Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2749/GA, 17 december 2007, beroep
Uitspraakdatum:17-12-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2749/GA

betreft: [klager] datum: 17 december 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van de beklagcommissie bij de locatie Haarlem van 25 september 2007,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde penitentiaire inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagen betreffen
a. het niet ontvangen van wachtgeld;
b. betaling van de huur van de televisie tijdens klagers verblijf in de afzonderingscel.

De beklagcommissie heeft de beklagen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Aan klager is nooit celarbeid aangeboden. Volgens klager heeft hij bij binnenkomst in de inrichting een werkbriefje ingeleverd. Na ruim twee weken is klager van de inkomstafdeling op een andere afdeling geplaatst en daar heeft klager weer een
werkbriefje ingevuld. Volgens klager heeft hij recht op wachtgeld vanaf begin mei 2007 en is hij pas op 17 juli 2007 op de wachtlijst voor de arbeid geplaatst. Op 8 oktober 2007 is er € 104,= op zijn saldo gestort onder vermelding ‘wachtgeld week 29
t/m 39’. Dat is te weinig; klager heeft recht op meer weken wachtgeld.
Klager heeft veertien dagen in de strafcel gezeten en zijn beklag daartegen is gegrond verklaard. Klager heeft derhalve recht op teruggave van de huur van de televisie.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd ten aanzien van onderdeel a. kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van onderdeel b. overweegt de beroepscommissie het volgende.
In haar uitspraak van 28 augustus 2007 heeft de beklagcommissie bij de locatie Haarlem de klacht tegen de beslissing van de directeur van 8 juni 2007, waarbij klager een ordemaatregel van veertien dagen afzondering in een afzonderingscel is opgelegd,
gegrond verklaard.
Tegen die achtergrond brengen redelijkheid en billijkheid mee dat de huur van de televisie gedurende de veertien dagen, die klager in een afzonderingscel heeft doorgebracht, te weten van 8 juni 2007 tot 22 juni 2007, aan hem wordt terugbetaald.
De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom in dit opzicht niet in stand blijven en dient als na te melden te worden beslist.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond en draagt de directeur op terzake een nieuwe beslissing te nemen met
inachtneming van het vorenstaande.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 17 december 2007

secretaris voorzitter

Naar boven