Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6897/GA, 22 december 2022, beroep
Uitspraakdatum:22-12-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/6897/GA

          

Betreft [klaagster]

Datum 22 december 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klaagster] (hierna: klaagster)

 

1. De procedure

Klaagster heeft beklag ingesteld tegen niet kunnen onderhouden van contact met de familie, nu zij door de getroffen coronamaatregelen geen bezoek kan ontvangen en de aangeboden vervanging door middel van een Skypeverbinding onvoldoende is ter compensatie van het recht op contact.

De beklagrechter bij de locatie Ter Peel te Sevenum heeft op 4 mei 2020 het beklag deels ongegrond verklaard en klaagster deels niet-ontvankelijk verklaard in haar beklag (TP-2020-54). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klaagsters raadsvrouw, mr. M.F.M. Ortner, heeft namens klaagster beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klaagster, haar raadsvrouw en de directeur van de locatie Ter Peel in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klaagster

Het is onjuist dat klaagster alleen op 5 april 2020 niet heeft kunnen skypen wegens problemen met de verbinding en dat zij datzelfde weekend nogmaals in de gelegenheid is gesteld een poging te doen. Klaagster heeft op 15 maart 2020, 22 maart 2020, 29 maart 2020 en 5 april 2020 niet kunnen skypen. Zij is in die weken geen enkele keer in de gelegenheid gesteld op een later moment alsnog via Skype contact te hebben.

Ook zijn haar geen extra belmomenten aangeboden. Dat terwijl de Minister voor Rechtsbescherming in zijn brief van 13 maart 2020 heeft gesteld dat het contact met de buitenwereld zoveel mogelijk dient te worden gecontinueerd, waardoor ruimere mogelijkheden voor telefonisch contact dan wel voor Skype dienen te worden geboden. Klaagster heeft dit aangekaart, maar hieraan is geen gehoor gegeven. Omdat gedetineerden ook recreatiemomenten hebben, zouden zij volgens de PI voldoende gelegenheid krijgen om te bellen, al meer dan waar zij wettelijk gezien recht op hebben. Tijdens de recreatie moeten echter alle gedetineerden bellen met slechts drie telefoons. Onder deze omstandigheden kan klaagster zeer beperkt gebruik maken van de telefoon. Daarom kan niet worden gesteld dat klaagster ruimere mogelijkheden krijgt om telefonisch contact te hebben. Nu klaagster daarnaast ook nog vier keer geen Skypecontact heeft gehad en niet in de gelegenheid is gesteld op een later moment nogmaals proberen te skypen is haar recht op contact geschonden. De directeur heeft niet voldaan aan de zorgplicht om een andere vorm van communicatie aan te bieden. Dat een compensatie op zijn plaats was blijkt uit RSJ 22 augustus 2019, R-19/2928/GA.

Standpunt van de directeur

Klaagster heeft op 6 april 2020 geklaagd over data waarop zij normaliter bezoek ontvangt. Klaagster kan slechts een klacht indienen binnen zeven dagen na de beslissing van de directeur. Het bezoek is vanwege de coronamaatregelen opgeschort. Om contact te kunnen continueren wordt gebruik gemaakt van ruimere mogelijkheden om te telefoneren en waar mogelijk van Skype. Klaagster klaagt zodoende over een algemene regel.

Om de opschorting van bezoek en verlof te compenseren zijn de mogelijkheden voor Skype in een hoog tempo vergroot. Spoedig na de ingestelde maatregelen in maart 2020 zijn tablets met een veilige Skypeverbinding geleverd. Deze zijn geïnstalleerd en alle accounts zijn gecontroleerd. Op 28 maart 2020 zijn de Skypemomenten opgestart. Er waren enkele opstartproblemen. Ook zijn er af en toe storingen die niet beïnvloedbaar zijn, zoals een landelijke Skypestoring of een netwerkstoring. In het weekend van 5 april 2020 konden gedetineerden hinder ondervinden doordat er opstartproblemen/technische storingen bij Skype waren. Op een later moment dat weekend is gedetineerden nogmaals de gelegenheid geboden via Skype contact te leggen. Het gebruik van Skype verloopt in de PI Ter Peel adequaat en conform de verwachting. Verder heeft klaagster €25,- extra beltegoed gekregen voor telefonisch contact. Het personeel stelt alles in het werk om gedetineerden ruimere belmogelijkheden aan te bieden.

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid van klaagster in beklag

De beklagrechter heeft klaagster voor zover het beklag ziet op het niet kunnen ontvangen van bezoek niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit niet een haar betreffende door of namens de directeur genomen beslissing is.

Op grond van artikel 38, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft een gedetineerde het recht gedurende ten minste één uur per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen bezoek te ontvangen. Het niet kunnen ontvangen van bezoek is daarom een algemeen gelende regeling die in strijd is met hogere wet- en regelgeving. Daartegen staat wel beklag open.

De beroepscommissie zal gelet op het voorgaande de uitspraak van de beklagrechter vernietigen, klaagster in dit verband alsnog (gedeeltelijk, gelet op de volgende alinea) ontvankelijk verklaren en om proceseconomische redenen als enige en hoogste instantie inhoudelijk op het beklagonderdeel beslissen.

Daarnaast ziet het beklag erop dat Skype onvoldoende is ter compensatie, omdat de Skypeverbinding niet tot stand kon komen. Het klaagschrift  is van 6 april 2020 en ziet op de Skype-contactmomenten van 15 maart 2020, 22 maart 2020, 29 maart 2020 en 5 april 2020. Op grond van artikel 61, vijfde lid, van de Pbw dient een klaagschrift echter binnen zeven dagen na de dag waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing te worden ingediend. Gelet daarop, zal de beroepscommissie klaagster ontvankelijk verklaren voor zover het beklag ziet op het contactmoment van 5 april 2020 en klaagster niet-ontvankelijk verklaren voor zover het beklag ziet op de contactmomenten van 15 maart 2020, 22 maart 2020 en 29 maart 2020.

Inhoudelijke beoordeling

De Minister heeft middels zijn brief van 13 maart 2020 kenbaar gemaakt dat alle bezoeken in justitiële inrichtingen per 14 maart 2020 worden opgeschort om de (verdere) verspreiding van het coronavirus tegen te gaan (Kamerstukken II, 2019/20, 24587 en 25295, nr. 763). De directeur heeft in navolging hiervan het bezoek opgeschort, waardoor klaagster geen bezoek kon ontvangen. De beroepscommissie is van oordeel dat de coronasituatie ten tijde van het beklag – en het pogen te voorkomen van coronabesmettingen door het beperken van contactmomenten – het niet kunnen ontvangen van bezoek, hoewel in strijd met hogere wet  en regelgeving, rechtvaardigde. Dat geldt temeer nu er in de inrichting is gepoogd een alternatief te bieden in de vorm van Skypebezoek. Daarom zal de beroepscommissie dit onderdeel van het beklag ongegrond verklaren.

Ten aanzien van het niet tot stand komen van de Skypeverbinding op 5 april 2020 overweegt de beroepscommissie als volgt. Naar het oordeel van de beroepscommissie valt onder de zorgplicht van artikel 38, eerste lid, van de Pbw ook het leveren van inspanningen voor goed functionerende internetverbindingen in het kader van digitaal bezoek en het bieden van voldoende compensatie voor contactmomenten die vanwege verbindingsproblemen niet tot stand kunnen komen.

Het staat vast dat klaagster op 5 april 2020 niet kon skypen, vanwege technische storingen en opstartproblemen met Skype. De directeur stelt dat de gedetineerden later dat weekend nogmaals in de gelegenheid zijn gesteld een poging te doen. Volgens klaagster is zij daartoe niet in de gelegenheid gesteld. Het is in elk geval kennelijk niet gelukt om daadwerkelijk een Skypeverbinding tot stand te brengen. Dat is op zichzelf niet aan de directeur te wijten, maar in zo’n geval kunnen wel inspanningen worden verwacht om op andere wijze het contact met de buitenwereld te continueren, bijvoorbeeld met een extra belmoment.

De directeur stelt dat de inrichting alles in het werk stelt om gedetineerden ruimere belmogelijkheden aan te bieden. Klaagster weerspreekt dit en stelt dat de PI geen gehoor heeft gegeven aan klaagsters verzoek om ruimere belmogelijkheden. Omdat gedetineerden ook recreatiemomenten hebben, zouden zij volgens de directeur voldoende gelegenheid krijgen om te bellen. De belmogelijkheden zijn volgens klaagster echter niet voldoende, omdat alle gedetineerden gebruik moeten maken van drie telefoons. De beroepscommissie is, gelet op de omstandigheden zoals aangevoerd door klaagster, van oordeel dat het onvoldoende aannemelijk is geworden dat aan klaagster vanwege het niet tot stand komen van de Skypeverbinding op 5 april 2020 een extra belmoment is aangeboden (of dat dat in de gegeven omstandigheden onmogelijk was). De beroepscommissie is van oordeel dat in dit geval onvoldoende aannemelijk is geworden dat de directeur zich voldoende heeft ingespannen om het contact met de buitenwereld zoveel mogelijk te continueren. Gelet hierop zal de beroepscommissie het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie zal aan klaagster een tegemoetkoming toekennen van €12,50.

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter ten aanzien van het niet kunnen ontvangen van bezoek, verklaart klaagster op dit onderdeel alsnog ontvankelijk in het beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond ten aanzien van het Skype contactmoment van 5 april 2020, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter in zoverre en verklaart het beklag op dit onderdeel alsnog gegrond.

De beroepscommissie bevestigt de uitspraak van de beklagrechter ten aanzien van de overige contactmomenten, met wijziging van de gronden.

Zij kent aan klaagster een tegemoetkoming toe van €12,50.

 

Deze uitspraak is op 22 december 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en mr. J.B. Oreel, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven