Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/21984/GB, 29 december 2021, beroep
Uitspraakdatum:29-12-2021

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          21/21984/GB           

Betreft klager

Datum 29 december 2021

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van klager (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 20 mei 2021 beslist klager over te plaatsen naar de gevangenis van de Penitentiaire Inrichting (PI) Heerhugowaard.

Klager heeft daartegen bezwaar ingediend. Verweerder heeft op 22 juni 2021 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klagers raadsvrouw, mr. B.N.R. Maenen, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft als eerste voorkeurslocatie de PI Alphen te Alphen aan den Rijn opgegeven. In de PI Alphen is het voor klager mogelijk om te starten met een behandeling bij De Waag. Deze behandeling is van belang in het kader van klagers tbs (met dwangverpleging). Klager had reeds een positieve beslissing ontvangen van verweerder op zijn verzoek tot overplaatsing naar de PI Alphen. Deze beslissing is teruggedraaid, omdat in 2017 een integriteitskwestie heeft plaatsgevonden in de PI Alphen, waarbij klager een relatie kreeg met een medewerkster. Hij is inmiddels met haar getrouwd en zij hebben samen een woning in [plaats]. Klagers vrouw werkt al jaren niet meer in de PI Alphen.

Als tweede voorkeur heeft klager het Justitieel Complex (JC) Zaanstad opgegeven, omdat hij daar ook behandeling kan volgen. Klager heeft een contra-indicatie voor een meerpersoonscel (MPC). Het is klager bekend dat in het JC Zaanstad 24 eenpersoonscellen (EPC) beschikbaar zijn, verdeeld over meerdere afdelingen. Klager meent dat hij op een dergelijke afdeling, zoals een afdeling met Extra Zorgvoorziening, geplaatst kan worden. Omdat klager vanwege de contra-indicatie niet naar het JC Zaanstad overgeplaatst kon worden, heeft hij de PI Heerhugowaard opgegeven als tweede keuze, maar dat had zeker niet zijn voorkeur. Een behandeling zoals klager die nodig heeft, is namelijk niet beschikbaar in de PI Heerhugowaard.

Verder kan klager in de PI Alphen en het JC Zaanstad goed bezoek ontvangen van zijn familie en kinderen, die in [plaats] en [plaats] wonen. Klagers vrouw werkt als ZZP’er in de zorg en zij kan, gelet op de bezoekuren in de PI Heerhugowaard, klager moeilijk bezoeken.

Standpunt van verweerder

Vanwege klagers detentiehistorie kan hij in niet in elke PI geplaatst worden. Overplaatsing naar de PI Alphen is niet mogelijk vanwege een eerdere integriteitskwestie. Klager heeft als gedetineerde tijdens zijn (huidige) detentie in de PI Alphen zijn huidige vrouw leren kennen. Nadat bekend werd dat zij een relatie hadden, is klager destijds overgeplaatst. Op 3 juni 2019 heeft klager zijn huidige vrouw dusdanig ernstig verwond, dat hem - onder andere - hiervoor een gevangenisstraf van 57 maanden en tbs is opgelegd.

In de locatie Hoogvliet te Rotterdam heeft klager gevochten met een medegedetineerde, waarvoor klager 10 dagen in de strafcel heeft verbleven. Tijdens zijn verblijf in de strafcel heeft zijn vrouw op 7 januari 2020 via bezoek geprobeerd om contrabande (gsm en hasj) aan klager te overhandigen. Toen het personeel ingreep om dit te voorkomen, heeft klager geweld tegen hen gebruikt. Hierna is klager overgeplaatst naar de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden van de PI Vught.

Gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden van klager en zijn vrouw is het begrijpelijk dat de PI Alphen een plaatsing van klager te complex vindt. Daarnaast staat dit een ongestoorde tenuitvoerlegging van klagers detentie in de weg.

Met het oog op de capaciteit van het JC Zaanstad worden daarvoor alleen gedetineerden geselecteerd die in een MPC geplaatst kunnen worden. Klager heeft op grond van zijn veroordeling een contra-indicatie voor plaatsing in een MPC. Het is aan het JC Zaanstad om, als blijkt dat een gedetineerde tóch niet geschikt is voor plaatsing in een MPC, hem op de luwteafdeling te plaatsen of om overplaatsing te verzoeken. Dit betreft een beslissing van de directeur op grond van artikel 16 van de Penitentiaire beginselenwet.

Klager kon dus niet overal geplaatst worden. Vooropgesteld dat een detentiesituatie bezoekproblemen met zich meebrengt, blijkt uit klagers bezoekerslijst van de PI Heerhugowaard dat hij van juni 2021 tot en met oktober 2021 bezoek heeft ontvangen van zijn vrouw en zijn familie. Klager heeft ook gebruik gemaakt van bezoek zonder toezicht. Daarnaast is de afstand van Amsterdam naar Heerhugowaard gelijk aan de afstand tussen [plaats] en [plaats].

 

3. De beoordeling

Klager verbleef in de gevangenis van de PI Lelystad. Op 28 mei 2021 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de PI Heerhugowaard. Klager wilde (en wil) graag worden geplaatst in de gevangenis van de PI Alphen of, indien dit niet mogelijk is, in de gevangenis van het JC Zaanstad, omdat zijn behandeling daar kan starten en zijn familie dan (gemakkelijker) op bezoek kan komen.

Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden wordt een gedetineerde die tot een gevangenisstraf is veroordeeld, in beginsel in het arrondissement van vestiging geplaatst. Als daar geen plaats beschikbaar is, wordt de gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst. Gedetineerden die in het plusprogramma verblijven krijgen voorrang. Klagers vestigingsadres is gelegen in Alphen aan den Rijn.

Uit de stukken komt naar voren dat klager een lange detentiehistorie heeft. Hij heeft onder andere verbleven in de PI Dordrecht, de locatie Hoogvliet, de PI Alphen, de PI Krimpen aan den IJssel en de PI Lelystad. Op 18 mei 2021 heeft de directeur van de PI Lelystad verweerder met spoed verzocht om klager over te plaatsen, in verband met een integriteitskwestie. Daarbij heeft klager als voorkeursinrichting de PI Alphen opgegeven. In verband met een eerdere integriteitskwestie, waarbij hij een relatie met een medewerkster - zijn huidige vrouw en tevens slachtoffer in klagers huidige veroordeling - is aangegaan, kon klager niet overgeplaatst worden naar de PI Alphen. Een plaatsing van klager in de PI Alphen is gelet op de omstandigheden complex en staat tevens een ongestoorde tenuitvoerlegging van klagers detentie in de weg. Dat klagers vrouw reeds meerdere jaren niet meer in de PI Alphen werkt, maakt dat niet anders. Dit geldt temeer nu zij eerder heeft geprobeerd contrabande in te voeren in een PI.

Verder volgt uit de stukken dat klager eveneens niet geplaatst kon worden in het JC Zaanstad, de tweede voorkeursinrichting van klager. Het JC Zaanstad beschikt feitelijk alleen over MPC’s, terwijl klager daarvoor een contra-indicatie heeft. Plaatsing in een EPC in het JC Zaanstad kan enkel plaatsvinden indien de directeur hiertoe aanleiding ziet of indien sprake is van een (zorg)indicatie. Nu klager niet overgeplaatst kon worden naar de eerste twee inrichtingen van zijn voorkeur, heeft verweerder klager geselecteerd voor overplaatsing naar de - feitelijk - derde voorkeursinrichting, te weten de PI Heerhugowaard.

De beroepscommissie stelt verder op basis van de bezoekerslijst van de PI Heerhugowaard vast dat klager regelmatig bezoek ontvangt, onder meer van zijn vrouw. Hij is dus niet verstoken van bezoek. Daarnaast zijn de door klager aangevoerde bezoekproblemen onvoldoende toegelicht of onderbouwd.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 29 december 2021 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, drs. M.R. van Veen en mr. M.J. Stolwerk, leden, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven