Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/21155/GA, 17 oktober 2022, beroep
Uitspraakdatum:17-10-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/21155/GA

  

           

Betreft [klager]

Datum 17 oktober 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij niet in de gelegenheid wordt gesteld om te fitnessen.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 15 april 2021 klager niet ontvankelijk verklaard in zijn beklag (VU-2020-364). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman mr. B.G.M.C. Peters en de directeur van de PI Vught (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft op 3 november 2021 bij de directeur nadere inlichtingen opgevraagd. De reactie van de directeur is op 23 november 2021 bij het secretariaat van de RSJ binnengekomen. Klager en zijn raadsman zijn in de gelegenheid gesteld op de reactie van de directeur te reageren.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het klopt niet dat klager cardio kreeg. Pas nadat klager zijn klaagschrift had ingediend mocht hij ineens cardio. De anderhalve meter-regel is niet relevant, omdat op klagers afdeling individueel gesport wordt. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft sport niet in alle gevangenissen gestopt vanwege corona. In elke gevangenis waar klager heeft gezeten, wordt sinds de corona-uitbraak gesport op anderhalve meter afstand. Ook andere afdelingen in de PI Vught krijgen gewoon sport.

 

Standpunt van de directeur

Binnen de PI Vught is er een corona-actieteam die de maatregelen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de DJI nader uiteenzet. In de hele PI Vught waren er geen sportactiviteiten toegestaan. Vanuit de afdeling sport zijn er op intranet fitnessoefeningen beschikbaar gesteld die gedetineerden op cel konden uitvoeren. Op 23 juni 2021 zijn binnen de PI Vught sportactiviteiten weer opgestart. Sporten op de luchtplaats was vanaf 5 juni 2021 weer toegestaan.

Gezien er in de recreatieruimte van de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (BPG) cardiotoestellen staan en sport binnen de BPG-afdeling individueel wordt beoefend, is er door het actieteam een uitzondering gemaakt en is het actieteam ermee akkoord gegaan dat er door de gedetineerden tijdens de recreatie gebruik gemaakt mocht worden van de aanwezige cardiotoestellen.

De RIVM-maatregelen bestaan niet slechts uit het houden van anderhalve meter afstand. Ook het luchten van ruimtes behoort tot de maatregelen. Daarnaast waren er nog meer maatregelen van algemene bekendheid. De PI Vught heeft de maatregelen van het RIVM en de DJI gehanteerd. Dat andere inrichtingen een andere keuze hebben gemaakt, kan niet aan de directeur worden tegengeworpen. De klacht van klager ziet op algemene binnen de PI Vught geldende regelgeving tijdens COVID-19. De klacht ziet niet op een door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing.

In de nadere inlichtingen is door de directeur het volgende toegelicht. Klager is op 26 februari 2021 in de PI Vught op de BPG-afdeling geplaatst. Op dat moment waren er landelijke coronamaatregelen waardoor in de hele PI Vught geen sportmomenten mogelijk waren. Het actieteam heeft zich geconformeerd aan de richtlijnen van het RIVM en de DJI. Sporten was niet toegestaan binnen alle penitentiaire inrichtingen. Klager heeft vanaf 7 maart 2021 gebruik gemaakt van de mogelijkheden tot sporten op de afdeling. Op 13 april 2021 heeft het actieteam een uitzondering gemaakt om gebruik te maken van de cardio-apparatuur op de afdeling, omdat gedetineerden op de BPG-afdeling beperkt zijn in hun programma en zij in een individueel regime verblijven.

 

3. De beoordeling

Het niet mogen fitnessen is een in de inrichting algemeen geldende regel. Daartegen kan in beginsel niet worden geklaagd, tenzij deze regel in strijd is met hogere wet- en regelgeving. Daarvan is sprake, omdat gedetineerden volgens artikel 48, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet recht hebben op lichamelijke oefening en het beoefenen van sport gedurende (tenminste) tweemaal drie kwartier per week. De beroepscommissie zal daarom de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

In de brieven van de Minister voor Rechtsbescherming is geen landelijke maatregel afgekondigd op grond waarvan gedetineerden niet (individueel) mochten sporten. In de brief van 18 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/2021, 24 587, nr. 803) is slechts aangegeven dat er weer in groepen gesport mag worden. Wel heeft de Minister op 9 februari 2021 (Aanhangsel Handelingen II, 2020/2021, nr. 1632) benadrukt dat de directeur ruimte heeft voor het treffen van maatregelen binnen de inrichting. Van die ruimte heeft de directeur gebruik gemaakt. Het niet mogen fitnessen was van toepassing op alle gedetineerden in de PI Vught. In het bericht van het corona-actieteam van 4 maart 2021 is, in navolging van soortgelijke eerdere berichten van 5 januari 2021 en 3 februari 2021, duidelijk vermeld dat de sport voor gedetineerden komt te vervallen. De beroepscommissie is van oordeel dat de coronasituatie ten tijde van het beklag het niet mogen sporten van klager rechtvaardigde. Temeer nu de directeur klager tegemoet is gekomen door hem vanaf 7 maart 2021 in de gelegenheid te stellen om te sporten.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beklag ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 17 oktober 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven