Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2434/GA, 8 februari 2008, beroep
Uitspraakdatum:08-02-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2434/GA

betreft: [klager] datum: 8 februari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in art. 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de gevangenis Veenhuizen,

gericht tegen een uitspraak van 31 augustus 2007 van de beklagcommissie bij de gevangenis Veenhuizen, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 januari 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Noord te Hoogeveen, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij voormelde gevangenis.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het – na een overplaatsing – niet langer in de verblijfsruimte mogen houden van een stereo-installatie.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en bepaald dat de directeur met klager in overleg dient te treden over een redelijke compensatie.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De gevangenis Veenhuizen wordt intern onderverdeeld in de locaties Esserheem en Norgerhaven. In Esserheem is indertijd gekozen voor een zogenaamde sterfhuisconstructie ten aanzien van niet (langer) toegestane voorwerpen op cel. Die constructie hield in
dat de reeds in Esserheem verblijvende gedetineerden tijdens hun verdere verblijf in Esserheem die voorwerpen onder zich mochten houden en dat ten aanzien van de nieuw ingekomen gedetineerden strikt de hand wordt gehouden aan het daaromtrent bepaalde
in
de huisregels. De locaties Esserheem en Norgerhaven hebben ieder hun eigen huisregels. Dit heeft mede te maken met de aard van de daar verblijvende gedetineerden, die is verschillend. In Norgerhaven worden de huisregels strikt nageleefd. Klager kan
ofwel een nieuwe (toegestane) installatie invoeren ofwel een installatie huren bij de inrichting. De directeur is van mening dat van het aan klager toekennen van een compensatie een ongewenste precedentwerking uit zou kunnen gaan.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op dit moment verblijven er in Norgerhaven geen gedetineerden meer die apparatuur hebben moeten inleveren naar aanleiding van het gewijzigde beleid. Het huren van een vervangende installatie is in Norgerhaven op dit moment niet mogelijk. Klager zou op
zich geen bezwaar hebben tegen het huren van een andere installatie. Omdat klager nog lange tijd te gaan heeft, is het voor hem goedkoper om een nieuwe installatie te kopen. Klager heeft tot aan zijn plaatsing in Norgerhaven steeds zijn stereo op cel
mogen houden. Toen men in Esserheem bemerkte dat de stereo grotere afmetingen had dan feitelijk was toegestaan, is door klager met de directeur – door tussenkomst van het afdelingshoofd – afgesproken dat klager die installatie voor de rest van zijn
detentie onder zich mocht houden. De beklagcommissie heeft aangegeven dat die uitzondering voor de rest van klagers detentie moet gelden. Klager is van mening dat de directeur in klagers geval een uitzondering had moeten maken, de huisregels voorzien
daar ook in.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat de (intern als zodanig aangeduide) locaties Esserheem en Norgerhaven elk over een eigen (unit-)directeur en over eigen huisregels beschikken. Dit betekent dat beide inrichtingen eigen regels kunnen stellen over
voorwerpen op cel en dat afspraken die een uitzondering op de regels toelaten, in redelijkheid slechts gelden voor de locatie waarin de afspraak is gemaakt. In zoverre treft het beroep doel en kan de directeur de plaatsing van een stereo-installatie
die
niet aan de regels voldoet, verbieden. Bij uitvoering van het verbod is de directeur gehouden rekening te houden met de belangen van klager als langgestrafte aan wie in de inrichting van herkomst gebruik van de installatie op cel was toegestaan. Dit
kan
op verschillende wijzen geschieden. Bijvoorbeeld door hem een installatie die aan de voorwaarden voldoet (tijdelijk) in gebruik te geven of bijvoorbeeld door enige vorm van tegemoetkoming. Nu bij de uitvoering van het verbod aan klagers belangen tekort
is gedaan, zal klager – onder handhaving van het verbod – een eenmalige geldelijke tegemoetkoming worden toegekend.
De beroepscommissie zal daarom de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van de tegemoetkoming vernietigen en aan klager voor het door hem ondervonden ongemak een tegemoetkoming toekennen van € 50,-.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van het beklag, met wijziging van de gronden.
Zij vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van de tegemoetkoming en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,-.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 8 februari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven