Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3509/GB, 4 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:04-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/3509/GB

Betreft: [klager] datum: 4 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 november 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem niet over te plaatsen vanuit de gevangenis Grave gegrond verklaard. De selectiefunctionaris heeft klager vervolgens bij afzonderlijke beslissing geherselecteerd
voor overplaatsing naar de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught in plaats van naar de verzochte gevangenis/ISD Utrecht te Nieuwegein.

2. De feiten
Klager is sedert 5 september 2006 gedetineerd. Hij verbleef (onder meer) in de gevangenis Grave. Op 3 december 2007 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught, waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Tegen die beslissing,
die eveneens van 26 november 2007 dateert, is door of namens klager geen bezwaar of beroep ingesteld.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft in de gevangenis Grave aangegeven dat hij liever zou willen worden overgeplaatst naar de gevangenis Alphen aan den Rijn. Men heeft hem toen te kennen gegeven dat dit geen probleem zou opleveren. Vervolgens heeft de selectiefunctionaris hem
overgeplaatst naar Vught. De gevangenis in Vught is per openbaar vervoer voor klagers echtgenote met zijn (kleine) kinderen niet goed bereikbaar. Om die reden wil klager graag worden overgeplaatst naar een gevangenis van zijn voorkeur.

3.2. Klagers raadsman, mr. H.J. Veen, advocaat te Utrecht, is in de gelegenheid gesteld om het beroep nader toe te lichten. De raadsman heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

3.3. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft om overplaatsing naar de gevangenis/ISD Utrecht in Nieuwegein verzocht, dit omdat in de gevangenis Grave een medeverdachte uit zijn strafzaak verblijft door wie hij bedreigd zou worden. Ook wilde hij graag worden overgeplaatst naar een
gevangenis die gemakkelijker bereikbaar zou zijn voor zijn bezoek. Dit verzoek is in eerste instantie afgewezen omdat er blijkens de inrichtingsrapportage geen sprake was van bedreigingen en omdat klager regelmatig met die betreffende medegedetineerde
omging. Klagers raadsman heeft vervolgens een en ander verduidelijkt en aangevoerd dat er wel degelijk sprake was van bedreigingen en dat klager dit niet aan het personeel van de inrichting durfde te vertellen. Vervolgens is besloten om klager alsnog
over te plaatsen. Klager is niet in de gevangenis in Nieuwegein geplaatst omdat voor die inrichting een lange wachtlijst bestond. Door de overplaatsing naar Vught is het probleem van de bedreigingen opgelost en daarnaast is Vught voor zijn bezoek, dat
uit Arnhem moet komen, goed bereisbaar. Klager wilde vervolgens liever overgeplaatst worden naar Alphen aan den Rijn. Daar is door de selectiefunctionaris niet voor gekozen omdat er voor Alphen aan den Rijn eveneens een grote wachtlijst bestond en
omdat
de reisafstand vanaf Arnhem groter is dan naar Vught.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De beroepscommissie stelt vast dat de selectiefunctionaris, na het bezwaarschrift van klager gegrond te hebben verklaard, een nieuwe selectiebeslissing heeft genomen, strekkende tot klagers overplaatsing naar de gevangenis Nieuw Vosseveld.

Nu beroep op grond van artikel 72 van de Pbw slechts openstaat tegen gehele of gedeeltelijke ongegrondverklaring van een bezwaarschrift en de selectiefunctionaris het bezwaarschrift van klager gegrond heeft verklaard, dient klager in zoverre
niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

4.4. Nu tegen de beslissing tot overplaatsing van klager naar de gevangenis Nieuw Vosseveld bezwaar openstaat, bestaat de mogelijkheid het beroepschrift door te zenden aan de selectiefunctionaris om het te behandelen als bezwaarschrift. De
beroepscommissie zal evenwel – om proces-economische redenen – het beroepschrift als zodanig behandelen, mede gelet op de omstandigheid dat de selectiefunctionaris in zijn reactie op dat beroepschrift – impliciet – klagers bezwaren heeft gewogen en
daarop heeft geantwoord.

4.5. De selectiefunctionaris heeft kunnen beslissen om klager over te plaatsen naar een andere gevangenis. De beroepscommissie weegt daarbij mee, dat klager er een belang bij had om zo snel als mogelijk te worden overgeplaatst, gelet op de
aannemelijk geachte bedreigingen door een medegedetineerde. De selectiefunctionaris heeft er voor gekozen om klager over te plaatsen naar een gevangenis waar hij, gelet op de voor gevangenissen geldende wachtlijsten, zo snel mogelijk kon worden
geplaatst. Die beslissing kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, waaronder klagers belang bij een snelle overplaatsing, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Daarbij heeft de beroepscommissie voorts in aanmerking
genomen dat de reisafstand voor klagers bezoek door zijn overplaatsing naar Vught niet noemenswaardig veel groter is dan de reisafstand naar Nieuwegein of Alphen aan den Rijn en dat de door klager aangevoerde bezwaren verder onvoldoende feitelijk zijn
onderbouwd. Het beroep tegen de overplaatsingsbeslissing zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris op het door klager ingediende bezwaarschrift.
Zij verklaart het beroep tegen de beslissing om hem over te plaatsen naar de gevangenis Nieuw Vosseveld ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 4 maart 2007.

secretaris voorzitter

Naar boven