Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1726/JB, 17 oktober 2007, beroep
Uitspraakdatum:17-10-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 07/1726/JB

Betreft: [klager] datum: 17 oktober 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.E.M. Hendriks, namens

[...], geboren op [1988], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 26 juni 2007 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 september 2007, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. L.E.M. Hendriks, en de selectiefunctionaris
[...] en [...], juridisch medewerker.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de behandelinrichting Het Keerpunt te Cadier en Keer afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 16 november 2005 gedetineerd. Bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak d.d. 31 maart 2006 is aan klager de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (p.i.j.-maatregel) opgelegd. De tenuitvoerlegging van deze
maatregel is begonnen op 12 september 2006.

Klager verbleef in de opvanginrichting Het Keerpunt te Cadier en Keer.
Hij is geselecteerd voor de normaal beveiligde afdeling van de behandelinrichting Den Engh te Den Dolder, waar hij op 12 september 2006 is geplaatst.

Op 26 april 2007 heeft klager verzocht te worden geplaatst in de behandelinrichting Het Keerpunt.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de afwijzing van zijn verzoek door de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.

Klager heeft aangevoerd dat hij graag overgeplaatst wil worden naar Cadier en Keer omdat hij dan dichter bij zijn vader verblijft en stapsgewijs in aanmerking komt voor buitenbezoek. In Den Engh is er iets misgegaan met buitenbezoek. Jongens in zijn
groep hebben iets gedaan, waardoor de hele groep nu geen verlof heeft. Er is niet gezegd wanneer ze weer naar buiten mogen. Klager is nu nog positief, maar als een ander het verlof voor hem verprutst, draait hij een knop om. Klager heeft tweemaal per
week les en sport. In Het Keerpunt kreeg hij iedere dag les. In Cadier en Keer kan hij zijn vader iedere week zien. Hij ziet hem nu éénmaal in de drie weken. Zijn moeder bezoekt hem ook. Klager krijgt pas op het laatste moment te horen op welk tijdstip
hij bezoek mag ontvangen. Het gaat niet alleen om de afstand voor zijn bezoek, maar hij voelt zich ook beter in Cadier en Keer.

Door de raadsman is aangevoerd dat bij de voorbereiding op de p.i.j.-maatregel veel moeite is gedaan om het belang daarvan aan de familie uit te leggen. Er was veel weerstand. Omdat een dag na de uitspraak er een nieuwe behandelgroep zou starten in Het
Keerpunt, waarin klager volgens toezegging van de officier van justitie geplaatst kon worden, heeft klager afstand gedaan van hoger beroep. Het was een onaangename verrassing dat klager uiteindelijk niet terecht kon in deze groep. In overleg met
klager,
zijn familie en de ketenpartners -waaronder de sociale dienst, maatschappelijk werk en buurtbeheer- is een programma opgesteld -dit heeft erg lang geduurd- en het verzoek gedaan om klager over te plaatsen. De ketenpartners en de familie zijn van mening
dat het beter is dat klager terugkeert in de regio. De ketenpartners kijken naar het gehele gezin en klager maakt daar deel vanuit. Klagers vader woont inmiddels in een andere wijk en de gehele sfeer is anders. Zijn vader heeft geen rijbewijs, zit
financieel aan de grond en moet halsbrekende toeren verrichten om klager te bezoeken. Bekend is de jurisprudentie dat het belang van behandeling prevaleert boven het belang van regioplaatsing maar in dit geval is een regioplaatsing erg belangrijk. Er
is
sprake van cultuur- en taalproblematiek. Het is de raadsman bekend dat in het verleden andere jongeren met dezelfde verstandelijke vermogens als klager in Het Keerpunt zijn geplaatst. Klagers IQ is getest in maart 2006. Wellicht heeft het zin om dit
opnieuw te testen.

De selectiefunctionaris en de juridisch medewerker hebben de beslissing tot afwijzing van het verzoek als volgt toegelicht. Op grond van klagers intelligentieniveau, gemeten is een IQ van 75, en het advies van de psychiater Broekman is klager
geselecteerd voor de inrichting voor licht verstandelijk gehandicapte jongeren Den Engh. Klager is in zijn jeugd geconfronteerd met overvraging en het is van belang dat de behandeling aansluit bij zijn ontwikkelingsniveau.
Er is recent contact geweest met de gedragswetenschapper van Den Engh. Klager doet het goed in de groep en er is ontwikkeling te zien. Hij wordt extraverter.
De gedragswetenschapper heeft geadviseerd om de behandeling, die nu een jaar duurt, niet af te breken en om klager niet over te plaatsen naar Het Keerpunt. De behandeling verloopt goed en, indien dit zo blijft, gaat klager over negen maanden met
proefverlof en zal hij de laatste drie maanden van de p.i.j.-plaatsing deelnemen aan een kamertraining. Het verloftraject houdt in dat begonnen wordt met een dag begeleid verlof. Na meerdere begeleide verloven kan onbegeleid verlof plaatsvinden en in
een later stadium proefverlof. Momenteel ligt er een aanvraag voor een dag begeleid verlof. Die aanvraag zal binnen een maand behandeld worden. Omdat klager dan op een dag heen en weer zou moeten reizen van Den Dolder naar Maastricht wordt gekeken of
daar iets op gevonden kan worden.
De oplegging van de collectieve straf is niet bekend, maar een dergelijke collectieve intrekking van verloven kan geen weken gaan duren. De inrichting zal daarbij de regels in acht moeten nemen.
In beginsel hebben de geplaatsten in Het Keerpunt allen een IQ van meer dan 80, maar het is mogelijk dat bij een jongere in 2004 bijvoorbeeld een IQ van onder de 80 wordt gemeten en in 2006 een IQ van boven de 80. Het is niet bekend of op dit moment er
jongeren in Het Keerpunt verblijven met een IQ van minder dan 80. Indien klagers vader de reiskosten niet zou kunnen betalen, is daar een regeling voor. Na 1 januari 2008 zullen er alleen nog gesloten p.i.j.-plaatsen in Het Keerpunt zijn.

Op de vraag van de beroepscommissie wat er gebeurt, indien om redenen buiten klager gelegen -met name veroorzaakt door het collectieve systeem van Den Engh- klager niet over negen maanden met proefverlof zou kunnen gaan, heeft de selectiefunctionaris
geantwoord dat het voorgekomen is dat 75% van een groep toe was aan proefverlof en 25% van de groep niet en dat de 75%, die er wel aan toe was, toch met proefverlof is gegaan omdat er grenzen zijn aan de groepsgerichte aanpak.

4. De beoordeling
Klager ondergaat de p.i.j.-maatregel. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd.
De afdeling voor licht verstandelijk gehandicapten van de behandelinrichting Den Engh is normaal beveiligd en door de Minister aangewezen voor de onderbrenging van jeugdigen die een bijzondere behandeling nodig hebben, zoals bedoeld in artikel 15 Bjj.
De rechtbank heeft voor wat betreft de aan klager tevens opgelegde jeugddetentie geadviseerd tot plaatsing van klager in Het Keerpunt te Cadier en Keer.

De beroepscommissie overweegt dat klager in verband met het bezoek van zijn vader plaatsing prefereert in de behandelinrichting van Het Keerpunt te Cadier en Keer. Klager heeft tevens aangevoerd dat hij zich qua cultuur en taal ook prettiger voelt in
Cadier en Keer dan in een behandelinrichting buiten Limburg. Uit de omtrent klager uitgebrachte rapportages is echter gebleken dat er bij klager sprake is van een licht verstandelijke beperking. Bij klager is een IQ van 75 gemeten. De
behandelinrichting
Het Keerpunt heeft geen bestemmingsaanwijzing als inrichting voor behandeling van licht verstandelijke gehandicapte (hierna LVG) jongens. Slechts enkele inrichtingen -geen van deze is in de regio Limburg gelegen- zijn daartoe aangewezen. De
selectiefunctionaris heeft overeenkomstig het advies van de psychiater[...] in de omtrent klager uitgebracht pro justitia-rapportage de voorkeur gegeven aan plaatsing van klager in een LVG-instelling boven plaatsing van klager in de regio waar zijn
vader woonachtig is, omdat een behandeling onder meer afgestemd wordt op de verstandelijke vermogens van de jeugdige. Indien de behandeling niet aansluit bij klagers verstandelijke vermogens, is er sprake van overvraging en neemt de kans op mislukking
van de behandeling onevenredig toe. Daarbij is van belang dat klager inmiddels al een jaar met positief resultaat op de LVG-afdeling van Den Engh behandeld is en dat, indien de positieve ontwikkeling in klagers behandeling zich voortzet, hij over negen
maanden mogelijk met proefverlof kan gaan.
Het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien, komt de beroepscommissie tot het oordeel dat, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, de beslissing van de selectiefunctionaris niet als onredelijk of onbillijk kan worden
aangemerkt.
Wel doet de beroepscommissie het uitdrukkelijke verzoek aan de Staatssecretaris om er nauwlettend op toe te zien dat klagers verloftraject niet door omstandigheden, die buiten klager zijn gelegen, wordt gefrustreerd.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. dr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, voorzitter, dr. M. Smit en mr. R. van de Water, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 oktober 2007

secretaris voorzitter

Naar boven