Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1683/GA, 8 oktober 2007, beroep
Uitspraakdatum:08-10-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1683/GA

betreft: [klager] datum: 8 oktober 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 juni 2007 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 augustus 2007, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. N. Harlequin.

De directeur van de locatie Zoetermeer heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel, wegens ontvluchting.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op 17 april 2007 werd klager vervoerd naar het ziekenhuis Langeland te Zoetermeer. Klager is uit het transportbusje gestapt, nadat de bijrijder de schuifdeur en de tweede deur had geopend. Klager was niet geboeid. Klager is vervolgens tussen twee
begeleiders van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O ) naar de ingang van het ziekenhuis gelopen. Nadat klager een paar stappen had gelopen is hij weggerend. Klager ontkent met fors geweld de deur te hebben open geramd, zoals beschreven in het
Formulier Piketmelding van DV&O. Klager verwijst naar een krantenartikel, waarin een vrouw verklaart dat zij gezien heeft dat klager tussen twee begeleiders inliep en de benen nam.
De raadsvrouw heeft contact gehad met het Landelijk Parket en haar is medegedeeld dat het openbaar ministerie van oordeel was dat klager bij zijn ontvluchting geen geweld heeft gebruikt. Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar de lezing van klager.
Klager verzoekt om de twee transportbegeleiders als getuigen op te roepen. De raadsvrouw acht een disciplinaire straf van veertien dagen strafcel disproportioneel.
Klager is op 23 april 2007 weer in de locatie Zoetermeer geplaatst.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op 23 april 2007 is klager een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel opgelegd wegens het zich ontrekken aan detentie op 17 april 2007.

In het Formulier Piketmelding van DV&O van 17 april 2007 is beschreven dat klager ‘met fors geweld de deur heeft open geramd en is gevlucht’. Klager heeft steeds ontkend geweld te hebben gebruikt.
Gelet op klagers consistente verklaring dat hij geen geweld heeft gebruikt bij zijn ontvluchting, een krantenartikel, waarin een getuige verklaart dat klager tussen twee begeleiders liep en de benen nam, en de mededeling van het Landelijk Parket aan de
raadsvrouw van klager dat het openbaar ministerie van oordeel is dat bij de ontsnapping geen geweld is gebruikt, acht de beroepscommissie klagers relaas van het gebeurde aannemelijk.
De beroepscommissie is van oordeel dat, ook indien er van uit wordt gegaan dat er bij de ontvluchting geen geweld is gebruikt, de oplegging van een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel, bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen niet onredelijk of onbillijk is.
Nu de beroepscommissie het relaas over de gebeurtenissen van de kant van klager aannemelijk acht, is er geen noodzaak tot het horen van de transportbegeleiders ter bevestiging van dat relaas.
Het beroep van klager zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, prof. dr. W.J. Schudel en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 8 oktober 2007

secretaris voorzitter

Naar boven