Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2951/GM, 29 januari 2008, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2951/GM

betreft: [klager] datum: 29 januari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 18 oktober 2007 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 december 2007, gehouden in de p.i. Amsterdam, is gehoord het hoofd van de medische dienst van de p.i. Rijnmond te Krimpen aan den IJssel [...].

Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur, houdt in dat de medische dienst klager te kort en te weinig vloeibare voeding heeft voorgeschreven nadat hij een chirurgische ingreep aan zijn mondhoeken had ondergaan.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door klager is de klacht als volgt toegelicht.
Klager had, na behandeld te zijn door de chirurg, hechtingen aan zijn mondhoeken. Eerst is hem door de medische dienst vijf dagen vloeibare voeding voorgeschreven. Hij kreeg toen een halve liter vla of yoghurt en dat is veel te weinig voor iemand die
100 kilo weegt. Na vijf dagen zouden de hechtingen eruit gaan maar het werd verlengd met vijf dagen.
Hij heeft hemel en aarde bewogen om weer vloeibaar voedsel te krijgen, maar hij heeft van de medische dienst niets meer gekregen. Het afdelingshoofd had een pak Brinta voor klager geregeld, maar klager heeft gewoon twaalf dagen honger gehad. De
voedingsdienst is niet eens ingeschakeld. Na twaalf dagen Brinta was klager tien kilo afgevallen.

Het hoofd van de medische dienst heeft het volgende standpunt ingenomen.
Er is naar de voedingsdienst een briefje gegaan dat klager tot nader order vloeibare voeding verstrekt diende te worden. Na vijf dagen had het opgelost moeten zijn en hadden de hechtingen eruit gekund, maar dit is verlengd. Het hoofd van de medische
dienst heeft toen telefonisch contact opgenomen met de voedingsdienst en voorgeschreven dat klager nog langer vloeibare voeding verstrekt diende te worden. In totaal is hem tien dagen vloeibare voeding verstrekt. Uit de medische informatie blijkt dat
er
een staafmixer voor klager is geregeld, maar dat hij deze niet heeft gebruikt.

3. De beoordeling
Uit de toelichting van het hoofd van de medische dienst ter zitting en de stukken is gebleken dat de medische dienst tot nader order vloeibare voeding heeft voorgeschreven en dat toen na vijf dagen bleek dat dit gecontinueerd diende te worden omdat
klagers hechtingen nog niet verwijderd waren, het hoofd van de medische dienst de voedingsdienst telefonisch verzocht heeft om de vloeibare voeding te continueren. Dat naar mening van klager hem enkel een halve liter vla/yoghurt per dag is verstrekt
door de voedingsdienst kan niet de medische dienst worden verweten. De wijze waarop de voedingsdienst omgaat met het betreffende advies regardeert immers in beginsel niet de medische dienst. Overigens blijkt uit klagers medische informatie dat hem een
staafmixer voor voeding is aangeboden, maar dat hij deze niet gebruikt heeft en blijkt uit klagers toelichting dat hem Brinta is verstrekt.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de medische dienst niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en R. Vogelenzang, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 januari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven