Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3276/SGA, 5 december 2007, schorsing
Uitspraakdatum:05-12-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/3276/SGA

Betreft: [klager] datum: 5 december 2007

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, thans verblijvende in de landelijke afzonderingsafdeling (l.a.a.) Nieuw Vosseveld te Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van een tweetal beslissingen van de directeur van het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Rotterdam d.d. 30 november 2007, inhoudende de
verlenging met veertien dagen van de duur van een aan verzoeker op 16 november 2007 opgelegde ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel en de verlenging van de beslissing dat de voormelde ordemaatregel ten uitvoer zal worden
gelegd in de l.a.a. Nieuw Vosseveld. De verlenging van de ordemaatregel is ingegaan op 30 november 2007 om 10.30 uur en eindigt op 14 december 2007 om 10.30 uur. De ordemaatregel en de verlengingsbeslissing zijn genomen in verband met – kortweg –
voorbereiding van en het uitvoeren van een ontvluchtingspoging.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het op 4 december 2007 bij de beklagcommissie ontvangen klaagschrift en van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 5 december 2007.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft – zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang – aangevoerd dat hij zich niet kan verenigen met de verlenging van de ordemaatregel en de beslissing om die ordemaatregel ten uitvoer te laten leggen in de l.a.a. in Vught. Verzoeker
heeft inderdaad een ontvluchtingspoging ondernomen, zulks omdat hij het niet eens is met het feit dat hij onschuldig in voorlopige hechtenis moet verblijven. Verzoeker is van mening dat je voor een ontvluchtingspoging volgens de Nederlandse wet niet
mag
worden gestraft. Daarnaast vindt hij dat hij door die poging heeft aangetoond dat er sprake is van grove gebreken in de beveiliging bij het h.v.b./ISD. Verzoeker kan zich vinden in het gegeven dat hij niet langer in het h.v.b./ISD kan blijven en dat de
directeur hem wil laten overplaatsen. Het gaat hem echter te ver om hem dan in de l.a.a. te plaatsen en die l.a.a.-plaatsing ook nog eens te verlengen. Hij is van mening dat hij daardoor dubbel wordt gestraft.

De directeur van het h.v.b./ISD Rotterdam heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. Aan verzoeker is naar aanleiding van een ontvluchtingspoging een ordemaatregel van plaatsing in afzondering opgelegd, welke ordemaatregel in overleg met de
selectiefunctionaris ten uitvoer wordt gelegd in de l.a.a. Nieuw Vosseveld. In afwachting van verzoekers herselectie is in overleg met de selectiefunctionaris besloten tot een verlenging van de ordemaatregel en de externe tenuitvoerlegging. Zulks in
verband met die ontvluchtingspoging en met eerdere ervaringen met verzoeker op dit gebied. Dat is ook de reden dat niet direct is gekozen voor overplaatsing van verzoeker naar een ander h.v.b. in de penitentiaire inrichtingen Rijnmond.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissingen waartegen beklag is ingediend zodanig onredelijk of onbillijk zijn, dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissingen.
Voorop moet worden gesteld dat de feiten en omstandigheden op zich de oplegging van een ordemaatregel als de onderhavige, alsmede de verlenging daarvan, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter rechtvaardigen. De externe tenuitvoerlegging van een
deze ordemaatregel in de l.a.a. is wettelijk toegestaan. Daarvoor is op grond van het bepaalde in artikel 25 van de Pbw noodzakelijk dat de tenuitvoerlegging in de eigen inrichting op ernstige bezwaren stuit. Naar het voorlopig oordeel van de
voorzitter
is aannemelijk dat de tenuitvoerlegging in het h.v.b./ISD op ernstige bezwaren stuit en dat verzoeker in de l.a.a. dient te verblijven tot het moment van plaatsing in een andere inrichting. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is het echter
aangewezen dat de directeur de nodige voortvarendheid betracht bij het opstellen van een voorstel tot herselectie. Van de bedoelde voortvarendheid is in deze zaak niet gebleken. Naar het voorlopig oordeel voorzitter moet het in het onderhavige geval
voor de directeur mogelijk zijn om bij selectiefunctionaris te bewerkstelligen dat verzoeker uiterlijk maandag 10 december voor 16.00 uur zal worden overgeplaatst naar een andere inrichting met een voor verzoeker geschikt regime.
Het vorenstaande maakt dat de voorzitter de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissingen zal schorsen met ingang van 10 december 2007 om 16.00 uur.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe in die zin dat de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissingen wordt geschorst met ingang van 10 december 2007 om 16.00 uur tot het moment dat de beklagcommissie op het klaagschrift zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 5 december 2007.

secretaris voorzitter

Naar boven