelegd. De beoordeling of een gedetineerde kan deelnemen aan het plusplusprogramma vergt maatwerk, als ook de beoordeling tot beëindiging van deelname aan dit programma.

3. De beoordeling

Voor zover namens klager is geklaagd over de procedure bij de beklagrechter gaat de beroepscommissie hieraan voorbij, nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld.

Door de directeur is niet weersproken dat klager van het plusplusprogramma is teruggeplaatst naar het reguliere plusprogramma in verband met gevonden contrabande bij klagers bezoeker. Aan deze beslissing tot terugplaatsing ligt geen gemotiveerde schriftelijke beslissing van de directeur ten grondslag.

Uit vaste rechtspraak van de beroepscommissie volgt dat terugplaatsing van het plusplusprogramma naar het reguliere plusprogramma moet voldoen aan de eisen die gesteld worden aan terugplaatsing van het plusprogramma naar het basisprogramma (vgl. RSJ 17 mei 2018, 17/2325/GA). Daarmee kan de terugplaatsing worden aangemerkt als degradatiebeslissing, waaraan een deugdelijke en inzichtelijke belangenafweging ten grondslag moet liggen (vgl. RSJ 13 juli 2016, 16/0799/GA). Eenmaal geplaatst in het plusplusprogramma is bij terugplaatsing naar het reguliere plusprogramma van belang dat gedetineerden inzicht krijgen in de mate waarin zij zijn tekortgeschoten om verblijf in het plusplusprogramma voort te kunnen zetten en op welke wijze zij zich dienen in te spannen om wederom voor plaatsing in aanmerking te komen. Dit inzicht kan verschaft worden door een schriftelijke, gemotiveerde beslissing van de directeur, waarin, zoals bij degradatie van het plusprogramma naar het basisprogramma ten tijde van het beklag, het groene en rode gedrag (thans: het ‘gewenste’ en ‘ongewenste’ gedrag) tegen elkaar worden afgewogen.

Nu de terugplaatsing van klager niet door een schriftelijke, gemotiveerde beslissing van de directeur wordt ondersteund en ook anderszins niet is gebleken van een deugdelijke en inzichtelijke belangenafweging, zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag en het beklag gegrond verklaren. Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van €45-.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €45,-.

Deze uitspraak is op 3 mei 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. R. Raat en mr. D.R. Sonneveldt, leden, bijgestaan door mr. B.M.L. Commelter, secretaris.

 

secretaris                                                   voorzitter

Naar boven