Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2420/GM, 20 december 2008, beroep
Uitspraakdatum:20-12-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2420/GM

betreft: [klager] datum: 20 december 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen tegen de medisch adviseur,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 21 augustus 2007 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

De beroepscommissie hield zitting op 5 november 2007 in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij schriftelijk bericht daarvan geen gebruik te maken.
De inrichtingsarts verbonden aan de locatie de Schie te Rotterdam heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 26 mei 2007, betreft het stopzetten van klagers medicatie (aerius, tegen allergie) zonder uitleg daaromtrent.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Klager heeft niet de uitslag van het bloedonderzoek, noch de reden van de stopzetting van zijn medicatie vernomen. In zijn nadere toelichting geeft klager uitdrukkelijk aan dat zijn beroep is gericht tegen de medisch adviseur en dat de inrichtingsarts
in het geheel slechts zijdelings is betrokken.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Het verrichte bloedonderzoek liet geen allergie zien, de medicatie is dan ook gestopt. Dat dit niet met klager is gecommuniceerd (blijkt ook uit bijgaand dossier) is dan ook een fout van de medische dienst. De medische dienst zal intern nagaan waar het
fout is gegaan om herhaling in de toekomst te voorkomen.

3. De beoordeling
Ingevolge artikel 28 PM kan een gedetineerde een beroepschrift indienen tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts. Klager heeft expliciet aangegeven dat zijn beroep is gericht tegen het handelen door de medisch adviseur. Gelet op vorenstaande
kan klager niet in zijn beroep worden ontvangen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 december 2007

secretaris voorzitter

Naar boven