Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2747/GB, 28 januari 2008, beroep
Uitspraakdatum:28-01-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/2747/GB

Betreft: [klager] datum: 28 januari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 oktober 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zuyderbos ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 juli 2000 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Zuyderbos
te Heerhugowaard. Op 30 juli 2007 is hij geselecteerd voor de KPO-afdeling van het penitentiair selectiecentrum (PSC) te Den Haag. Op 17 september 2007 is hij geselecteerd voor het h.v.b. Zuyderbos als passant ter herselectie. Op 18 september 2007 is
klager geselecteerd voor de gevangenis Zuyderbos. Deze overplaatsing was ten tijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is weggeplaatst uit het PSC omdat een personeelslid dat eerder met klager heeft gewerkt, bezwaren heeft tegen zijn aanwezigheid aldaar. Tussen klager en het betreffende personeelslid zou
ook veel over privézaken zijn gesproken. Klager, die overigens nog steeds niet weet om welk personeelslid het gaat, begrijpt niet waarom dit gegeven de selectiefunctionaris aanleiding geeft klager over te plaatsen. Als personeelsleden ervoor kiezen met
een gedetineerde over hun privéleven te praten, kan en mag dat geen argument zijn om later contact met die gedetineerde uit de weg te gaan of te voorkomen.
Niet gesteld wordt dat klager het betrokken personeelslid iets in de weg heeft gelegd. Dat zou klager ook bevreemden, omdat zich tussen hem en personeelsleden in de inrichtingen nooit incidenten hebben voorgedaan. De selectiefunctionaris biedt klager
ambulant onderzoek aan door een psycholoog van het PSC. Dit biedt klager geen soelaas. Klager wilde juist naar het PSC omdat hij vandaaruit naar de therapie-afdeling van het PSC zou gaan. Dit is binnen het gevangeniswezen de enige therapie-afdeling.
Aan
ambulant onderzoek heeft klager niets als daar geen behandeling of therapie op kan volgen. Het is van belang dat klager op een therapie-afdeling gedragsmatig geobserveerd en ondersteund wordt.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is kort opgenomen geweest in het PSC en deed het daar goed. Een personeelslid gaf aan klager goed gekend te hebben door een nauwe werkrelatie waarbij ook veel
privézaken besproken zouden zijn. Dit vormde de aanleiding klager terug te plaatsen naar het h.v.b Zuyderbos. Aan klager is ambulant onderzoek aangeboden, om hem toch enige zorg te kunnen bieden. De inrichting kon niet meer informatie geven over het
personeelslid. Bij een gegrondverklaring van het beroep is een terugplaatsing naar het de afdeling KPO van het PSC te prevaleren boven een tegemoetkoming.

4. De beoordeling
4.1. Klager, die als passant ter herselectie in het h.v.b. is geplaatst, behoort, gelet op artikel 9, tweede lid, Pbw, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Indien het belang van een ongestoorde tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf en de orde en rust in de inrichting daarmee gediend zijn, kan de selectiefunctionaris besluiten tot de overplaatsing van een gedetineerde. De aanleiding voor de
overplaatsing kan zijn gelegen in een verstoring van de werkrelatie tussen een gedetineerde en het personeel. Het enkele bestaan van een verstoorde werkrelatie kan een voldoende onderbouwing opleveren voor de beslissing tot overplaatsing indien het
verschaffen van concrete gegevens over die relatie op ernstige bezwaren stuit.
De beslissing van de selectiefunctionaris, waarin enkel wordt gewezen op het bestaan van een verstoorde werkrelatie, bevat een dergelijke nadere motivering niet. Dit gebrek in de motivering moet leiden tot een gegrondverklaring van het beroep.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 28 januari 2008

secretaris voorzitter

Naar boven