Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/2297/GA, 8 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/2297/GA

betreft: [klager] datum: 8 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.W. Koevoets, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 26 juli 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring (h.v.b.) Zeist te Soesterberg, betreffende een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van zeven dagen, waarvan twee
dagen voorwaardelijk,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster alsmede haar raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
De uitspraak waarvan beroep is op 1 augustus 2007 aan klaagster en de directeur toegezonden. Het beroepschrift dateert van 27 augustus 2007 en is op dezelfde dag op het secretariaat van de Raad ontvangen.
Ingevolge artikel 69, eerste lid, Pbw moet het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van de uitspraak worden ingediend. Klaagster heeft, gelet op het vorenstaande, niet tijdig beroep
ingesteld. Van klaagster die de Nederlandse taal niet machtig is, mag worden verwacht dat zij na de ontvangst van de uitspraak bij het personeel van de inrichting te rade gaat om de betekenis van de uitspraak te achterhalen. Bovendien is gebleken dat
een afschrift van de uitspraak op 1 augustus 2007 eveneens aan de raadsman die klaagster bijstond tijdens de (mondelinge) behandeling van het beklag voor de beklagrechter, is toegezonden. De raadsman heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om
een
(eventueel voorlopig) beroepschrift in te dienen. Klaagster kan om die reden niet in haar beroep worden ontvangen.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 8 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven