Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2263/TA, 21 februari 2008, beroep
Uitspraakdatum:21-02-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2263//TA

betreft: [klager] datum: 21 februari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 augustus 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 december 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr.K.J. Kerdel, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...],
staffunctionaris
Juridische Zaken en [...], coördinerend sociotherapeut.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de mondelinge mededeling van 26 januari 2007 dat hij
drie keer per week een kwartier mag bellen.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten onrechte is klager niet-ontvankelijk verklaard. Het feit dat de beklagcommissie een ander faxnummer heeft gekregen, kan klager niet worden tegengeworpen. Pas eind mei 2007 is het kantoor van klagers raadsman door de commissie van toezicht op de
hoogte gesteld van de wijziging van het faxnummer.
De bestreden beslissing is genomen in strijd met artikel 65 Bvt, ten onrechte heeft de beklagrechter niet binnen een termijn van vier weken uitspraak gedaan. Evenmin is blijk gegeven van bijzondere omstandigheden die een verlenging van de wettelijke
termijn rechtvaardigen.
Voorts is de bestreden beslissing in strijd met artikel 59, derde lid, Bvt. Het beklag is behandeld door een enkelvoudige kamer, terwijl geen sprake is van een beklag van eenvoudige aard.

Tot 26 januari 2007 verbleef klager op een andere afdeling en daar had hij een veel ruimere belregeling. Nadat klager op 26 januari 2007 op de afdeling Intensieve zorg was geplaatst mocht hij drie keer per week tien minuten bellen. Dit is wel meer dan
het wettelijk minimum, maar toch een beperking van klagers eerdere belregeling. Aan klager is geen schriftelijke mededeling uitgereikt.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft op 26 januari 2007 de mededeling van plaatsing op de afdeling Intensieve Zorg ontvangen,waarbij hem tevens is gemeld dat het telefoneren anders zou zijn dan op de andere afdeling. Het klaagschrift is te laat ingediend, namelijk op 2
februari 2007. De termijn overschrijding moet leiden tot niet-ontvankelijkheid.
Klager is op 26 januari 2007 van een reguliere afdeling overgeplaatst naar een afdeling voor intensieve zorg. Dit hield onder meer verband met het feit dat bij hem een mobiele telefoon was gevonden.
De verpleegde heeft ingevolge de Bvt het recht om eenmaal per week tien minuten te telefoneren. Afhankelijk van het beleid van de afdelingen kan dit worden verruimd.
Aangezien klager buiten een relatie heeft, is hem bij de plaatsing op de afdeling Intensieve Zorg mondeling medegedeeld dat hij drie keer per week een kwartier mocht bellen. Nu dit meer is dan het wettelijk minimum, is klager geen schriftelijke
mededeling uitgereikt. Nadat klager acht weken op de afdeling Intensieve Zorg heeft verbleven, zijn hem ruimere belmogelijkheden toegestaan.

3. De beoordeling
Vast staat dat op 26 januari 2007 de bestreden beslissing mondeling aan klager is medegedeeld. Ingevolge artikel 58, vijfde lid, Bvt moet het klaagschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de verpleegde kennis heeft gekregen van de beslissing
worden ingediend. Namens klager is op 2 februari 2007 het klaagschrift naar de commissie van toezicht gefaxt.
Klager heeft, gelet op het vorenstaande, tijdig beroep ingesteld.
Het klaagschrift is naar een eerder in gebruik geweest faxnummer van de commissie van toezicht gefaxt en is pas op 5 februari 2007 bij de secretaris van de commissie van toezicht binnengekomen. De beroepscommissie is van oordeel dat het feit dat het
faxnummer van de commissie van toezicht is gewijzigd klager niet kan worden tegengeworpen. Dit geldt des te meer, nu klagers raadsman pas eind mei 2007 van het juiste faxnummer op de hoogte is gesteld.
De beroepscommissie zal klager derhalve ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

In artikel 65, eerste lid Bvt wordt vermeld dat de beklagrechter binnen een termijn van vier weken uitspraak doet, welke termijn in bijzondere omstandigheden met ten hoogste vier weken kan worden verlengd.
Klager heeft op 2 februari 2007 beklag ingesteld. De beklagrechter heeft op 16 augustus 2007 uitspraak gedaan, zes maanden na het indienen van het beklag.
De beroepscommissie acht het zeer wenselijk dat binnen de in artikel 65 Bvt vermelde termijn wordt beslist. De wetgever heeft echter geen gevolgen verbonden aan overschrijding van deze termijn.

In artikel 59, derde lid, Bvt is bepaald dat de voorzitter, dan wel een door hem aangewezen lid van de beklagcommissie, indien hij het beklag van eenvoudige aard, dan wel kennelijk niet ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht, als
enkelvoudig lid van de beklagcommissie het klaagschrift kan afdoen.
In het onderhavige geval is het beklag niet-ontvankelijk verklaard en heeft de alleensprekende beklagrechter deze zaak enkelvoudig afgedaan.
Door klager is aangevoerd dat het onderzoek van de beklagcommissie onvoldoende en/of onvolledig is geweest. Daargelaten de juistheid van klagers stelling, kan daaraan voorbij worden gegaan nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld.

Artikel 38, eerste lid, Bvt bepaalt dat de verpleegde het recht heeft om tenminste éénmaal per week gedurende tien minuten te telefoneren.
Aangezien klager is toegestaan drie keer per week gedurende een kwartier te mogen telefoneren, is geen sprake van een beperking van voormeld recht op contact met de buitenwereld. De beroepscommissie zal het beklag dan ook ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart. klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart. dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 21 februari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven