Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0686/TB, 14 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:14-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/686/TB

betreft: [klager] datum: 14 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.G. Doornbos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 31 januari 2006 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 augustus 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is namens de Minister [...]gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. De raadsman van klager is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.
Op 29 september 2006 heeft de beroepscommissie in een tussenbeslissing de behandeling van het beroep aangehouden in afwachting van de uitkomst van het uitgevoerde psychologisch onderzoek naar onder meer de intellectuele vermogens van klager.
Per fax van 27 september 2007 ontving het secretariaat van de Raad de resultaten van het testpsychologisch onderzoek. Op 19 september 2007 ontving het secretariaat van de Raad van de raadsvrouw van klager, mr. J.A.M. Kwakman, het verlengingsadvies van
16 juli 2007. Op 16 oktober 2007 ontving het secretariaat van de Raad een reactie d.d. 11 oktober 2007 van de Minister van Justitie op de brief van de raadsvrouw van 18 september 2007.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager te plaatsen in de FPC De Rooyse Wissel te Venray (hierna: De Rooyse Wissel).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De Minister heeft op 31 januari 2006 beslist klager te plaatsen in De Rooyse Wissel. Deze plaatsing is op 29 juni
2006
gerealiseerd.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met het testpsychologisch onderzoek omdat uit eerdere onderzoeken is gebleken dat klager zwakbegaafd is en geplaatst zal moeten worden in Hoeve Boschoord. Hij kan zich verder niet verenigen met het feit dat hij zo ver van
huis, vrouw en kinderen wordt geplaatst. Ook uit resocialisatieoogpunt is het dringend gewenst dat hij in de nabijheid van Assen zijn behandeling ondergaat. De vrouw van klager lijdt aan een spierziekte, waardoor zij zeer moeilijk in staat is om klager
in het zuiden van het land te komen bezoeken. Namens klager wordt een brief van 21 maart 2001 van het academisch ziekenhuis overgelegd, waaruit dit blijkt. Sindsdien is de situatie van de vrouw van klager sterk verslechterd.
Uit het verlengingsadvies van 16 juli 2007 volgt dat klager een IQ heeft van 67. De kwalificaties variëren van licht tot zeer zwakbegaafd, waaruit in ieder geval de zwakbegaafdheid van klager volgt. Aan het criterium om in Hoeve Boschoord geplaatst te
worden, is voldaan. Sinds zijn plaatsing in De Rooyse Wissel heeft klager een dwangneurose ontwikkeld. Deze stoornis houdt hem dusdanig bezig dat de inrichting enkel tot verzorging kan overgaan en (nog niet) tot behandeling. Deze dwangneurose kan met
cognitieve therapie en mogelijk medicatie worden verholpen, een dergelijke therapie heeft gelet op de zwakbegaafdheid van klager mogelijk niet het gewenste effect. Het mogelijke argument van de Minister dat een overplaatsing naar Hoeve Boschoord een
onnodige vertraging in de behandeling zal opleveren, snijdt geen hout, omdat door de dwangneurose van klager nog nauwelijks met de behandeling is begonnen. Het hoofd behandelaar heeft medegedeeld dat klager wordt afgeleid van zijn dwangneurose als hij
contact met zijn familie heeft. Meer contact zou een gunstig effect op klager kunnen hebben. Omdat zijn familie in Assen woont en met name zijn vrouw (formeel ex-vrouw, maar feitelijk zijn ze weer samen) lichamelijke gebreken heeft waardoor reizen voor
haar moeilijk is, is ook dit een argument om hem in het noorden te plaatsen.

De Minister heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Primair is klager niet-ontvankelijk in zijn beroep wegens overschrijding van de beroepstermijn. De beslissing van de Minister is op 2 februari 2006 aan klager uitgereikt. Gelet op de
inhoud
van de verklaring van klager op 26 januari 2006, is er geen aanleiding te veronderstellen dat klager niet op de hoogte was van de inhoud van de bestreden beslissing.
Subsidiair stelt de Minister dat de door klager aangevoerde gronden onvoldoende
zwaarwegend zijn om tot een gegrondverklaring van het beroep te komen. De stelling
dat klager zwakbegaafd is, vindt geen steun in de pro justitia rapportage. Weliswaar wordt het intellectueel functioneren van klager als benedengemiddeld aangemerkt, maar niet als zwakbegaafd. Door klager zijn geen andere rapportages overgelegd die
aanleiding geven tot een ander oordeel. Overigens is begin 2007 in De Rooyse Wissel een aanvang gemaakt met de bouw van een faciliteit ten behoeve van zwakbegaafden. Tijdens een intakegesprek van 27 april 2006 met klager zijn geen indicaties gevonden
die noopten af te zien van plaatsing in De Rooyse Wissel. Vanwege de capaciteitstekorten binnen de tbs-inrichtingen kan in principe geen rekening worden gehouden met voorkeuren voor een kliniek. Bij plaatsing in een tbs-inrichting wordt immers slechts
onderscheiden naar sexe, verstandelijke handicap en de aard van de aandoening. Dat klager vanwege familie en huis in de buurt van Assen geplaatst wil worden is onvoldoende zwaarwegend om van dit plaatsingsbeleid af te wijken.
Klager verblijft in De Rooyse Wissel vanaf 29 juni 2006. In de rapportages wordt geen hard cijfer genoemd. De omschrijving is echter niet voor tweeërlei uitleg vatbaar: klagers intellectueel functioneren is benedengemiddeld maar niet zwakbegaafd.
Klager
heeft het lager onderwijs afgemaakt en enig technisch onderwijs gevolgd. Klager ondergaat in De Rooyse Wissel een psychologisch onderzoek ten behoeve van het behandelplan, waarbij ook wordt getest op intelligentie. De resultaten worden begin oktober
2006 verwacht. Verder zal begin 2007 de voorziening in de De Rooyse Wissel voor zwakbegaafden gereed komen. Mocht klager toch zwakbegaafd zijn dan kan hij worden overgeplaatst. Het belang van klager is thans een spoedige start van de behandeling.
Het hoofd behandeling stelt dat hetgeen de raadsvrouw van klager stelt in haar brief van 18 september 2007 uit zijn verband is gehaald. De raadsvrouw refereert aan een informeel gesprek dat plaatsgevonden heeft in de wandelgangen. Vastgesteld is
inderdaad dat klager een IQ heeft van 67. Om die reden is hij geplaatst op de afdeling zwakbegaafden/verstandelijke beperkingen. Deze afdeling is sinds 1 januari 2007 in bedrijf bij De Rooyse Wissel. Klager verblijft derhalve op een afdeling die past
bij zijn ziektebeeld. Wat betreft de familie vindt klager afleiding in contacten met hen. Klager gedraagt zich dan minder als patiënt. In die zin zou de inrichting de contacten wel willen aanhalen. Daar staat tegenover, dat de door klager gepleegde
delicten hebben plaatsgevonden in familieverband. Volgens het hoofd behandeling is er veel voor te zeggen dat klager niet terugkeert in het gezin, ter voorkoming van recidive. Een overgang naar Boschoord is volgens De Rooyse Wissel niet noodzakelijk
vanuit overwegingen van delictgevaar. In de behandeling van het delictgevaar wordt met klager geprobeerd het dwanggedrag onder controle te krijgen. Het gaat om een buitengewoon zwakke coping met spanning en angsten. Er is tevens een praktisch bezwaar
tegen mogelijk overplaatsing naar Boschoord, aangezien voor plaatsing in die inrichting met zeer lange wachttijden rekening moet worden gehouden. Het beroep zal derhalve ongegrond zijn.

4. De beoordeling
Zoals overwogen bij de tussenbeslissing van 29 september 2006 kan klager in zijn beroep worden ontvangen.

Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten vrouwen,
zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

In de bestreden beslissing van 31 januari 2006 heeft de Minister besloten klager te plaatsen in De Rooyse Wissel op grond van de overweging dat klager een IQ heeft van groter dan 80. Uit het psychologisch onderzoek van 26 juli 2007 komt naar voren dat
klager op een zeer zwakbegaafd intelligentieniveau functioneert. Zijn IQ is vastgesteld op 67. Alhoewel daarmee is komen vast te staan dat de bestreden beslissing van de Minister op basis van onjuiste feiten is genomen, moet thans op grond van de
sindsdien veranderende omstandigheden worden geoordeeld dat de beslissing niet onredelijk of onbillijk is. De Rooyse Wissel beschikt sinds 1 januari 2007 over een afdeling zwakbegaafden en verstandelijke beperkingen en klager is op deze afdeling
geplaatst.

Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die anderszins zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Minister in redelijkheid niet tot de bestreden plaatsingsbeslissing heeft mogen komen. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de
bezoekmogelijkheden van zijn familie kan niet tot een ander oordeel leiden. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat klager vanwege zijn dwangneurose geïndiceerd is voor plaatsing in een andere tbs-kliniek dichter bij zijn familie. Het belang dat
tbs-gestelden zo snel mogelijk worden geplaatst opdat hun behandeling zo spoedig mogelijk kan aanvangen weegt ook in dit geval derhalve zwaarder dan eventuele regionale voorkeur.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager te plaatsen in De Rooyse Wissel niet onredelijk of onbillijk. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.M. van der Vaart, voorzitter, mr. H. Heijs en dr. M. Smit, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 14 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven