Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2471/TA, 7 januari 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-01-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2471/TA

betreft: [klager] datum: 7 januari 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.O. Roosjen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van 31 augustus 2007 van de beklagcommissie bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting te Nijmegen, waarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 8,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het te laat uitreiken van de behandelingsplannen van klager, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De tegemoetkoming is te gering. Deze staat in geen verhouding tot het negeren van de termijn voor de uitreiking van een behandelingsplan en daarmee de miskenning van de fundamentele schending van klagers rechten. De inrichting komt er met de toegekende
tegemoetkoming te goed vanaf en wordt niet genoeg geprikkeld om behandelingsplannen in de toekomst wel tijdig aan klager uit te reiken. De beklagcommissie heeft onvoldoende gemotiveerd hoe zij tot het bedrag van € 8,= is gekomen. Daarmee is de
uitspraak
van de beklagcommissie niet overeenkomstig artikel 65, tweede lid, Bvt met redenen omkleed.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep als volgt gereageerd.
Overeenkomstig artikel 66, zesde lid, Bvt dient het hoofd van de inrichting de rechtsgevolgen van de vernietigde beslissing voor zover mogelijk ongedaan te maken, dan wel in overeenstemming te brengen met de uitspraak van de beklagcommissie. Door het
behandelingsplan alsnog uit te reiken zijn de gevolgen in die zin reeds ongedaan gemaakt. Het daarnaast toekennen van een bedrag van € 8,= is passend, aangezien de in artikel 66, zevende lid, Bvt bedoelde tegemoetkoming geen schadevergoeding is.

3. De beoordeling
Zoals uit de uitspraak van 16 juli 2007 van de beklagcommissie blijkt, zijn de behandelingsplannen van 28 juni 2005, 20 december 2005 en 20 juni 2006 pas op 13 december 2006 aan klager overhandigd. Klager is daarmee een zeer onredelijk lange termijn
verstoken gebleven van de behandelingsplannen, waardoor zijn recht op kennisneming van het behandelingsplan gedurende langere tijd is geschonden.
De beroepscommissie kan zich dan ook niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming van € 8,=. Het beroep zal om die reden gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. G.A.M. Mensing en mr. J.M. van der Vaart, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 7 december 2008

secretaris voorzitter

Naar boven