Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3255/SGA, 4 december 2007, schorsing
Uitspraakdatum:04-12-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/3255/SGA

Betreft: [klager] datum: 4 december 2007

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie De Grittenborgh te Hoogeveen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie d.d. 22 november 2007, inhoudende de weigering om verzoeker deel te laten nemen
aan
onderwijs.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 26 november 2007 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 3 december 2007.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft aangevoerd dat hem van de een op de andere dag onderwijs is geweigerd door iemand die daartoe niet bevoegd was. Die weigering is onrechtmatig omdat de directeur geen maatregel heeft opgelegd, verzoeker niet is gehoord en hem bovendien
geen verslag is aangezegd.

Uit de inlichtingen van de directeur komt onder meer het volgende naar voren. Het voorval vond plaats op 21 november 2007 en verzoeker heeft zijn schorsingsverzoek ingediend op 26 november 2007. Dit verzoek is door de Raad voorzien van een dagstempel
op
30 november 2007. De termijn tot klagen dan wel de termijn om een schorsingsverzoek in te dienen is overschreden en het verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk. De klacht dan wel het schorsingsverzoek is ook kennelijk niet-ontvankelijk omdat er geen
beslissing door of namens de directeur is genomen.
Verzoeker is geen onderwijs onthouden omdat hij geen onderwijsprogramma volgt. Een onderwijsmedewerkster heeft verzoeker in de gelegenheid gesteld om van het computernetwerk gebruik te maken om schriftelijke documenten voor zijn rechtszaak uit te
werken. Verzoeker heeft die gelegenheid misbruikt en afbeeldingen van nazipropaganda afgedrukt en deze aan een medegedetineerde overhandigd. Deze had de afbeeldingen op zijn cel hangen.

2. De beoordeling
Anders dan bij het indienen van beklag en beroep is het indienen van een schorsingsverzoek betreffende een beslissing van een directeur niet aan een termijn gebonden behoudens dat dit verzoek moet worden ingediend hangende de behandeling van het
klaagschrift door de beklagcommissie. Aan deze eis is in dit geval voldaan. Verzoeker is daarom ontvankelijk in zijn verzoek. Of verzoeker de termijn voor het indienen van een klaagschrift heeft overschreden, is in het kader van onderhavige procedure
niet van belang.

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar
het
oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 4 december 2007.

secretaris voorzitter

Naar boven