Nummer: 07/2435/GB
Betreft: [klager] datum: 7 december 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J.P. van Gils, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 5 september 2007 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem terug te plaatsen naar de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager was sedert 7 maart 2007 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Nieuw Vosseveld. Op 3 augustus 2007 zou hij worden overgeplaatst naar de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) De Marstal te Zeeland. Bij beslissing van 3 augustus 2007
is
klager (terug)geplaatst naar de gevangenis Nieuw Vosseveld in verband met de verdenking van het gebruik van harddrugs. Op 9 oktober 2007 is hij alsnog overgeplaatst naar de z.b.b.i. De Marstal te Zeeland, waar een regime van algehele gemeenschap met
een
zeer beperkt beveiligingsniveau geldt. Op 16 oktober 2007 is klager in vrijheid gesteld.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager ontkent harddrugs te hebben gebruikt. Klager heeft getracht alle stukken met betrekking tot de urinecontrole boven water te krijgen maar met name de uitslag van het bevestigingsonderzoek is door hem niet ontvangen. Klager heeft tijdens het
weekeindverlof voorafgaand aan zijn voorgenomen overplaatsing naar de z.b.b.i. De Marstal van het zusje van zijn vriendin paracetamol gekregen. Mogelijk heeft dat de uitslag beïnvloed. Klager heeft informatie opgevraagd bij het Universitair Medisch
Centrum te Groningen en het Deltalab. Uit die verkregen informatie kan worden afgeleid dat de combinatie paracetamol en codeïne goed mogelijk is, hetgeen de positieve uitslag van de urinecontrole kan verklaren. Dit heeft ertoe geleid dat de uitslag van
de betreffende urinecontrole als negatief wordt beschouwd. Klager wil een tegemoetkoming voor de negatieve gevolgen van de selectiebeslissing en voor de daaraan gekoppelde ordemaatregel. Ook wil hij terugbetaling van de kosten van het
herhalingsonderzoek ten bedrage van € 45,00.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager, die vanuit het huis van bewaring De Leuvense Poort is overgeplaatst naar de gevangenis Nieuw Vosseveld, is op 1 augustus 2007 geselecteerd voor plaatsing in de z.b.b.i. De Marstal. Het daaraan voorafgaande weekeinde heeft hij weekeindverlof
genoten. Op 3 augustus 2007 zou hij overgeplaatst worden naar De Marstal. Naar aanleiding van dit weekeindverlof heeft klager een urinecontrole ondergaan. Op 3 augustus 2007, terwijl klager onderweg was naar De Marstal, bleek de uitslag van die
urinecontrole positief op het gebruik van opiaten. Om die reden is klager teruggeplaatst naar de gevangenis Nieuw Vosseveld. Klager heeft vervolgens verzocht om een herhalings- en bevestigingsonderzoek. Het bevestigingsonderzoek wees uit dat de bij
klager aangetroffen sporen van codeïne niet noodzakelijkerwijs afkomstig behoeven te zijn van het gebruik van drugs. Klager is daarom alsnog overgeplaatst naar de z.b.b.i. De Marstal te Zeeland.
4. De beoordeling
4.1. Uit hetgeen door klager, diens raadsman en de selectiefunctionaris naar voren is gebracht, is voldoende aannemelijk geworden dat de beslissing om klager terug te plaatsen naar de gevangenis Nieuw Vosseveld, achteraf oordelend, op onjuiste
gronden, is genomen. Vernietiging van die beslissing kan achterwege blijven nu klager op 16 oktober 2007 in vrijheid is gesteld.
4.2. Door en namens klager is verzocht hem een tegemoetkoming toe te kennen voor de tijd die hij na 3 augustus 2007 heeft moeten verblijven in gevangenis Nieuw Vosseveld, voor de tijd die hij in afzondering heeft verbleven en voor de gemaakte kosten
voor het bevestigingsonderzoek.
Met betrekking tot de tijd die klager vanaf 3 augustus 2007 in de gevangenis Nieuw Vosseveld heeft moeten verblijven, geldt dat de beroepscommissie termen aanwezig acht voor het toekennen van een tegemoetkoming van € 150,-.
Voor zover klager een tegemoetkoming heeft gevraagd voor de vier dagen die hij in afzondering heeft moeten doorbrengen geldt dat de oplegging van die ordemaatregel een beslissing van de directeur van de gevangenis Nieuw Vosseveld dan wel de directeur
van de z.b.b.i De Marstal betreft, tegen welke beslissing beklag en beroep openstond. In het kader van de onderhavige procedure komt klager derhalve niet in aanmerking voor de toekenning van een tegemoetkoming.
Ten aanzien van de verzochte tegemoetkoming voor de door klager gemaakte kosten voor het bevestigingsonderzoek kan klager zich, gelet op artikel 7, tweede lid, van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (d.d. 2 juni 1999, nr.
726428/98/DJI) wenden tot de directeur van de gevangenis Nieuw Vosseveld met het verzoek om terugbetaling.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij kent klager een tegemoetkoming toe en stelt de hoogte daarvan vast op
€ 150,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 7 december 2007.
secretaris voorzitter