Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/0388/TA, 7 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:07-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/388/TA

betreft: [klager] datum: 7 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in art. 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van de FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 15 februari 2007 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 juni 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. M. Hoekzema, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], hoofd behandelrapportage. Tevens was
aanwezig [...], stagiaire.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

De beroepscommissie heeft de inrichting om aanvullende informatie verzocht. Bij brief van 27 augustus 2007 heeft de inrichting een nadere reactie gegeven en de nachtrapportage van 14 op 15 december 2006 alsnog ter beschikking gesteld van de
beroepscommissie. Een geanonimiseerde versie is ter kennis gebracht van klager en zijn raadsvrouw.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet direct reageren op klagers hulpvraag om medicatie tijdens de nacht van 14 op 15 december 2006.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De nachtrapportage van de betreffende nacht is in eerste instantie niet bij het dossier gevoegd in verband met de privacy van de andere patiënten.
In deze rapportage wordt één oproep van klager vermeld om 04.00 uur. Op deze oproep is gereageerd. Juist doordat er problemen zijn geweest met het intercomsysteem op andere afdelingen zijn de klachten van klager zeer nauwkeurig onderzocht. Door de
technische dienst (CLB) is een onderzoek ingesteld en daaruit bleek dat er die nacht geen storingen zijn geweest in het intercomsysteem van klagers afdeling. Een terugkoppeling op schrift wordt alleen bij technische mankementen opgemaakt. In dit geval
is volstaan met een mondelinge terugkoppeling van de technische dienst.

Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De raadsvrouw verwijst voor de ontvankelijkheid van het beklag naar een uitspraak van de beroepscommissie van 16 augustus 2000, nummer 00/0672/TA. Volgens de raadsvrouw heeft de inrichting niet voldoende onderbouwd dat het intercomsysteem van klagers
afdeling die nacht goed functioneerde. Klager heeft zich die nacht zeer onveilig en angstig gevoeld. Indien er ’s nachts gebeld wordt door een tbs-gestelde wordt er alleen maar door het luikje gekeken. Er wordt geen contact gezocht met de betreffende
patiënt.

3. De beoordeling
Het beklag is gericht tegen het niet betrachten van de zorgplicht, als vermeld in art. 41 Bvt. Dit valt gelet op de vaste jurisprudentie van de beroepscommissie onder de reikwijdte van art. 56, eerste lid onder e, Bvt. Klager kan derhalve in zijn
beklag
worden ontvangen.

Op grond van art. 41, vierde lid, Bvt draagt het hoofd van de inrichting zorg voor de verstrekking van de door de aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger voorgeschreven medicijnen.
Uit de nachtrapportage, zoals deze eerst in een laat stadium van de procedure – waardoor de nodige vertraging in de afhandeling van het beroep is ontstaan – is overgelegd, blijkt dat klager in de nacht van 14 op 15 december 2006 om 04.00 uur een oproep
heeft gedaan. Namens het hoofd van de inrichting is aangegeven dat de nachtdienst heeft gereageerd op klagers oproep en dat er die nacht geen storingen in het intercomsysteem van klagers afdeling zijn geweest.
Tegen de achtergrond van het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur niet in strijd met de in dezen voor hem bestaande zorgplicht heeft gehandeld. Het beroep van de directeur dient derhalve gegrond te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, prof. dr. Kortman en mr. C.A.M. Schaap-Meulmeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 7 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven