nummer: 07/2272/GV
betreft: [klager] datum: 23 oktober 2007
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 13 augustus 2007 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft zijn beroep niet nader toegelicht.
Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 8 mei 2007 geplaatst op de Individuele Begeleidingsafdeling (i.b.a.) van de gevangenis Zuyderbos, op grond van een psychische stoornis. Klager hoorde stemmen van het personeel. Hij weigerde de hulp van de psycholoog en psychiater en
daarnaast wenste hij niet de voorgeschreven medicatie in te nemen. Hij blijft volharden in deze weigering. Aangezien hij nog maar kort op de i.b.a. verblijft is besloten zijn verzoek af te wijzen. Gezien klagers naderende vi-datum kan hij, bij blijvend
goed functioneren, in september een positieve beslissing verwachten.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Zuyderbos heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag gelet op klagers binnen de inrichting vertoond gedrag.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Den Haag heeft aangegeven akkoord te gaan met verlofverlening, mits klager geen contact legt met het slachtoffer.
De politie Rotterdam-Rijnmond heeft geen bezwaar tegen verlofverlening.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek, wegens doodslag. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 16 januari 2008. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van één dag te ondergaan.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.
De beroepscommissie overweegt dat bij de beslissing op een verzoek om verlof een afweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het belang van de gedetineerde bij een goede en tijdige voorbereiding van zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds
het belang van de samenleving bij een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde straf. Uit de zich in het dossier bevindende inrichtingsrapportage komt naar voren dat klager vriendelijk en beleefd is naar het personeel en deelneemt aan diverse
activiteiten. Klager was het aanvankelijk niet eens met zijn plaatsing op de i.b.a.. Op de i.b.a. vindt geen behandeling plaats. Klager verbleef ten tijde van de bestreden beslissing al ruim drie maanden op de i.b.a.. Gezien de positieve rapportage
valt
niet in te zien waarom een maand gewacht zou moeten worden alvorens wel tot verlening van verlof over te gaan. De afwijzing door de Minister van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting moet derhalve bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De Minister zal worden opgedragen binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Nu de
rechtsgevolgen van de bestreden beslissing nog ongedaan zijn te maken, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Minister op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Zij bepaalt dat klager geen tegemoetkoming toekomt.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 23 oktober 2007.
secretaris voorzitter