Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 20/16760/GA, 14 januari 2022, beroep
Uitspraakdatum:14-01-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          20/16760/GA           

 

Betreft [Klager]

Datum 14 januari 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[Klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij tijdens zijn verblijf in een strafcel (stelselmatig) na het douchen is gefouilleerd.

De beklagcommissie bij de PI Vught heeft op 18 december 2020 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €10,- (VU 2020/1103). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft […], juridisch medewerker bij de PI Vught, en klagers raadsman, mr. T.S. van der Horst, gehoord op de zitting van 19 november 2021 in de PI Vught. Hoewel de beroepscommissie vervoer voor klager heeft geregeld zodat hij op de zitting kon worden gehoord, heeft hij van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Als toehoorder was […], secretaris bij de RSJ, aanwezig.

Het derde lid van de beroepscommissie, mr. M.J. Stolwerk, kon niet bij de zitting aanwezig zijn, maar beslist wel mee op het beroep, aan de hand van het dossier en wat tijdens de zitting is besproken. Partijen hebben aangegeven geen bezwaar hiertegen te hebben. 

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Klager heeft op 25 juni 2020 een disciplinaire straf van plaatsing in een strafcel opgelegd gekregen en op 26 juni 2020 heeft hij beklag ingediend tegen het stelselmatig fouilleren na een bezoek aan de doucheruimte op de afdeling van de strafcellen. Vooropgesteld dient te worden dat na een verblijf van één dag in de strafcel nog geen sprake kan zijn van stelselmatig fouilleren.

De beklagcommissie heeft een onjuiste voorstelling van zaken geschetst. Er zijn verschillende momenten waarop een gedetineerde tijdens een verblijf in de strafcel niet onder toezicht van het personeel staat, zoals tijdens het luchten en douchen, tijdens een toiletronde en na een bezoek van een inrichtingsfunctionaris. Als klager gebruikmaakt van het douchemoment of de dagelijkse toiletrondes, is er geen honderd procent toezicht door het personeel. De douche is een afgeschermde ruimte met een glazen wand. Het personeel kijkt niet vanachter de glazen wand toe als een gedetineerde staat te douchen, omdat dit een inbreuk is op de privacy van de gedetineerde. Er hangt weliswaar een camera, maar die staat niet standaard aan, omdat daar een beschikking voor nodig is. Op 25 juni 2020 stond deze dan ook niet aan. Op het moment dat klager aan het douchen is, is het personeel bezig met de voorbereidingen van de cel waar klager na het douchemoment of de toiletronde weer naartoe gaat.

Een gedetineerde die in een strafcel verblijft wordt (standaard) gefouilleerd na momenten dat hij niet onder toezicht van het personeel is geweest. Ook worden de ruimtes waarvan de gedetineerde gebruik heeft gemaakt, naderhand gecontroleerd. Deze regels gelden niet alleen voor unit 5, waar klager verblijft, maar voor alle units binnen de PI Vught, zodat het algemene regels zijn die voor alle gedetineerden in een vergelijkbare situatie gelden.

Een gedetineerde dient in het kader van de veiligheid op verschillende momenten een onderzoek aan zijn kleding te ondergaan. Dat onderzoek moet voorkomen dat de gedetineerde voorwerpen bij zich draagt die niet zijn toegestaan. Die mogelijkheid bestaat ook in de strafcel. De overweging van de beklagcommissie dat een gedetineerde in de strafcel enkel beschikking heeft over een kussen of een matras, is dan ook onjuist. Bovendien heeft klager vanuit het niets met simpele middelen vernielingen weten aan te richten, waarvoor hem op 25 juni 2020 de disciplinaire straf is opgelegd. Klager wordt na iedere douchebeurt – mits hij niet onder direct toezicht van het personeel is geweest – gefouilleerd. Hij mag evenwel niet elke dag douchen en als hij gebruikmaakt van de doucheruimte voor bijvoorbeeld het poetsen van zijn tanden, houdt het personeel toezicht en wordt hij na afloop niet gefouilleerd. Klager wordt dus enkel gefouilleerd na momenten dat omwille van zijn privacy geen rechtstreeks toezicht door het personeel wordt gehouden, zodat het fouilleren een duidelijk doel dient. Dan is het fouilleren niet stelselmatig, maar doelmatig. Op het moment dat fouilleren niet doelmatig is, kan van stelselmatig fouilleren worden gesproken.         

Standpunt van klager

Klager betwist dat hij niet onder rechtstreeks toezicht van het personeel staat als hij in de doucheruimte is. De doucheruimte heeft een glazen wand waar men achter kan zitten om toezicht te houden en ook is een camera in de doucheruimte aanwezig. Klager heeft geen contact met medegedetineerden en de ruimtes zijn kaal ingericht en worden vooraf gecontroleerd. Voorwerpen worden ter plaatse aan klager aangereikt en die moet hij ook weer inleveren. Er zijn strenge controles en veiligheidsmaatregelen ingebouwd en klager kan redelijkerwijs geen spullen achterhouden of meenemen, zodat er geen noodzaak tot fouilleren is. De directeur geeft aan dat het protocol is om een gedetineerde te fouilleren als hij niet onder toezicht van het personeel is geweest. Het lijkt er niet op dat er een belangenafweging is gemaakt voorafgaand aan het fouilleren van klager. Als het personeel klager elke keer fouilleert nadat zij hem uit het oog zijn verloren, kan van routinematig fouilleren worden gesproken. Dat is in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

Namens klager wordt de beroepscommissie verzocht om de situatie (doucheruimte) ter plaatse te bekijken, zodat zij zich een beeld kan vormen van de ruimte en mogelijkheden om toezicht te houden. 

 

3. De beoordeling

Klagers raadsman heeft de beroepscommissie verzocht om de doucheruimte in het strafcellencomplex van de PI Vught ter plaatse te bekijken. De beroepscommissie wijst dat verzoek af, nu zij zich op basis van de stukken en wat ter zitting is besproken voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

De directeur is op grond van artikel 29, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) bevoegd een gedetineerde bij binnenkomst of bij het verlaten van de inrichting, voorafgaand aan of na afloop van bezoek, dan wel indien dit anderszins noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting, aan zijn lichaam of aan zijn kleding te onderzoeken.

De directeur heeft toegelicht dat klager wordt gefouilleerd op momenten dat hij niet onder (rechtstreeks) toezicht van het personeel is geweest. De noodzaak voor het onderzoek aan klagers lichaam of kleding (fouilleren) zoals bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Pbw bestaat uit de omstandigheid dat er geen toezicht is geweest en het veiligheidsrisico dat dit met zich brengt. Een alternatief voor dit onderzoek is het houden van toezicht op de gedetineerde. De directeur heeft er evenwel bewust voor gekozen om op momenten waarop dit een schending van de privacy van de gedetineerde zou kunnen opleveren, zoals tijdens het douchen, het personeel geen toezicht te laten houden, maar de gedetineerde in plaats daarvan na afloop van een dergelijk (douche)moment aan zijn lichaam te onderzoeken. De beroepscommissie acht deze werkwijze en daarmee het fouilleren van klager niet onredelijk of onbillijk. Met deze handelswijze is in dit geval ook geen sprake van stelselmatig fouilleren.      

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren. De grondslag voor de door de beklagcommissie aan klager toegekende tegemoetkoming komt daarmee te vervallen.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Deze uitspraak is op 14 januari 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. J.B. Oreel en mr. M.J. Stolwerk, leden, bijgestaan door Y.L.F. Schuren, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven