Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2059/TA, 27 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:27-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2059/TA

betreft: [klager] datum: 27 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in art. 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een door de beklagcommissie bij FPK Oldenkotte toegezonden en bij het secretariaat van de Raad ingekomen brief van

[...], verder te noemen klaagster,

naar aanleiding van een uitspraak van 18 juni 2007 van de beklagcommissie bij de FPK Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder bovenvermelde uitspraak van de beklagcommissie, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de brief en klaagster om de brief schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft - voor zover in beroep aan de orde - het opleggen van separatie op 3 januari 2007.

De beklagcommissie heeft het beklag formeel gegrond en materieel ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. Voorts heeft zij bepaald dat zij – in het geval daaraan niet in onderling overleg vorm kan worden gegeven –
op een daartoe strekkend verzoek van een der partijen op grond van art. 66 Bvt een tegemoetkoming zal vaststellen.

2. De standpunten
Klaagster heeft bij brief van 27 juli 2007 verzocht om een tegemoetkoming van
€ 500,= toe te kennen.

Het hoofd van de inrichting heeft in reactie daarop aangegeven dat klaagster geen beroep heeft willen instellen. Naar aanleiding van de uitspraak van de beklagcommissie heeft de inrichting haar aanvankelijk een tegemoetkoming van
€ 10,= aangeboden en, nadat klaagster had aangegeven een hoger bedrag te wensen, een tegemoetkoming van € 15,=. Klaagster heeft met haar brief van 27 juli 2007, gericht aan de jurist van de inrichting en op 31 juli 2007 ontvangen door de
beklagcommissie, daarop gereageerd en aangegeven een bedrag van € 500,= te willen ontvangen. Deze brief is door de beklagcommissie ten onrechte aangemerkt als beroepschrift en doorgezonden naar de beroepscommissie.

3. De beoordeling
Op grond van de stukken en met name de reactie van het hoofd van de inrichting moet worden aangenomen dat klaagster bij brief van 27 juli 2007 de inrichting dan wel beklagcommissie heeft willen verzoeken om toekenning van een tegemoetkoming van € 500,=
vanwege de gegrondverklaring van haar klacht inzake de op 3 januari 2007 opgelegde separatie. Het is aan de beklagcommissie om de bij uitspraak van 18 juni 2007 aangekondigde tegemoetkoming vast te stellen.

Nu kan worden aangenomen dat klaagster met die brief geen beroep heeft willen instellen, zal de beroepscommissie de brief doorsturen naar de beklagcommissie.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verstaat dat klaagster geen beroep heeft ingesteld tegen de beslissing van de beklagcommissie en verwijst de zaak terug naar de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. G.A.M. Mensing en mr. A.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 27 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven