Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3061/GB, 30 januari 2008, beroep
Uitspraakdatum:30-01-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/3061/GB

Betreft: [klager] datum: 30 januari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 november 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep, een ongedateerde toelichting van klagers raadsman mr. A.C. Vingerling en een toelichting van klager zelf van 24 november 2007.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is in Duitsland veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaar. Nederland heeft de tenuitvoerlegging van de straf overgenomen. Klager verblijft in de gevangenis Zoetermeer, een inrichting met een regime van algehele gemeenschap en een
normaal beveiligingsniveau.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers verzoek om overplaatsing is afgewezen, omdat hij zich twee jaar aan zijn detentie heeft onttrokken. Daardoor zou er geen vertrouwen bestaan in een goed verloop van een regimair
verlof. Klager kan zich niet verenigen met dit standpunt van de selectiefunctionaris.
Klager ondergaat een gevangenisstraf die hem oorspronkelijk in Duitsland is opgelegd. Klager heeft zijn leven in Nederland. Hier was zijn gezin en hier had hij werk. Daarom heeft hij zich destijds aan de tenuitvoerlegging van zijn straf – toen nog in
Duitsland – onttrokken. Nadat de tenuitvoerlegging van de straf was overgedragen aan Nederland, heeft hij er blijk van gegeven niet vluchtgevaarlijk te zijn. Hij heeft zich destijds vrijwillig gemeld op het politiebureau. Hij is zich ervan bewust dat
hij een straf moet ondergaan. Bovendien staat er te veel op het spel om te ontvluchten. Klager heeft inmiddels onder andere een eigen zaak. In het kader van de voorbereiding van zijn terugkeer in de maatschappij wil klager dan ook graag naar een b.b.i.
worden overgeplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager werd in Duitsland veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf. Na zes jaar kreeg hij toestemming om met verlof te gaan. Hij keerde hier niet van terug. Na twee jaar werd aan klager het verzoek gedaan zich te melden bij een Nederlands
politiebureau, aan welk verzoek hij gehoor gaf. Hierop is klager gearresteerd. Dat was op 19 juni 2007. De tenuitvoerlegging van de straf is inmiddels overgenomen. De einddatum van de detentie van klager is bepaald op 12 december 2008.
Hoewel de adviezen met betrekking tot het door klager gedane verzoek tot overplaatsing naar een b.b.i. positief waren, is het verzoek afgewezen. Klager heeft zich twee jaar aan de tenuitvoerlegging van zijn straf onttrokken en is nog niet met verlof
geweest.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (nummer 5042803/00/DJI) komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt
vlucht-
en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, p. 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Voor dit oordeel is van belang dat aan klager,
die zich eerder onttrokken heeft aan zijn detentie, nog geen vrijheden zijn toegekend.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 30 januari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven