Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8596/GA, 10 februari 2022, beroep
Uitspraakdatum:10-02-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          R-20/8596/GA           

Betreft [klager]

Datum 10 februari 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij de kosten voor zijn televisieaansluiting sinds het begin van zijn detentie wekelijks betaalt, terwijl de meerderheid van de medegedetineerden op de afdeling deze kosten niet betaalt.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn heeft op 9 november 2020 het beklag ongegrond verklaard (AR-2020-850). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. K. Kuster, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Alphen (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

De directeur heeft zijn zorgplicht geschonden. De financiële afdeling, die onder het gezag van de directeur valt, heeft een fout gemaakt. Gedetineerden in de PI Alphen hebben geruime tijd geen kosten hoeven betalen voor de aansluiting en de huur van een televisie. De directeur heeft bij klager deze kosten met terugwerkende kracht gevorderd. Bij veel medegedetineerden heeft deze terugvordering niet plaatsgevonden. Er is sprake van willekeur en het gelijkheidsbeginsel is geschonden. De directeur dient aan klager de betaalde abonnementskosten terug te betalen. Voor het overige persisteert klager bij zijn standpunten zoals ingenomen in de beklagprocedure.

Standpunt van de directeur

Iedere gedetineerde die in de PI Alphen gebruik wenst te maken van de televisieaansluiting betaalt daarvoor €3,- per week. Het is niet juist dat de kosten voor de televisieaansluiting bij klager met terugwerkende kracht zijn gevorderd. Klager heeft vanaf zijn binnenkomst in de PI Alphen wekelijks de televisiekosten betaald. Naar aanleiding van de signalen van klager heeft de directeur onderzocht of het klopt dat de kosten voor de televisieaansluiting bij andere gedetineerden niet in rekening zijn gebracht. Uit dit onderzoek is gebleken dat bij een aantal gedetineerden deze kosten niet zijn afgeschreven. Inmiddels heeft er bij deze gedetineerden een rectificatie plaatsgevonden en zijn de kosten voor gebruik van de televisieaansluiting in rekening gebracht. De directeur heeft ervoor gekozen bij diverse gedetineerden de kosten niet terug te vorderen, omdat dit een fout van de inrichting betrof. Deze kosten komen voor rekening van de directeur.

3. De beoordeling

Overeenkomstig de aanwijzingen in de Circulaire standaardisering fondsen, gewijzigd per 8 oktober 2009 (5623586/09/DJI) alsmede paragraaf 2.2. van de huisregels van PI Alphen bedragen de kosten voor de huur van de televisie en/of het gebruik van de aansluiting €3,- per week. Het beklag ziet daarom op een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende algemene regel. Van een beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet is derhalve geen sprake. Tegen een algemene regel staat geen beklag open, tenzij die regel in strijd is met hogere wet- of regelgeving. Daarvan is niet gebleken.

Naar het oordeel van de beroepscommissie is geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel, noch van willekeur, nu ten aanzien van klager geen fout is gemaakt met betrekking tot het innen van de kosten voor het gebruik van de televisieaansluiting. De omstandigheid dat andere gedetineerden worden gecompenseerd in de kosten omdat ten aanzien van hen door de inrichting een fout is gemaakt, maakt dit niet anders. Klager kan hier geen rechten aan ontlenen.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Deze uitspraak is op 10 februari 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. E. Dinjens en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. B.M.L. Commelter, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven