Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/19890/GA, 5 januari 2022, beroep
Uitspraakdatum:05-01-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          21/19890/GA           

 

Betreft [klager]

Datum 5 januari 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de vertraging van zijn detentiefasering.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad heeft op 8 februari 2021 het beklag gegrond verklaard en de directeur opgedragen om binnen twee weken na ontvangst van de uitspraak het selectieadvies in het kader van klagers detentiefasering naar de selectiefunctionaris op te sturen, maar daarbij aan klager geen tegemoetkoming toegekend (PL2020/1082). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft beroep ingesteld tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Lelystad (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten en heeft de stukken toegestuurd naar klagers raadsvrouw mr. A.B.M. Nohl.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het beklag is gegrond verklaard, dus klager moet ook financieel gecompenseerd worden voor alle maanden achterstand in de behandeling en het faseringstraject vanaf 9 september 2020. Klager heeft wel nadeel van het handelen van de directeur. Klager had allang moeten worden behandeld en in een Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting moeten kunnen wennen aan de maatschappij. De directeur moest, na de uitspraak van de beklagrechter, binnen veertien dagen het selectieverzoek opsturen, maar heeft niets gedaan. Klager heeft vastgezeten tot 21 juni 2021 zonder resocialisatie.

Standpunt van de directeur

De directeur kan zich vinden in de uitspraak van de beklagrechter en de onderbouwing daarvan.

 

3. De beoordeling

De beroepscommissie kan zich niet verenigen met het oordeel van de beklagrechter om geen tegemoetkoming toe te kennen. De beklagrechter heeft geoordeeld dat de directeur in het kader van klagers detentiefasering een selectieadvies had moeten opmaken en opsturen naar de selectiefunctionaris, ook al is voor klager geen indicatiestelling opgemaakt. De beroepscommissie overweegt dat klager, door het niet opstellen en opsturen van een selectieadvies, niet (tijdig) een toewijzing dan wel afwijzing heeft kunnen ontvangen op zijn selectieverzoek. Het handelen van de directeur heeft (ten minste) onzekerheid veroorzaakt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming toekennen van €40,-.

Als de directeur na de uitspraak van de beklagrechter wederom niet voortvarend zou hebben gehandeld, dan had klager daartegen opnieuw een klacht kunnen indienen. De beroepscommissie kan daar in deze procedure niet over oordelen, omdat dat eerst aan de beklagrechter (of beklagcommissie) is.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €40,-.

 

Deze uitspraak is op 5 januari 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven