Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1742/GA, 11 oktober 2007, beroep
Uitspraakdatum:11-10-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/1742/GA
betreft: [klager] datum: 11 oktober 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H. Halfers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 juli 2007 van de beklagcommissie bij de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde penitentiaire inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis te Lelystad.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
In de reactie van 12 juni 2007 van de unit-directeur wordt gesteld dat de zwaarwegende redenen met betrekking tot de gezondheid van klagers moeder niet zijn onderbouwd door een schrijven van de behandelend arts. Dit is onjuist, want er is een brief van
de huisarts van klagers moeder gezonden aan de locatie Dordtse Poorten. Deze brief is tijdens de mondelinge behandeling aan de beklagcommissie overgelegd. De beklagcommissie heeft die brief genegeerd. Dit is in strijd met de rechtsbescherming van
gedetineerden voortvloeiend uit het EVRM, de European Prison Rules en de Pbw.
Voorts zou volgens de unit-directeur klager te kennen hebben gegeven de procedure te willen beëindigen. Klager heeft dit tijdens de mondelinge behandeling van het klaagschrift betwist.
Klager wenst door de beroepscommissie te worden gehoord, bijgestaan door zijn raadsman.

De unit-directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klagers raadsman om het beroep mondeling toe te lichten af.

Uit de stukken blijkt dat de inrichting klager mondeling heeft medegedeeld dat de selectiefunctionaris beslist over een verzoek tot overplaatsing en dat op basis van de uitslag van de urinecontrole het verzoek door de inrichting niet zal worden
ondersteund. Een dergelijk advies is geen weigering om een overplaatsingsverzoek in behandeling te nemen. Dat maakt dat hier geen sprake is van een beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Om die reden zal de uitspraak van de
beklagcommissie worden vernietigd en zal klager alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart. klager niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 11 oktober 2007

secretaris voorzitter

Naar boven