Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2768/JB, 8 februari 2008, beroep
Uitspraakdatum:08-02-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/2768/JB

Betreft: [klager] datum: 8 februari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1988], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 5 oktober 2007 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 januari 2008, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Engh te Den Dolder zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. G. van der Wal, en namens de selectiefunctionaris [...] en
[...]..

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem van j.j.i. De Doggershoek over te plaatsen naar j.j.i. De Heuvelrug ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak van 24 januari 2005 veroordeeld tot jeugddetentie van 18 maanden en pij-maatregel opgelegd. Op 20 juni 2006 is hij geplaatst op een behandelafdeling van De Doggershoek. De directeur van De
Doggershoek
heeft bij brief van 17 augustus 2007 verzocht om herselectie en overplaatsing van klager. Klager is op 20 augustus 2007 overgeplaatst naar De Heuvelrug, locatie Eikenstein (opvang in afwachting van herselectie). De selectiefunctionaris heeft deze
beslissing op 21 augustus 2007 in een schriftelijk besluit neergelegd. Op 12 november 2007 is klager overgeplaatst naar De Heuvelrug, locatie Overberg (behandelinrichting).

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Het beroep is gericht tegen zijn onterechte overplaatsing uit De Doggershoek. Van de selectiefunctionaris mag een kritische opstelling worden verwacht in geval van een herselectieverzoek. Klager ontkent de door de directeur van die inrichting gegeven
reden voor de overplaatsing en ziet niet in waarom juist hij moest worden weggeplaatst en zijn behandeling in De Doggershoek moest worden beëindigd. Hem is gezegd dat hij moest worden overgeplaatst omdat een groepsgenoot hem van het leven wilde beroven
omdat klager hem zou hebben opgelicht. Die groepsgenoot heeft echter bewust gelogen dat klager geld van hem zou hebben gestolen, opdat klager in de iso zou worden gezet en die groepsgenoot zo zijn kleding en sieraden kon stelen. De beklagzaak over die
diefstal loopt nog. De Doggershoek heeft hem nooit de kans gegeven om het conflict op een positieve manier op te lossen. Niet klager, maar juist die groepsgenoot wilde niet over de kwestie praten. Klager wilde wel praten, omdat er voor hem veel op het
spel stond, maar het personeel was bang dat die groepsgenoot klager zou aanvliegen. Klager was daar niet bang voor omdat hij zichzelf daartegen kan en mag verdedigen. Het klopt dat klager een paar keer te laat van verlof is teruggekeerd in De
Doggershoek, omdat hij te laat van een familiefeest was vertrokken en daardoor zijn bus en trein had gemist. Het ging, ook blijkens evaluatierapportage van juni 2007, echter goed met hem in De Doggershoek. Hij zat in de resocialisatiefase. Hij had in
principe verlof om te gaan werken, maar dat heeft door de overplaatsing geen doorgang gevonden. De beslissing van de directeur tot overplaatsing en herselectie is te licht genomen. Er waren wel andere incidenten dan het conflict met de groepsgenoot,
maar er is geen aanwijzing dat die eerder reden vormden om de resocialisatie terug te draaien. Deze incidenten zijn aangegrepen om de wegplaatsing te kunnen rechtvaardigen. Klager heeft een keer visitatie geweigerd, omdat hij daarvoor al drie keer
eerder was gevisiteerd. Volgens een gemaakte röntgenfoto heeft hij niets geslikt.
De desbetreffende groepsgenoot zou twee maanden na klagers overplaatsing zijn uitgeleverd aan Duitsland; hij staat in ieder geval niet meer op de lijst van De Doggershoek. Klager wil teruggeplaatst worden in De Doggershoek, omdat men hem daar kent. In
de locatie Overberg moet hij helemaal opnieuw beginnen, waardoor zijn behandeling nu grote vertraging oploopt. Hij wordt daar nu nog geobserveerd, hoewel De Doggershoek had aangegeven dat klagers resocialisatie door de nieuwe inrichting kon worden
overgenomen. Klagers pij-maatregel eindigt op 5 februari 2008, als deze niet verlengd wordt. De verlengingszitting vindt plaats op 28 januari 2008. De Doggershoek heeft geadviseerd tot verlenging van de pij, de officier van justitie zou een verlenging
van zes maanden hebben gevorderd. Het is maar de vraag of de locatie Overberg de behandeling in die periode kan afronden. Volgens de psycholoog van Overberg hangt zijn behandeltraject af van klagers ontwikkeling daar en het leren van vaardigheden. Hij
zit op een gesloten groep en mag een keer per drie weken met verlof. Pas als hij op een open groep verblijft, kan hij gaan werken.
Klager koestert geen wrok tegen De Doggershoek, maar is wel boos en teleurgesteld. Hij neemt het de directie kwalijk dat hij onterecht is weggeplaatst.

De selectiefunctionaris heeft de beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris kijkt altijd kritisch naar een herselectieverzoek en mogelijke alternatieven. De overplaatsingsbeslissing is niet licht genomen. De Doggershoek heeft een grote gang in het midden van de inrichting, waar jeugdigen elkaar
gemakkelijk tegen kunnen komen. Uit de stukken en contact met de inrichting kwam naar voren dat klager en de desbetreffende groepsgenoot vanwege een niet op te lossen conflict, waarbij onderling dreigementen werden geuit, niet samen in dezelfde
inrichting konden verblijven en dat De Doggershoek ervoor heeft gekozen om klager uit te plaatsen. Reden daarvoor is gelegen in de omstandigheid dat klager zich in de voorliggende periode niet behandelbaar heeft opgesteld en bij meerdere incidenten
betrokken is geweest. Hij heeft zich meermalen niet aan de voorwaarden van het verlofplan gehouden en is tweemaal verdacht van het binnensmokkelen van contrabande waarbij hij niet heeft meegewerkt aan visitatie. Op grond daarvan is besloten klager over
te plaatsen. De locatie Overberg is na De Doggershoek de inrichting die het meest dichtbij Hoofddorp, de woonplaats van klagers ouders, ligt.
De desbetreffende groepsgenoot verblijft niet meer in De Doggershoek, maar is niet uitgeleverd. Klager is vrij snel op een nieuwe behandelafdeling in Overberg opgenomen en er ligt nu een behandelplan dat op 23 januari 2008 zal worden besproken. Het
gaat
daar goed met hem. De selectiefunctionaris kan moeilijk anticiperen op een eventuele terugkeer van klager naar De Doggershoek, maar is bereid om bij de behandelaar van Overberg na te vragen welk behandeltraject men met klager wil ingaan. Voortzetten
van
behandeling aldaar zal waarschijnlijk minder vertraging opleveren dan een terugkeer naar De Doggershoek, omdat het niet realistisch is om te verwachten dat hij daar na terugkeer op korte termijn zijn oude verlofstatus terug zal hebben.

4. De beoordeling
Het beroepschrift richt zich tegen de ongegrondverklaring van het bezwaar tegen de beslissing tot klagers overplaatsing van j.j.i. De Doggershoek naar j.j.i. De Heuvelrug, locatie Eikenstein (opvang, in afwachting van herselectie). Hangende dit beroep
is klager overgeplaatst naar de locatie Overberg van die j.j.i. (behandelinrichting). Nu het beroep in de kern is gericht tegen wegplaatsing van klager uit j.j.i. De Doggershoek naar j.j.i. De Heuvelrug, kan klager in zijn beroep worden ontvangen.

Klager ondergaat de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd. In afwachting van herselectie kan ingevolge artikel 9, tweede lid, onder d, Bjj plaatsing in een opvanginrichting plaatsvinden.
De locaties Eikenstein en Overberg zijn normaal beveiligd.

Vast staat dat de directeur van De Doggershoek de selectiefunctionaris een gemotiveerd verzoek tot overplaatsing en herselectie ten aanzien van klager heeft gedaan.
De selectiefunctionaris heeft ten tijde van het nemen van de beslissing in redelijkheid op de door de directeur in dat kader verstrekte inlichtingen mogen afgaan en kunnen beslissen tot overplaatsing en herselectie van klager. Uit die inlichtingen komt
immers naar voren dat er sprake was van een, in ieder geval niet op kortere termijn, op te lossen conflict tussen klager en een groepsbewoner, waarbij over en weer dreigementen zijn geuit, en dat beiden in het belang van de orde en veiligheid in de
inrichting niet samen in dezelfde inrichting konden verblijven. Een van hen diende derhalve te worden overgeplaatst. Voorts komt daaruit naar voren dat de directeur er voor heeft gekozen om klager te doen overplaatsen en herselecteren, omdat hij zich
een aantal keren niet aan de verlofvoorwaarden heeft gehouden en werd verdacht van het binnensmokkelen van contrabande, terwijl hij visitatie heeft geweigerd, wat door klager is bevestigd. De omstandigheid dat nadien uit een röntgenfoto zou zijn
gebleken dat hij geen drugs heeft ingeslikt, kan op zich daaraan niet afdoen.

De beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.

Ten overvloede wordt overwogen dat de beroepscommissie er aan hecht op te merken dat klagers behandeling door Overberg voortvarend opgepakt dient te worden. Daarbij wil zij klager in overweging geven zich te richten op zijn behandeling in Overberg en
zich niet vast te bijten in het volgens hem door De Doggershoek aangedane onrecht dan wel in zijn mening dat hij bij terugkeer aldaar in zijn oude resocialisatietraject zal terugkeren, omdat dit naar alle waarschijnlijkheid meer vertraging in zijn
behandeling zal opleveren. Het is immers de vraag hoe klagers behandeling bij een eventuele terugkeer in De Doggershoek zal worden vorm gegeven.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, voorzitter, mr. F.G.A. ten Siethoff en drs. H.P.J. Vos, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 8 februari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven