Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2412/GA, 17 december 2007, beroep
Uitspraakdatum:17-12-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2412/GA

betreft: [klager] datum: 17 december 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 augustus 2007 van de beklagcommissie bij de locatie Zwolle,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 november 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Noord te Hoogeveen, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur van de locatie Zwolle.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van klagers mobiele telefoon na zijn overplaatsing vanuit de locatie Zwolle naar de gevangenis Veenhuizen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager werd op een vrijdag naar Veenhuizen overgeplaatst. Hij nam zijn spullen mee naar de badafdeling van de locatie Zwolle. Hij deed zijn spullen (kleren) in een doos. In zijn fouillering zat onder andere een rugzak met een sleutel. Voordat hij het
formulier zou aftekenen wilde klager eerst al zijn spullen zien, hij miste namelijk zijn mobiele telefoon. De bewaarder ging naar de kamer ernaast om te zoeken en kwam terug met een envelop waar de naam en het registratienummer van klager op stonden.
De
bewaarder haalde de mobiele telefoon uit de envelop en liet deze aan klager zien. Klager heeft vervolgens het formulier getekend. Hij moest even wachten en ging toen op transport. Hij mocht één doos met spullen meenemen, de rest werd nagezonden. In de
andere inrichting kreeg klager na enige tijd zijn spullen nagezonden. Hij zag zijn rugzak en de sleutel maar geen telefoon.

De unit-directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op het formulier inhoud fouillering staat de telefoon genoteerd en klager heeft hiervoor bij vertrek getekend. De telefoon is meegegaan en is niet in Zwolle achtergebleven. Gedetineerden mogen bij transport maar één doos meenemen. De mobiele telefoon
gaat in de preciosazak in een verzegelde envelop en die wordt aan DV&O meegegeven. Gedetineerden mogen spullen in de preciosazak niet bij zich hebben. Het verhaal van klager over de envelop op de badafdeling kan kloppen, dit is overeenkomstig de
procedure.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat klager in het bezit is geweest van een mobiele telefoon die in de locatie Zwolle in de fouillering is gedaan. Voor zijn vertrek naar de gevangenis Veenhuizen heeft klager zijn mobiele telefoon desgevraagd nog gezien.
Deze bevond zich op de badafdeling in Zwolle in een envelop. Klager is vervolgens overgeplaatst. De inhoud van zijn fouillering is volgens procedure in de preciosazak nagezonden. In de locatie Zwolle is niets van klagers spullen achtergebleven. Klager
heeft bij aankomst van zijn nagezonden spullen in de gevangenis Veenhuizen geconstateerd dat zijn mobiele telefoon er niet bij zat. De directeur van de gevangenis Veenhuizen heeft verklaard dat de telefoon niet is aangekomen danwel aangetroffen.
Gedetineerden mogen de inhoud van de presiosazak niet bij zich hebben. Klager heeft derhalve op geen enkel moment de beschikking gehad over zijn mobiele telefoon. Onder deze omstandigheden moet de vermissing van de mobiele telefoon de directeur worden
aangerekend. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie is van oordeel dat klager een tegemoetkoming toekomt en zal deze bepalen op € 100,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 100,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 17 december 2007

secretaris voorzitter

Naar boven