Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1482/GM, 16 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1482/GM

betreft: [klager] datum: 16 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Hollands Midden, locatie Haarlem,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 29 mei 2007 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Klager en de inrichtingsarts zijn uitgenodigd om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 28 september 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam. Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke
wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen. De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Haarlem heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Als toehoorder van de Raad was aanwezig [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 11 april 2007, betreft de afbouw van Librium.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klager slikt al 25 jaar Librium. De inrichtingsarts heeft zonder toestemming van klager de Librium afgebouwd. Op 29 maart 2007 heeft klager de laatste tablet Librium 5 mg geslikt. Op 2 april 2007 heeft
klager de medische dienst in een brief geattendeerd op de angstklachten die terugkwamen. Na een hevige paniekaanval op 5 april 2007 kreeg klager van een externe arts weer Librium voorgeschreven. Klager is hier weer rustig op geworden. Dit alles had
voorkomen kunnen worden door klager tijdig Librium voor te schrijven.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Op 9 maart 2007 is in samenspraak met klager een afbouwschema opgesteld van Librium met 5 mg per week. Wekelijks is er geëvalueerd. Op 15 maart 2007 ging de afbouw volgens klager goed. In
verband met slecht slapen is aan klager Valeriaan voorgeschreven. Op 23 maart 2007 is op verzoek van klager de Valeriaan verhoogd naar 3x1 dragee. Op 28 maart 2007 ging de afbouw toch niet goed. Klager wilde minstens op 5 mg Librium blijven staan. Op
29
maart 2007 is aan klager in verband met slecht slapen door de afbouw, voor drie nachten Temazepam 20 mg voorgeschreven. Op 6 april 2007 is een arts in huis geweest in verband met een paniekaanval. Deze arts heeft klager 1x10 mg Librium voorgeschreven.
Deze dosering werd gecontinueerd. Op 10 april 2007 is klager in de isoleercel geplaatst in verband met een paniekaanval. Na overleg met de huisarts is de Librium stopgezet en 2x10 mg Valium voorgeschreven. Op 11 april 2007 is klager bezocht door de
huisarts. Klager gaf aan zich niet goed te voelen op de Valium en hij wilde liever Librium. Dit verzoek is gehonoreerd. De Valium is gestopt en er is weer gestart met Librium 2x20 mg tot aan het einde van klagers detentie op 23 april 2007.
De afbouw van Librium is dus wel degelijk in overleg met klager gegaan. De medische dienst is continu in gesprek gebleven met klager en er zijn vele aanpassingen gedaan in de dosering, getuige de vele consulten die klager heeft aangevraagd en
gekregen.

3. De beoordeling
De handreiking benzodiazepinen van 2 mei 2002 van de Medisch Adviseur gaat uit van het stopzetten van het voorschrijven van benzodiazepinen aan gedetineerden indien daarvoor geen medische indicatie aanwezig is. Indien wordt besloten tot het stopzetten,
dient dit gefaseerd plaats te vinden. De handreiking benzodiazepinen gaat uit van een afbouwschema van 5 mg per 10 dagen of 25% per week gedurende drie weken en de volgende twee weken 12,5%.
Uit de informatie van de inrichtingsarts komt naar voren dat op 9 maart 2007 in samenspraak met klager is besloten tot de afbouw van de dosering Librium (2x10 mg) met 5 mg per week. Op 28 maart 2007 verloopt de afbouw niet goed. Klager wil minimaal 5
mg
Librium voorgeschreven krijgen. Uit de beschikbare informatie is niet precies op te maken wanneer het voorschrijven van Librium is gestopt en of het gehanteerde afbouwschema overeenkomstig de handreiking heeft plaatsgevonden.
Uit de stukken, waaronder het medische dossier, komt echter naar voren dat het detoxificatieproces niet consequent is doorgevoerd. Aan klager is op 29 maart 2007 Temazepam, een kortwerkende benzodiazepine, voorgeschreven. Hiervan is bekend dat deze bij
het afbouwen van een benzodiazepine paniekaanvallen kan veroorzaken. Gegeven het feit dat klager bekend is met angststoornissen, is de beroepscommissie van oordeel dat de afbouw van Librium medicamenteus onvoldoende is begeleid. In zoverre dient het
handelen van de inrichtingsarts als onzorgvuldig te worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. Voor het door klager ondervonden ongemak zal de beroepscommissie aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 15,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de locatie Haarlem toekomende tegemoetkoming op € 15,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en dr. M. Kooyman, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 16 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven