Nummer R-20/7326/GA
Betreft [klager]
Datum 4 januari 2022
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat de snoep- en drankautomaten in de bezoekzaal al drie weken lang niet zijn bijgevuld en/of een storing hebben.
De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 8 mei 2020 het beklag ongegrond verklaard (VU-2020-113). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Vught (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De directie schuift haar verantwoordelijkheid voor de automaten in de bezoekzaal af op de externe leverancier. De externe leverancier heeft bij klager aangegeven dat hij niet bepaalt wanneer deze automaten bijgevuld worden. De directie heeft bepaald dat dit op maandag en donderdag gebeurt. Hierdoor komt het regelmatig voor dat de automaten in het weekend, wanneer er bezoek komt, leeg zijn. De inrichting bespaart op deze manier kosten. Het tweemaal per week vullen van de automaten is niet voldoende. Verzocht wordt om een gegrondverklaring en een passende tegemoetkoming vanwege het geleden ongemak.
Standpunt van de directeur
De directeur heeft geen aanvullingen op het in de beklagprocedure ingediende verweerschrift.
3. De beoordeling
De omstandigheid waartegen klager beklag heeft ingesteld, betreft geen door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing waartegen beklag openstaat op grond van artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet. Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Deze uitspraak is op 4 januari 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. E. Dinjens en mr. D. van der Sluis, leden, bijgestaan door mr. B.M.L. Commelter, secretaris.
secretaris voorzitter