Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3251/GB, 14 februari 2008, beroep
Uitspraakdatum:14-02-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/3251/GB

Betreft: [klager] datum: 14 februari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.M. Seebregts, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 november 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 15 december 2004 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.)/ISD Rotterdam. Op 19 oktober 2007 is hij geplaatst in de gevangenisunit van de locatie Dordtse Poorten, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Aan de beslissing om klager te plaatsen in de locatie Dordtse Poorten, ligt onder andere ten grondslag dat klager niet zou willen meewerken aan het project Terugdringen Recidive (TR). Dit berust echter op een misverstand. Er is sprake van een eerste
detentie en klager verwijst naar zijn registratiekaart. Eind 2006 heeft klager deelgenomen aan TR. De score was laag, hetgeen duidt op een zeer gering recidivegevaar. De trajectbegeleider heeft daarom aan klager meegedeeld dat het gezien klagers
situatie niet nodig was om mee te werken aan TR en dat klager vervolgens geplaatst zou worden in de gevangenis De IJssel. Niemand heeft gewezen op de nadelige consequenties om niet deel te nemen aan TR. Klager is altijd bereid geweest om mee te werken
aan TR en dat is nog immer het geval. Omdat klager wel degelijk bereid is om mee te werken aan TR, is plaatsing in een TR-inrichting geïndiceerd.
Als klager heeft geweigerd om mee te werken aan TR, dan is dat nog geen reden om klager te plaatsen in de locatie Dordtse Poorten. De plaatsing in de locatie Dordtse Poorten is onredelijk, omdat klager graag zou willen doorgaan met het OKD-programma
(Ouder-Kind-Detentie). Het OKD-programma wordt niet aangeboden in de locatie Dordtse Poorten, terwijl het wel wordt aangeboden in de gevangenis De IJssel. Voorts is de plaatsing in genoemde locatie problematisch, omdat de levenspartner van klager niet
over een auto beschikt en onvoldoende financiële middelen heeft om met het openbaar vervoer naar Dordrecht te reizen, temeer nu klager en zijn vrouw vijf kinderen hebben. Klager wil zijn kinderen met enige regelmaat zien.
Klager verzoekt verder om een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit de selectierapportage van het BSD blijkt dat klager niet akkoord is gegaan met deelname aan TR vanwege een eerdere deelname daaraan. Door klagers weigering om deel te nemen aan TR, waarmee geen indicatie kan worden verkregen inzake mogelijke
recidiveverhogende factoren, is verdere detentiefasering niet aan de orde. Klager heeft volgens de selectierapportage meerdere detenties ondergaan, waarbij een laatste verblijf in januari 2007 werd afgesloten met een ontvluchting. Een onderzoek naar
recidiveverhogende factoren is daarom gewenst. Nu klager weigert aan TR deel te nemen, wordt hierover geen duidelijkheid verkregen.
De gevangenis De IJssel is een normaal beveiligde inrichting waar - in beginsel - voornamelijk TR-deelnemers geplaatst worden. Als de wachtlijst dit toelaat of als er sociale c.q. medische gronden zijn kunnen daar ook niet-TR-deelnemers geplaatst
worden.
Om een mogelijke leegstand binnen de locatie Dordtse Poorten te voorkomen en vanwege de verantwoordelijkheid om de celcapaciteit optimaal te benutten, is klager geselecteerd voor voornoemde locatie. Omdat deze locatie tevens nabij Rotterdam is gelegen,
is in zekere mate rekening gehouden met bezoek vanuit Rotterdam. Daarbij heeft klager meerdere malen bezoek ontvangen. De ongemakken voor het bezoek zijn inherent aan het ondergaan van detentie, echter uit het bezoekersoverzicht blijkt dat de
ongemakken
niet aan de orde zijn.
Het project ‘Ouder-Kind-Detentie’ is een intern project, geïnitieerd door de directie, waarop de selectiefunctionaris geen invloed heeft en geen rekening mee houdt.
Voorts heeft klager, ondanks zijn opmerkingen in het bezwaarschrift en beroepschrift, nimmer in een motivatiebrief kenbaar gemaakt dat hij alsnog wil deelnemen aan TR.

4. De beoordeling
4.1. De locatie Dordtse Poorten is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De selectiefunctionaris gaat er in de toelichting naar aanleiding van het beroepschrift van uit, in verband met de vraag naar de bereidheid tot deelname aan een TR-traject, dat klager meerdere detenties heeft ondergaan. Het selectieadvies
vermeldt echter dat de huidige de eerste detentie is die klager ondergaat. In de motivering van de beslissing op het bezwaar wordt hieromtrent echter niets overwogen. De bestreden beslissing, waarin de vraag naar de bereidheid van klager om deel te
nemen aan het TR-traject centraal staat, kan daarom niet in stand blijven.
Verder verdient het volgende nog de aandacht. Uit de overgelegde gegevens omtrent het bezoek dat klager in de locatie Dordtse Poorten heeft ontvangen, kan niet blijken of klager al dan niet bezoek van zijn kinderen heeft ontvangen. De
selectiefunctionaris heeft de verplichting de optimale benutting van de beschikbare celcapaciteit te bewaken en daarnaast rekening te houden met de persoonlijke belangen van klager. In de motivering van de bestreden beslissing blijkt onvoldoende in
hoeverre met de specifieke persoonlijke belangen van klager in verband met het contact met zijn kinderen rekening is gehouden. Het enkele beroep op het feit dat hier sprake is van een “intern project” is daarvoor onvoldoende. De selectiefunctionaris
zal
worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 14 februari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven